de markgrafelijke waardigheid vernietigde. Deze hooge Heeren,
die in hnn gebied alle heerlijke regten uitoefenden, bewoonden ge-
durende hun verblijf in de stad het raune en aanzienlijke gebouw,
vvaar thans de veldartillerie is gehuisvest en dat als //bet markiezen-
hof” bekend is. Heeft hier reeds in de 5äe eeuw een slot gestaan,
zoo oud is het hof geenszins. Evenmin is ’t het kasteel, dat de
eerste afzonderlijke Heer er moet gebouwd hebben. De stijl wijst
op een’ lateren tijd. Verbrandden den 17en Mei 1397 allehuizen,
»behalve olyfant en draecke” ,
de neringrijke stad was spoedig Herbouwd en steeg in de 15de
eeuw tot een’ .hoogen trap van voorspoed. In den loop dier eeuw
kan het hof zijn opgetimmerd. Omstreeks 1479 schijnt de //hooge”?
of St. Christoffel-zaal te zijn gesticht, welligt onder toezigt van
den wijdvermaarden K e l d e rma n s uit Mechelen, die in dat jaar
te Bergen kwam ,/om raad te geven over stads wercken” . Natuur-
lijk heeft het ruime en statige pal eis veel geleden. Yan de zaal
zijn alleen de naakte muren nog over. De slanke achtkantige
toren op het binnenplein bij den hoofdingang verloor het eigen-
aardige bovenste gedeelte, dat er het sieraad van uitmaakte. De
bogen aan het plein en aan den grooten, aan de achterzijde uit-
gebouwden vleugel, zijn digtgemetseld. Hier zijn gebouwen weg-
gebroken; ginds zijn hokjes aangeplakt. Tal van vensters zijn ver-
anderd, trapgevels gesloopt, balkons verdwenen. Behalve eenige
overblijfsels van verguldsel in een der vertrekken, is van de pracht,
waarmede eenmaal de zalen eri kamers prijkten geen spoor meer
te vinden. Ook moest naar de nieuwe bestemming de inwendige
inrigting belangrijke wijzigingen ondergaan. Toch is ’t nog wel
te zien, dat het eens een uitgestrekt en aanzienlijk hof is g'eweest.
De voorgevel is nog vrij goed bewaard; het fraaije gesloten bal-
kon aan den zijgevel in de enge straat bleef nog over; de kunstig
gesmeede tralien voor de benedenramen en voor enkele vensters
van de groote achterplaats wekken nog de regtmatige bewonde-
ring, en hier en daar zijn nog werkelijk indrukwekkende gedeel-
ten te vinden. Is er dus reden te over, om het te betrenren,
dat het edele huis in zoo menig opzigt bedorven werd, gansch
onbevredigd laat het bezoek aan de woonstede der oude mark-
graven ons toch niet.
Van wat eenmaal tot zijn’ luister bijdroeg, is ook niet alles
verloren gegaan. Maar wij vinden het elders, op het kloeke, deftige
stadhuis. Daar hangen de afbeeldingen der hooge Heeren,
benevens enkele portretten van vorstelijke personen, hun vereerd,
die vroeger de wanden der hofzalen tooiden. Daar is een eiken-
houten schoorsteenmantel, op marmeren kolommen rustend, en
de groote, rijk versierde grijssteenen schouw uit de St. Chris-
toflfelzaal, met het beeid van dien Heilige, wapenschilden en zinnebeeidige
voorstellingen. Eigenaardig is er nog een ander St. Ghris-
toffelbeeld, waarschijnlijk mede van het hof afkomstig, dat in
plaats van den traditionelen boomstam een geweer in de hand
houdt. Ook de eikenhouten trap op de bovenverdieping wordt
gezegd, van het hof herwaarts te zijn overgebragt. Een moderne
schilderij van den heer van Genk stelt het sterfbed voor van
den tweeden Heer uit het huis de G 1 ime s , den grootvader
van den eersten markgraaf, die onder den min dic.hterlijken bij-
naam van J a n m e t d e l i p p e n bekend is. Behalve deze bij-
zonderheid weet de geschiedenis van hem te verhalen, dat hij benevens
tien echte kinderen uit zijn huwelijk met „la belle blanche”
• Ma r g a r e t h a de St. Simon —• nog veertig bastaarden
naliet, zooals vermeld Staat' onder zijn portret:
»Jan met de lippen alhier
Naar het leven geschilderd zeer fier
Had vijftig kinderen
’t Was allen mans getier
Stierf duizend vierhonderd negentig en vier.”
Hij was waarschijnlijk de stichter der St. Christoflelzaal, die dan
ook met zijn’ schoorsteen op het schilderstuk is afgebeeld. Een
schilderachtig gedeelte van het stadhuis is het pleintje aan den
achtergevel, met den uitgobouwden gang, het traptorentje, dat
het jaartal 1389 draagt, en de bogenrij van den met wilden
wingert begroeiden zijvleugel.