het model, waarnaar hij zijn stichting vormde en het overnemen
van dien naam was het bewijs, dat geen aangematigde roem
van oorspronkelijkheid begeerd, maar de groote Verdienste van
het voorbeeld dankbaar erkend werd. Toch was ’t niet louter
navolging. „Ne d e r l a n d s c h ” Me t t r a y mag de stichting heeten
met volle regt. Want het is niet een plant, eenvoudig van vreemden
bodem overgebragt. Naar de eischen van landaard en omstan-
digheden heeft zij zieh zelfstandig ontwikkeld. Niet Fransch, maar
Nederlandsch is zij, ondanks haar’ uitheemschen naam.
Weinige minuten nadat huizen en torenspitsje weerdoor velden
en boschjes aan het oog zijn onttrokken, houdt de trein te Zutfen
stil. Mettray ligt dan ook niet ver van die stad, maar wij heb-
ben toc.h een goed uur noodig, eer wij van het Station de colonie
hebben bereikt. — Van het Station Gor s s e l zou het niet veel
minder zijn geweest, want Mettray behoort wel tot de gemeente
en kerkelijk onder het dorp van dien naam, maar de gemeente
is groot. Het Station ligt een goed eind weegs van het dorp, en
het dorp van het doel onzer reize. I - Wij moeten eerst een deel
der stad door wandelen en komen dan uit op den fraaijen straatweg
naar Deventer. De lange laan van. hooge, zware populieren, die
nog voor weinig jaren een der eigenaardigheden van den omtrek
was, is verdwenen. Voor het grootste gedeelte zijn zij omgewaaid,
of door den storm gebroken; de weinige overgeblevenen werden
omgehouwen. Thans is ’t aanvankelijk een breede, open weg,
met een lijnbaan nevens zieh en een ruim uitzigt over de weiden
en akkers en op het groote ligtgrijze huis eener aanzienlijke
buitenplaats. Wat verder overschaduwt het groen van frissche
accacia’s de voetpaden ter zijde van den rijweg en in het voor-
jaar vervult de geur uit de bloeijende seringenboschjes de lucht.
Wij kruisen de spoorbaan op Winterswijk en weldra treden wij
een statige laan binnen, waaronder de weg zieh in sierlijke
bogten tusschen meidoorns en ander heestergewas slingert. Vooral
bij de günstig bekende uitspanning de L a a t s t e S t u i v e r , met
de forsche boomen op het plein voor het huis en den ruimen
overtuin, is ’t een schoon gedeelte. Hoog is er het hout, eenige
buitenverblijven zijn er aangelegd en ’t verwondert ons niet,
dat Zutfens ingezetenen gaarne herwaarts komen. Er zijn van hier
uit aangename wandelingen te maken in de dennenbosschen en
eikenlanen van het naburige huis d e n Dam en wie den togt
wat verder wil uitstrekken, kan längs de Vo o r s t enhet V e l d e
op den Lochemschen straatweg uitkomen, om over Warnsveld
terug te keeren, of den korteren weg naar Zutfen tegenover
het huis de Voorst inslaan, waarvan wij zooeven het begin, of
het einde, voorbij kwamen. Wij kennen die landstreek reeds en
ons doel ligt ook in een tegenovergestelde rigting. Als wij het
exercitieveld voor de Zutfensche huzaren voorbij zijn, verlaten
wij den grooten weg met zijn boomen en buitentjes voor een’
zijweg, waar een handwijzer naar Mettray wijst. ’t Gaat door een
vriendelijk landschap, längs accacia’s, beuken,hagen en boschjes,
onder de spoorbaan naar Twenthe heen, door een’ rijk begroei-
den hollen weg, om straks weer de ruime vlakte te bereiken,
waar korenvelden hun’ matgouden zomerdos dragen en witte huizen
blinken in de zon. Nog eens gaan wij een’ spoorweg, thans dien
naar Deventer, over en wij zien de torens en daken van Zutfen
reeds op eenigen afstand achter ons oprijzen boven de bouw-
akkers. Weldra vinden wij een hek, dat toegang geeft tot een
iepenlaan en wij zien reeds het hoornlooze vee in de weiden - S
het teeken van onze aankomst op Mettrays grondgebied. Toch
behoort op verre na niet al het läge, vaak door het IJselwater
overstroomde land längs den weg aan de colonie. Wij zien ver-
scheidene boerderijen, die er geen deel van uitmaken. Maar als
wij den tot waterkeering verhoogden dwarsweg over zijn, dan
hebben wij het terrein van Mettray betreden, dan zien wij er
reeds een aantal zijner gebouwen vereenigd rondom de groepen
van hooge eiken en beuken: het kerkje, de boerderij en enkele
witte huisjes van werkbazen of andere aan de inrigting verbonden
personen. Een brug over de gracht brengt ons op het ruime
schaduwrijke plein, waar het huis van den direeteur te midden
der werkplaatsen en woningen van de kweekelingen Staat. Door
den tegenwoordigen direeteur, denheer A. Me e t e r Pzn. , wor