ferre nequeo : quandoquidem hoc an n o, quo
iilhaec in chartam conjicio , tot alMs negotiis
impeditus fui; ut tempus ad ea recognofcenda
nndequaque mihi defecerit. Hinc iilum labo-
rem in aliud tempus differre cogor ;fifupremo
Numini, qui omnium noftrarum a&ionum gu-
bérnator e f t , placuerit, idopns unquamut a
me perficiatur.
D E V E R M IB U S A P O D IB U S , Q U I IN
N U C E A V E L L A N A R E -
P E R IU N TU R .
Vermes hi adeo funt vulgares facfieque eo-
gnofcendij pc ,eos defcrjhere fere fupervaca-
neum exiftimem. Corpore gaudent molli,
alj?o, pifis hifpido ; Capite rubro .; binisque
tandem P.entibus acumìnatis, quorum ope,
tempore antomnali | npcem fuam perterebrant,
atque inde proreptantes derelinquupt. Quan-
dpque ad aliquot centenos in fundo corbium
& doliorum, in quibus nuces adfervatae fue-
runt, mveniuntur. Saepius equidem mecum
conftitueram, horumce Vermium indolem at-
que ¡naturati* accurate inveftigare : at v d hunc
usque in d;em propolìtum iftud meum exfequi
nondum pomi. Interim nullus dubito, q u in ii,
aeque ac alia omnia Animantia, ex O vo ,
quod in nucum rudimenta a foris ingeriti«-, prp-
creentur : quemadmodum de aliis multis ejusmo-
¿ j Animalciìlis pallini ha&enus commemoravi.
Aridam intra ciftellam haud confervaveris
jftos Vermes: paucarum enim intervallo he-
bdomadum fic detenti moriuntur. A t vero in
arena humidula a me collocati, per integram
h y emem, ad 24tum Marcii usque, fine cibo,
fuperfuerunt. Sub id tempus eorum quidam
ad fubeundam mutationem fefe accingebant.
Q u o quidem vifo, curiofitati meae nimium in-
dulgens, indefmenter adep arenam iftarp iub-
fq d i , vifurps continue, qqidnam illis fiat ;
u t tandem plerosque fauciaverim, ideoque ha-
ftenus nondum viderim, cujusnara Aniraalcu-
Ji in fotmam fucerefcant,
Animadverti e d am , qupd eorum alii aliis
multo profundius fernet in arenam defoderint:
ut hinp nopnalli vel ad q u a r te partis pedis al-
titudinem fubter arenas fuerint devoluti, Te-
jam eorum nunquaqi vidi i imo nec crediderim
eos texere ; quia nudi femper in fabula jace-
bant. Videtur autem mihi extra omnem dubi-
tationem pofitum efle,quod Vermes ifti,cum ,
Nucibus rpfiélis,de Coryiis in terram fefè contu
Fliegkens nietfeggen ; alfoo ik dit jaar, ttrwyljf
dit fc h r y f, door foo veele befigheeden ben beiti
geweeft , dat de tyt my aan alle kanten beef font,
brooken , om dat eens weer naa te fien Soo dot
het op een andere tyd moet verfchooven worden
indien dat het de wille G O D S i s , die al ons
doen alleen moet regeeren.
V A N D E V O E T E L O O S E WURMEN IN
D E H A A S N E U T E N .
Deefe Wurmen fyn fo e gemeen ende kemelfi,
dat ik haar befchryving haafi onnodig agt. Sy
hebben een week wit licbaam dat bayrig is een
root Hooft, en twee fcharpe Tanden , waar meede
fy in de H erffi maanden de Neuten door booren,
die fy dan verlaaten, en daar uyt weg kruypen.
Somtyts fie t men haar by eenige bonderden m.
der in de manden en tonnen leggen, dm men
de Neuten in bewaart heefi. Dikmaals beb ik
voor genomen , deefe Wurmen haar aart en na-
tuur naaukeurig te onderfoeken , maar ik btn
daar tot nog toe in belet geworden, en egtertvry
f e i ik n iet, o f fy worden , gelyk alle andere Die-
ren , uyt een Ey voort geteelt, dat van uytw
dig in de begintfelen der Neuten gebragt mrt,
gelyk ik hier en daar omtrent veele van deefi
Dierkens heb aangeteekent.
In een drooge doos kan men haar niet bewa/k
ren, want fy fierven aldaar binnen weynig
ken. Maar in not o f vogtig fant heb ik haar
de ganfebe winter over, tot op den 24 Maarttoe,
fonder voetfel geconferveert. Op welken tyt eetn-
ge haar tot de verandering begonden te febikken j
maar myn curieusheid was foo groot, om ätfant
geduurig op te graaven , en te fien, Ijoe fy haar
daar in dl droegen , dat ik eyndelyk dan de eene,
dan weer de andere kwam te kwetfen ; foo
tot nog toe niet gefien heb, in wat voor een m
fia lte van een Dier d 0 fe vergroeyen*
lk heb ook geobferveert, dat de eene fig w
dieper in bet fa n t in graaft als de andere, fio^t
eenige haar weleen vierendeel van een voet' duf
in bet fant ingewikkelt hadden. Haar fp nß
1 ik nooit gefien , dat ik ook vertrau .dat f i n
voort brengen, alfoo fy altyt bloot irf ^ j
lagen. A ls deefe Wurmen baar uyt de
onder de boomen in de aarde hegeeve» * J
foo geloof ik ontwyfelbaar > dat Je * ^
fcqlertint, ibi demum in Nymphas transmuten
tur;quae quidem, verno dein tempore, Anima
lisalati forma indutae, intra rudimenta tenella
rum & reeèns pullulantium Nucum fua tunc Ovu-
lareeondunt, e quibus Vermes iftiprognafeun-
tur: quod faneinveftigatu perquam facile foret.
