schoonste punten wijst hij ons aan, op verschillende bijzonder-
heden maakt hij ons opmerkzaam en dat vergoedt althans eenigs-
zins de beperktheid van onzen tijd.
Het park is voor het publiek alleen onder geleide te bezig-
tigen, maar voor de inwoners van Rozendaal en voor de daar
vertoevende gasten is het met groote vrijgevigheid opengesteld.
Hier is natuurlijk het grootste aandeel ter versiering en verfraaijing
afgestaan aan de kunst, maar zij vond er een natuur, waarmede
iets te doen is. Een allengs oploopend terrein, rijk aan levend
water en een grond, die voor het houtgewas zeer geschikt blijkt,
vergunnen wel, iets schoons tot stand te brengen! Achter het
kasteel liggen eenige groote vijvers boven elkander, waaruit het
heldere water in bruisende vallen neerstort, om eindelijk de
zeer breede slotgracht te vullen en digt bij den grooten weg een’
fraaijen waterval te vormen, half verscholen tusschen heesters
en bloemhout.
Vroeger werd de waterkracht tot het drijven der räderen
van eenige papiermolens gebruikt, — het vriendelijke huis bij
den laatsten waterval is een er van geweest, — maar de con-
currentie tegen de buitenlandsche fabrieken kon niet worden vol-
gehouden en slechts een enkel molenrad wordt op Rozendaal
nog door de beek in'beweging gebragt. De groote vijvers zijn
ingesloten door prächtig hout, dat echter het gezigt op den achter-
gevel van het huis en den zwaren toren openlaat. Overal zijn
uitlokkende rustpunten, niet het minst bij den waterval met de
Tritons en op de bank in de koele grot, waarvan het afstroo-
mend nat als een breed en helder Spiegelglas neerstort. Trotsche
lanen en slingerende voetpaden, längs snelle beekjes, weelderig
begroeide en zacht bemoste kanten, leiden al hooger en hooger.
Bij de indrukwekkende „Zwitsersche partij” , in een enge kloof,
door kloeke dennen overwelfd, is de oorsprong van het water.
Daar weit het uit den grond, om zieh tusschen de steile, prächtig
getinte en met majestueuze beuken en sparren begroeide wanden
als een ruischende beek voort te spoeden. Nog iets hooger vinden
wij een ledige kom, een aardig plekje onder ’t geboomte. Derwaarts
werd in de vorige eeuw het water des nachts door een’
rosmolen opgemalen, om iederen dag de watervallen en vijvers
te'vullen en de fonteinen te doen speien. De overvloedige bron
in de wilde kloof maakt dit. monnikenwerk tegenwoordig overbodig.
Op zonnige voorjaars- en zomerdagen, als de vreemdelingen
uitkomen, hoort men op sommige punten van het park eigen-
aardige geluiden. Hoor dat geratel, met luid gejuich vergezeld.
Zij zijn bezig op de kettingbrug, en een daverend gebrul van goed-
keuring begroet den gelukkige, die met vluggen voet de be-
zwaren der zwalpende, wiegelende planken overwint; nog luidruchtiger
klinken de toonen, als er een onder de poging bezwijkt
en een nat been, of een gekneusde knie haalt. Hoor dat gegil
en gelach. De „bedriegertjes” verrassen de jufferenschaar, in de
beschouwing van het oude grotwerk verdiept. Gij kunt er zeker
van zijn, dat zij, tehuis körnende, veel van de heerlijkheden op
Rozendaal zullen te verteilen hebben, maar dat boven alles de
kettingbrug en de bedriegertjes geloofd zullen worden, als ’t
merkwaardigste en het prettigste van alles.
Ter zijde van het huis, aan den breeden vijver met de hoog
springende fontein, ligt een zeer fraaije galerij, in de vorige
eeuw met veel kunst en smaak met marmer, gekleurde steenen,
schelpen, horens en andere zeegewassen bekleed. Zekere G e b h
a r d t schijnt de kunstenaar te zijn geweest, door wien dit
ouderwetsche maar inderdaad schoone werk is vervaardigd. Het
middelpunt vormt een sierlijke waterval en de beide vleugels
eindigen in rijk getooide kabinetten, terwijl verschillende fonteinen
hun stralen omhoog zenden, wanneer de krauen geopend
worden, ’t Is een koel en liefelijk plekje en gelijk het daar voor
ons ligt in den glans der lentezon, terwijl daar boven tusschen
het rijzige, nog bladerlooze hout de witte vogelkers in weelde-
rigen rijkdom bloeit', is ’t een tafereeltje, om den Schilder van
18äe eeuwsche bouwwerken en costumes in verrukking te brengen.
De baron L u b b e r t Ad o l f To r c k heeft Rozendaal met
deze galerij versierd. Zijn schoonvader, de gouverneur generaal
van Indie J a n van Ho o r n , had er herhaaldelijk een menigte