wandeling was doorgaans het eigenaardige van bosch of duin,
van polder of bouwstreek, van fabrieknijverheid of landbouw-
bedrijf wat breeder in het licht gesteld. Minder bekende oorden
zijn in den regel het rijkst bedeeld geworden. Wenschte deze of
gene omtrent gewest of plaats van eigen inwoning meer bijzonder-
heden , ’t worde niet vergeten, dat het niet te doen was, orn over
ieder gedeelte een volledige monografie te leveren, — en dat
niet alles van plaatselijk belang, ook voor het. groote publiek
van belang is. Een enkele heeft misschien wel wat voorbij gezien,
dat de wandelingen gedaau en de aanteekeningen uitgewerkt
inoesten worden te midden van vele andere bezighedeii, die
voor den schrijver hoofdzaak waren. Naar juistheid, niet naar
volledigheid kon hij streven. Omtrent de wandeling door Ro t t
e r d am bestaat eenig verschil van gevoelen tusschen hem en
den geachten beoordeelaar in de Gids 1877, Bibi. Alb. IV 590.
Voor de wijze van bewerking neemt hij geenszins den hand-
schoen op, maar hij blijft van meening, dat een stede-beschrijving,
veel meer dan gewoonlijk ’t geval is, ook een beeid moet
trachten te geven van wat er ook bij particulieren op ’t gebied
van kunst en wetenschap te viuden is. In zijn wandeling door
Rotterdam heeft hij getracht, daarvan een proeve te leveren,
in de hoop dat anderen het beter voor Steden als Amsterdam,
den Haag enz. zouden doen.
Overigens
d e n lezer h e i l !
Ro t t e r d am, einde Maart. 1884.
J. CRAAND1JK.
Smmm