184 SEMPER UHITAS.
ligt meer een tijd vau af breken, dan van opbouwen, meer van
sloopen dan van aanleggen, waar ’t althans buitenplaatsen betreib
Het. hout heeft meer waarde als het valt, dan als het staat en
bouwland geeft meer rente, dan boschgrond.
De grintweg naar den Ho n d s b e r g levert geen belangrijke
gezigtspunten op. De gronden zijn met zomervrucbten bebouwd,
of met dennen en akkermaalshout beteeld. Hier en daar voeren
lanen en zandsporen zijwaarts af en vooral aan onze linkerhand
houden wij voor het meerendeel een houtrijk terrein, waardoor
straks ons pad zal leiden, als wij naar Oisterwijk terug keeren.
Voorloopig achten wij het, bij onze onbekendheid met de land-
streek, het veiligst, den hoofdweg niet te verlaten. Menschen zien
wij niet veel en huizen zijn er niet overvloedig. Bij een der weinige
woningen, een eenvoudige herberg, staat een hooge paal, thans
eenzaam en schijnbaar doelloos. De tuin, blijkens het opschrift
verboden voor wie geen lid is der vereeniging Semper Uni tas,
is op dit uur van den dag zonder gasten. Maar als het schiet-
wedstrijd is, dan wordt de vogel daar hoog in de lucht geplaatst.
Dan vereenigt het in Brabant nog altijd geliefde volksfeest hier
een talrijke schare, om mede te dingen naar den prijs, die juist-
heid van oog en vastheid van hand bekroont, of om getuige te
zijn van de vaardigheid,-waarmede de schutters het doel weten
te treifen. En dan is de weg niet eenzaam. Dan blinken de hooge
witte mutsen der donkeroogige deernen tusschen het groen. Dan
wemelt het van kleurige doeken, voorschoten en rokken, vrolijk
afstekend bij het meer stemmig gewaad, waarin het sterke ge-
slacht zieh op feestdagen dost. Dan schittert het goud van kruis
en oorhangers, en lustig laten de stemmen sich hooren in vrolijke
liederen, door den klank van muziekinstrumenten afgewisseld.
Soms ook betreedt een talrijke volksmenigte, door voertuigen
van allerlei aard voorbij gereden, den grintweg naar den Hondsberg.
Meer verscheidenheid is er in de kleederdragt, want van
ZENDINGSEEESTEN. 185
verschillende kanten komen zij en tot onderscheidene standen
behooren zij. Zeldzaatn prijkt er een kruis op de borst, al heeft
een godsdienstig doel de meesten zamengebragt, zooals uit den
ernst der hier en daar aangeheven psalmliederen blijkt. Ook nieuws-
gierigen ontbreken niet en niet alles, wat er gezien en gehoord
wordt op den weg, draagt juist een gewijd karakter, maar de
aanleiding tot de buitengewone levendigheid tusschen de bouw-
velden en dennenboschjes is toch een der groote volksvergade-
ringen van den nieuwen tijd, die den naam van Z e n d i n g s f
e e s t e n dragen. Een en andermaal werd de Hondsberg door
den eigenaarafgestaanten behoeve van het Z u i d e r - Z e n d i n g s -
feest . Heden is het stil op den weg, maar als wij op den
Hondsberg gekomen zijn en het bosch doorwandelen, dan zien
wij de toebereidselen voor zulk een zamenkomst, die over enkele
dagen gehouden zal worden: houten stellaadjes voor spreekge-
stoelten, loodsen voor eantines, lange zitbanken voor wie zieh
liever op de harde plank neerlaten, dan zieh neder te vlijen in het
mos. ’t Moet een vrolijk tafereel zijn, als zooveel duizenden daar
zijn zamengestroomd onder de hooge, statige dennen! Maar wie
iets dergelijks elders heeft aanschouwd, acht het geen schade,
dat thans nog de plegtige eenzaamheid heerschappij voert in het
schoone bosch.
Ook op zonnige zomerdagen, op zon- en feestdagen vooral,
kan ’t er druk genoeg zijn. Niet enkel uit Oisterwijk, maar uit
de gansche provincie bezoeken talrijke gezelschappen den Hondsberg
en de vreemdelingen, die Noord-Brabant willen leeren kennen
, verzuimen niet ligt een uitstapje naar dit liefelijk oord. ’t Is
heden echter een buijige dag en de weersgesteldheid is te onzeker,
om tot verre rijtoeren uit te lokken. Wij hebben dan ook in het
ruime, goed ingerigte restauratiegebouw de beide verdiepingen
met hun zalen en veranda’s onverdeeld tot onze beschikking en
de kastelein ondervindt het ter dege, dat het rijk der „ouder-
wetsche” zomers uit schijnt te wezen. Toch blijkt het ons, dat
de fortuin den stoutmoedigen günstig is. De nu en dan verrader-
lijk neervallende regen deert ons weinig. Zelfs bragt een onver