Tab.
XLV.
Fig.,
XXXI. (.
Atque hac ratione tarn diu v iv it iite Vermicu-
lu sj donec tandem membra ejus fub cute ad
juilam ùsque perfe&itudinem increverint: quo
quidem tempore bina is deinde theculae fuae
oiliola, utrinque , o b tex it, veteremque cutem
fuam intus exuens, in Chryfallidem e mutatur,
modo poiteriori Ordinis Tertii adnumerandam;
quippe quae nafcituri inde Animalculi
¿turni nimirum Papiliunculi, artus haud adeo
dare dignofcendos exhibet. Principio, cum
Infeólum hocce noviffime mutatum e i t , o-
mnia ejus membra nitide alba funt; fenfim v e ro
deinde flavefcunt, tandemque dilute ipa-
dìceumacquìrunt colorem,quem porro fervane.
In Capite potiflimum transparentes Oculi primo
colorem fuum atque perfefitionem adi-
pifcuntur: donec ultimo corpus univerfum eo
’colore per cutem feie exhibeat conipiciendum,
quo Papiliunculus noóturnus inde proventuruS
gaudet.
; Julio i j tl6, Papilio iite comparebat / ;
poftquam Ipatio 12 aut 13 dierum fub Chryfal-
lidis forma, line cibo & motu, delituiflec, te-
nerique ejus artus,hümorumfuperfluorum eva-
poratione, vires ad extimam cutem perfrin-
gendam requifitas paullatim acquifiviflenta Papilio
hic quatüor initruftus erat A lis , fex Crü-
rib u s , Antennis duabus, atque nigris Ocellis.
Alae ac corpus ejus permultis fuperbiebant plu-
mulis, fquamolis, quae v a r iis , nec inamoe-
nis quidem , Coloribus Animalculum perquam
nitidiufcule decorabant. Omnes autem iiti co-
lores, nudo infpe&i ocu lo, (imilaginem refe-
runt, digitis facile in pulverem conterendam :
ut ideo fragilis etiam Homo in Sacris Literis
re£tiflime Tineae comparetur.
, Beiliola live Papilio iite plerumque Tinea
vocatur : licet alia nulla ratione noceat i n ili,
qüod oblongo-rotunda Ovula fu a , e quibus de-
inuni verae Tineae, Vermes nimirum haólenus
defcripti, procrefeunt, in aulaea & veilimen-
ta limili modo reponat, quo Acari fua in fic-
catis camibus, pifcibus , cafeo , & farina
collocane Propterea cum Animalcula ilthaec
volitant, oportet illos,quibus Thefauri, a T i-
neis corrodendi, curae cordique funt, follicitos
eiTe, atque ea inde prohibere : alioquin enim
fua ipfis fegnities detrimentum , hocque mo-
rofum animum, & inanem crumenam adfert ;
cujusmodi fequelae negligentiam & focordiam
plerumque comitantur.
Quando haec Tinea veitimentorum ex obtex
|leedmaten volkomelyk onder het vel äangfyroä
fyn. Op welken tyt hy de twee openingen S
fyn buysken aan weer fyden toe fp im : en r
oude huyt daar binnen in aßrekkende, f 00 ver„n.
dert het in een gulde Pop e , die in de Derde Qr'.
der op de tweede wyfe behoort, alfoo dit Dierken
niet heel klaar fyne leedematen vertoont; dcwelki
die van een nagt Kappelleken uytbeelden Jn
begin, als dit Dierken het eerfi verändert is fit
fyn alle fyne leeden beider m it, die men fiet, dat
allengskens geel worden, en daar naa van f ®
dilueert caßanie couleur , die fe bebouden. /« kt
H o o ftß et men byfonderlyk , dat de doorfchynende
Oogen aldaar het eerfte haare couleur en ende H R
king verkrygen , tot eyndelyk het ganfehe lichaant
fig door het vel van die couleur vertoont, als het
nagt Kapellehn b e tft, dat daar uyt voort kom.
