moderne leuning beschermd, overzien wij een heerlijk landschap,
en nog uitgestrekter wordt het, als wij het hoogste punt heb-
ben bereikt: het koepeltorentje op de kap. Beneden ons ligt het
digte hout van het plantsoen en het geboomte, dat op den don-
jon al te welig tiert. Aan het bosch sluiten zieh de daken van
W ijk met zijn statig kerkgebouw aan en daaromheen breiden
zieh 4de vruchtbare velden uit. Bij het Slangenboschje onder-
scheiden wij de boerenhofstede R e in a , die waarschijnlijk een-
maal aan den Rijn heeft gelegen. De breede Lek kronkelt längs
den zwaren dijk en op eenigen afstand zien wij haar nieuwe
bedding, door den Ro o d v o e t gegraven, waardoor een groote
bogt werd afgesneden. Ginds ligt de Betuwe, ’t overal kenbare
spitsje van Ra v e n swa a i uit het houtgewas oprijzend, Zoel -
mon d , Ri jswi jk, K u i l e n b u r g , Bu r e n , de uiterwaarden
met hun vee, de heuvels van Ame r o n g e n , en het doet ons
goed, weer eens vrij en ver in het rond te kunnen zien. Maar
wij hebben tevens gelegenheid op te merken, hoe dringend noodig
vernieuwing van het inge waterde en half vergane hout werk is!
Weer van den toren afgedaald, gissen wij vruchteloos naarde
%ging der talrijke kamers, in den inventaris genoemd. Waar
s bisschops comptoerken met al zijn kleinodien was en de slaap-
kamer, met haar schilderstukken, — de kamer daar boven , even-
eens met schilderijen, waaronder een, met een gordijn bedekt,
dat in eens bisschops huis niet al te goed voegde’— de oratorie,
het bidvertrek, met zijn kerkelijke sieraden, — de kapel met
haar. gewijd gereedschap, of het „cleyn geschilderde saelk'en” ,
met de veertien koppen van gebakken aarde, de kamer boven
de oratorie, vol köstbaarheden, mijns Heeren kamer met haar
wandtapijten, en de eetzaal met het prächtig ledikant en de
koperen kandelaars, van dit alles is niets meer nategaan, even-
min als de plaats, waar de vertrekken der talrijke hofbedienden
lagen. Verdwenen is ook de nederhof, met de paardenstallen en
de slaapplaatsen der geringere beambten en de, kamer boven de
poort, den drost van Coevorden ingeruimd. Veel had bisschop
Filips aan den bürgt gedaan. Door nieuwe gebouwen had hij
dien geriefelijker gemaakt, met schilderstukken, beeldhouwwerken
en andere köstbaarheden had hij het huis versierd. Met genoeg-
zamen krijgsvoorraad had hij ’t voorzien. En vriendelijker her-
innering liet hij er na, toen hij er den 7äen April 1524 over-
leed, dan zijn broeder Da v i d of zijn opvolger H e n d r i k van
Beij eren.
Bisschop David heeft gedurende de 40 jaren van zijn on-
rustig bestuur zieh vrij wat meer op ’t kasteel Duurstede dan
in zijn hoofdstad opgehouden, en aan hem vooral had de .oude
bürgt, zijn vernieuwing en versterking te danken, gelijk zijn ver-
blijf aan het stedeken ten goede kwam. Het was hem dan ook
getrouw en toen de stad Utrecht in 1479 een dagvaart te Kothen
beschreef, om de ontevredenen met ’s bisschops regering in een
verbond te vereenigen, weigerde W ij k er te verschijnen, of zieh
er te laten vertegenwoordigen. De privilegien der stad werden
door hem bevestigd,; met een’ toi, geheven van de goederen
längs Rijn en Lek vervoerd, werd zij begunstigd en als bisschoppe-
lijke muntplaats klom zij in aanzien. Geen wonder, dat hier,
meer dan elders in het Sticht, de nagedachtenis in eere is van
een’ kerkvorst, die alleen door strenge maatregelen en door de
hulp zijner magtige bloedverwanten zijn door zijn onderdanen
niet gewilde heerschappij kon handhaven en tot wiens lof niet
veel kan worden gezegd, dan dat. hij kunsten en wetenschappen
voorstond. De behandeling, den Brederodes aangedaan, vult een
donkere bladzijde in de gesc.hiedenis van het kasteel.
Toen F r e d e r i k van Bad e n den bisschopsstaf verkreeg ,
zag hij zieh genoodzaakt het kasteel voor een goede som gelds
te koopen van Davids broeder F i l i p s , destijds nog admiraal
van Holland, die ’t zeker weinig vermoedde, dat hij eens zijn
opvolger op den bisschoppelijken zetel zou zijn. Onder de meube-
len, in den inventaris beschreven, was een ledikant, van Heer
Frederik afkomstig. Wel heeft ook deze kerkvorst zieh vaak hier
opgehouden, maar veel herinneringen liet zijn 18jarige regering
op Duurstede niet na.
Anders was het met ,/den blaauwen bisschop” , H e n d r i k