DE VERMIBUS, QjUí IN T E R D U A S
TUNICAS F O L IO R U M A L N I
r e p e r i u n t u r .
O B SE R V A T IO PRIMA.
Augniti 20m®, in Alni foliorum illa fuperficie,
quam tunica interna conftituic, obfervavi, ea
ikiWì. intus - inaeaualiter ibi loci,intus,inaequaliter ,. && aannmguilia aMti«s uann_
fraftibus, exefa fuiffe ; quanquam necforas a:
pertaeflent, nec ferrugineum ijlum eolorem,
¿e quo circa Salicum folia mentionem fe c i ,
iuduiflent, virore prillino etiamnum hnpertita.
Porro interna ifta tunica, excavata , notabili-
ter ibidem ultra folii fuperficiem eminebat, &
* gibbo valuti protuberabat a. Ajterum contra
folii latus, quod tunicá externa inveftitur, exigua
quadam plicatura .concrifpatum cerneba-
I® tur bb: quae quidem vera erat caufa, vi cu-
jus folium latere averfo, quo tunica ejus interna
vifitur, eousque in eonvexum & rotundo-
oblongum tuber extumuerat.
Quum deinde tumorem iftum aperirem ; binas
inter folii tunicas, memoratas, perfetta
mihi fefe offerebat tela , fimiliter comparata,
ac fi a Tineae Verme texta fgifiet. Intra hanc
telam, itidem a me apertam , Chryfallis de-
ì. litefcebatf, ejusdem figurae & conftru6tionis, uti
in Ordine Tertio, Juxta ! mpdum feeundum, in-
fa r i. Exuviae, intraquas Animaleulnm hocce
fpeciem Vermis prae fe tulerat, propter id ja-
cebant. Qjjin vidi edam, illud ope telaefuae,
quam inter binas folii tunicas contexuerat, tu-
nicam exteriorem, modo fupra deferipto, in
plieam contraxiffe. Utroejue a latere iftius tene
fita cereebantur Vermis excrementa. Chry-
lallidis igitur hujusce Vermiculus mirabili fane
ulus erat artificio ad cavernam duas inter ifto-
>»m foliorum tunicas efficiendam, in qua ne-
gonum mutationis fuae commode exfequi pos-
Nec Ovnlum, nec Vermem , hujus Infeffi
fendere .potui j quandoquidem in omni-
M W ^ae « finem perveffigavi j
? enebantur- Vidi Wne, tem-
Ueq CetVUtmh0CCe’ I Vemem’
Ocjfallislfe 1™ praeterlapfum fuifle.
> nucrofcópii adminiculo examivcrariering
m een Pop mdngaah : I welkè k
het voor jàar de gtfiaìtc van een gevleugelt Dier
aangemmen bebbende, dan in de begintfelen van
de teere ende uyt fpruytende Neuten haare Eyeren
er erg t, waar uyt deefe Wurmen haar oorfpronk
neemen, dat fe e r ligtom te onderfoeken fou H efen.
D IE MENT U S S E ¡*
S E N V a n d e b l a d e -
K E N D E R E L S E B O OM E N B E V lN T .
E E R S T E o b s e r v a t i e .
r e H f l 1 ° f ig ik I * W e Hadé.
Z ’u T t mn h!t himenfie vi™ , dat ZJHt e f '" Vm bimen ’ ■T°nder van « P l
I J P “ - f t " ’ W m ende hoekig uyt gewaan
’ Toni d “ l e t^ "‘ d'oene couleur h a i he.
h e ,d ieHfeeeouleurige vermut
vertornde, daar van ik in de bladeren der W illi,
gen gefpntoken heb. V n rtt was dit binnenfte holle
vites aldaar merkelyk hoven de vlakte van het.
^ e r h e e v e n , ende hultagtig uyt gefet a. Maar
»an de kam van bet huytenße v lie s, daar fa g
men , dat het blad met een kleene plooy was te
Jmengevouwengeworden b b , dat de waare eor-
faak was waar om het bladt, aan de fyde van
het btnnenße v lies, in d , rente en hoogte lang-
werptg was uyt gmeeken.
A ls tk m Ut spende, fio vond ik tußchen de
gefeyde twee vliefen van het bladt een volkome
fpmfel leggen , even als o f het van een M ot.
wurm gefponnen was. D itfp in fel meede van mu
geopent fynde, foo bevond lk daar een guide Pon
,n v , i l e van fatfoen ende maalfel was, ab ik
In de derde order op de tweede wys heb aan r e .
tekem. D tt Dierken had fy n afgeßroopte vlies
waar mhet een Wurmken geweefi was, neffem
fig leggen. En ik fa g , dat hy door middelvan
fyn fpm fe l, dat hy tufßhen de twee vliefen van
het bladt geweeven hadt, het huytenße vlies h o i
met een plooy op de befchreeve wys te fernen ge
tra fte . Aan weer fyden van het felv e fpiniet
lagen de myligheeden van de Wurm : foo dat het
Wurmken deefer guide Pop een feer aardige
voni h a i gehruykt, om tußchen de twee vlicieu
deefer' bladeren een holligheid te maaken, om.
daar in bekwaam te veränderen.
Het E y , nog de Wurm van dit Dierken, heb ik
niet hinnen aan treffen, alfoo in alle de bladeren
daar ik haar in fo g t, niet als fpinfels waaren’
waar uyt ik fa g , dal de ty t, om het E y o f de
Wurm te vinden, a l gepajfeert was. Deefe guide
Pop met een vergrootglas befien fynde, 'foo ont-
dekte ik , dat hy degedaante van een tockmendt
E e e e e e e e e z ^