tie i was op den 13 July, dat dit 1
verändert f , naa dat het 12 a 13 dagen inde
gedaante van een gulde Pop , fonder eeten oft*
weegen had over gebragt, en dat fyne teere leeden,
door een uytwacjfeming van oVertollige vogtigbee-
den , allengskens haare ßerkte verkreegen badden,
otn de bujtenße buyt te door breeken. Deefe Ka.
pel had vier Vleugelen , fe s Voeten, ende tm
Hoornen met fw arte Oogkens. De Vleugelen en
het lichaam waaren met veele febobbige pluymkens
verciert, die door veifcheyde, en niet onaange-
name couleuren het Dierken cierelyk opfekikten.
A lle deefe couleuren vertoonen haar uyterlyk aan
het geßgt, als een feemelig meel, dat tujfcbm de
vingeren ligtelyk tot ß o f gevreeven Word : tiaar-
om 00k de vergankelyke Merfch , mit alle reeden
in de H . Bladeren, by een Mot vergekeken wird..
D it Beeßken o f Kapellehn word gemeenelyì
Mot gènoemt, hoewel het ganfeh niet fchadelyk if,
als alleen , om dat het fyne ovale Ey'eren, daar de
waaragtigt Motten uyt groeyen , dat de beßbree-
ve Wurmen fyn , op de behangfeien in kleedereii
kamt te fetten , op de wys gelyk de Sierkens haare .
Eyeren op het gedroogde vlcefch , vifch , de kaas,
en in bet meel leggen. Daarom als deefe Bceß-
kens vliegen', foo is het tyt voor die de /chatten,
beminnen , dewelke van de Mot-wurmtn vertiert
worden, dat fe neerftig op paffen, en deefe Dier-
kens daar van afkeeren, op dat haare biybei
haar geen fchade toe brengt, en die een melante
lik horft en platte beurs , die gemeenelyk dat py
tuur door de nalatentheid en t
A ls deefe Kleeder-Mot uyt fyn toegefponne buyt
textà fua domuncula prorupit; de altero, hujus
; extremo cutis, qiiam Chryfallis depofuit, fem-
1. i per nonnihil foras^ropendere cerniturg. Quod-
fi vero thecula ipfa diflecando aperitur ; di-
ftinfte confpicere lice t, quam aequabiliter ea
j atque laevigate intus fit contesta b. Nunquam
jinetü invenirem, fi omnes Tinearum lpecies
heicnunc delcribere ac depiéias dare adgre-
derer; quandoquidem earum ingens valide re-
peritur numerus & varietas. Verum credi-
derim ha&enuS di&a abünde fufficere; ut haud
(it opus pluribus : Leonem namque facile eil
exuhgue cognofcere.
DE NONNULLIS V E RM IC U L IS , Q U I
SIMILI M O D O , A C T IN E A E j SU IS
IN DOMUNCULIS V IC T IT A N T *
PYRI> M A L I , PR U N I E T
C ER AS I F O L I A C O N *
SÜM ENTE S ,
O B SÉ R V A T lO PRIMA»
Höfnmce Vermiculorum varias admodutn&
fingulares exhiberé ipecies valeo ; quarum nòn-
nullaé domunculas fuas exdemorfisligni fruitu-
lisConficiunt, inerito hinc Ligniperdae vocati.
Verum de his fòrte alibi.Prima iitorum, de quibus
ago,Vermiculorum fpecies in Cerali folio mihi
primum oilendebatur ab Experciffimo & Celeberrimo
D. Luca Schaght, in Academia Lugduno-
Batava Medicinae Prailicae Profeflbre. Poil-
mödum tarnen eam ipfam in Salicis Alnique fo-
liis quoqueìnveni. Domuncula, quam V e r la.
itìicullìs lite incolebat,piceae erat nigredinis a,
àtqiie ex còfticolk Veluti & in rugas contexta
materie couftabat. Poftica ejus pars, anteriore
crafliot, ili duos qtiafi lobos erat divifa rànterius
vero extrenlum fubacute convergebat ; atque ex
noeforäs proreptabat incoia > totam hanc the-
eu am inter eundiim oblique liiper corpore luo
geltans: quo tempore aütem is conquiefcebat,
¡“a in folio ad perpendiculum furrefta ila-
bar.
Venniculus Kic, ratipne caiillrafflonis, a
'®a ■ ablud«- Quando is fatis cepit nu.
rolmmt'i i t0" cd0m u n cu laefuae oftio fe fe ad
adtesa,atque intns in Nympham, Ter-
tur n modo> ™ o accenfendam , ^
1 ProoefclV!m,tie n M1ufcam Perelegantem
eft* r ü ? P1Ce dUS Mufcae> Suod
tennae, Th f ntes duae deteguntnr An-
P'Ueruben.0™ ’ item9ue Abdomen ,
Dt> parte nigricant. Caeterum ni-
■
B £eJ"'mkm is, fiö f it t mm, dat het mriaate Titt
van de gulde Pop daar aan het eene eynde altyi
wat huyten uytßeekt g , kn als men het fp infel o-
p en fny t, foo kan men difiinSt- fie n , hoe glad en
tffen het aldaar geweeven is h. Ik fou oneyndig
fyn , foo ik alle de foorten van Motten albier nu
wilde hefchryoen en uytbeelden , waar van dat
men feer ..veSlderley geflagten vind; maar tny
dunkt, dat ik het hier by .m l mag laten, alfoo men
uyt de Uaauvi ligtelyk de Leeuw kennen kan.
V A N E EN IG E W Ü R M k E N S , D IE E V E N
A L S D E M O T IN H A A R E HUY S*
K E N S L E E V E N , EN D E B L A D E R
E N V A N D E P E E R E N , A P PE -
L E N , PR U YM E -B OM E N , EN
K A R S S E N , V E R T E E R E N .
E E R S T E O B S E R V A T I E .
V in deefe fßurmheiis kan ik verfebeyde ende fe e ?
rare foorten vertoonen, waar onder ceriige fyn, dit
haare huyskeni van afgebeeten ßukskens baut maa.
ken, en däardm wel te regt Houtvretterr genoemi
worden .* maar dat fa l mogelyk'op een arider tyt
gefiUeden. Het eerße fobft Van de PPurmkens,
daar it van fpreek, dat wierd my de eerße maal
op een KarJJe-biad vertoont, döOr denErvaarneri en
Vermadrden Heer Lucas Schaght, Profcffor der
oeffenende Geneesbmde te Leyden naderhant bei
ik het 00k op een W illige en E lfe-blad' gevon.
den. Het buysken, daar het in leefde , was van
couleur pikfw art a , heßaande uyt een ßbdrsag-
tige ende rimpelig te famen gefponne materie, van
agttreh Wäs t Bet d lkße, en in twee kwabhen
V trd eeltv a n vooren liep het fpitsagtlg toe, daar
men het Wurmkenfag uyt kruypen, het welk d if
Buysken fchuynsagtig op fyn lichaam droeg , tm
\fy dat Bet ruße, op welke tyt het lootregt ot Bef
blad fiofit.
De ßrultuur van dit Wunnken, körnt niet
kwalyk over een met dat van de Mot. A ls Bet
genoeg gegeeten h eeft, foo fp in t Bet ß g met ■ de o .
pening van fyn Buysken op het blad va fi ; en daar
in verändert het in een Pop van de Derde Order
op de eerße wys , ä e tot een feer aardig F lieg ,
ken vergroeyt b. In bet Hopft, dat fw art is ,ß e t
men twee rootvemige Hoomkens, de Borfi is ten
deele root, en ten deele fw art couleurig , gelyk ook.
de Buytk. Hei beeft vier cierelyke vliefige Fleu-
N n p n n n n n . n geleng.