na een beleg van vijf dagen. Sedert bleef het onaangetast, maar
het schijnt allengs te zijn vervallen, terwijl het nieuwe jagthuis
in de rulne den markgraven tot zomerverblijf strekte. Thans is
alles nagenoeg geheel verdwenen en een boerderij neemt de plaats
in van het oude en edele slot. Wij behoeven ons daarvoor dus
niet langer in den omtrek op te houden. Ook rnoeten wij de op
veel te grooten afstand gelegen Wo uws c h e p 1 a n t a g e , een
uitgestrekt dennenbosch, onbezocht laten. Al behoort het tot de
eigenaardigheden der heerlijkheid, ’t zou ons veel te ver van den
weg afleiden. Ons hoofddoel hebben wij bereikt, nu wij de kostbare
koorbanken mogten leeren kennen.
Be r g e n op Zoom is een vrolijke, welgebouwde stad, eer-
tijds een belangrijke vesting. Thans zijn haar verdedigingswerken,
meesterstukken van C o e h o o r n ’s genie, gesiecht. Zij had daar-
door gelegenheid, den kring harer huizen uit te zetten en er zijn
dan ook een aantal nieuwe woningen gebouwd. Vooral bij het
spoorwegstation dagteekent alles uit de laatste jaren. Overigens
vinden wij er wel enkele ouderwetsche gebouwen, maar het beleg
van 1747j maakte de stad nagenoeg geheel tot een’ puinhoop. Het
meerendeel der huizen is dus betrekkelijk nieuw en goed onder-
houden. De straten, die hier en daar een weinig klimmen, zijn
vrij breed en er zijn enkele pleinen, zoodat wij er geenszins de
bekrompenheid en somberheid van menig andere oude vesting aan-
treffen. Er is levendigheid en welvaart door het garnizoen, door
brouwerijen, beeiwortelsuikerf'abrieken en pottenbakkerijen, door
visscherij, handel en scheepvaart. Haar heuvelachtige en bosch-
rijke omstreken zijn fraai en haar ligging nabij de Ooster-Schelde
geeft haar een eigenaardige bekoorlijkheid.
Volgens oude kjonieken had de H. Ge e r t r u i d a . d e doc.hter
van P e pi j n van L a n d e n , hier in de 8ste eeuw een kapel ge-
sticht. Zeker stond er reeds in den aanvang der l l de eeuw een
kerk, gewijd aan den H. L amb e r t u s , den apostel der Taxaudriërs,
bisschop van Maastricht en martelaar. De oudste geschie-
denis der stad schuilt echter in het duister. Eerst na de splitsing
van de heerlijkheid Breda komt er wat meer licht. Dat Heer
Gerard van Wezemale nog in dat zelfde jaar de plaats met muren
omringde en dat zij aan het gansche gebied haar’ naam gaf, be-
wijst, dat zij toen reeds eenige beteekenis had. Na Gerard van
Wezemale verkreeg zijn zoon A r n o u d de heerlijkheid. Zijn
dochter bragt haar aan Al b e r t van Vo o r n e en hunne dochter
aan J a n v an Va l k e n b u r g . Dit huwelijk bleef kinderloos en
door verkoop kwam Bergen aan het geslacht B a u t e r s em, en
in 1418 door huwelijk aan dat van de Gl imes. Uit dit huis,
door bastaardij uit Brabant gesproten, volgden eenige Heeren
elkander op, waaronder An t o n i u s , die in 1533 zijn heerlijkheid
door Keizer Karel Y tot een markgraafschap verheven zag
en de ongelukkige edel man, J a n de Gl ime s , de tweede mar-
kies, die door de Verbünden edelen naar Filips II afgevaardigd,
in 1567 in Spanje den dood vond. Hij was de laatste mannelijke
afstammeling uit het edele geslacht en het markiezaat werd ten
behoeve des konings aangeslagen. J a n v an Wi t h em, met een
nicht van den laatsten markgraaf gehuwd, kreeg in 1577 de be-
zitting en trachtte 1 herhaaldelijk, haar onder de gehoorzaamheid
aan den koning te brengen. ’t Gelukte hem met zijn slot te Wouw,
niet met zijn stad Bergen. De pborters verzetten zieh met kracht
en namen Staatsche bezetting in. Vergeefs werd beproefd, haar
door verraad te winnen of bij verrassing te vermeesteren. Vergeefs
belegerde Parma de stad in 1588 en Spinola in 1622. Eerst
in 1747 werd „de ongerepte inaagd” , de nooit overwonnen veste,
na een hevig bombardement door de Franschen genomen. De
regerende farniliën wisselden elkander voortdurend af. Nagenoeg
niet anders dan dochters werden den markgraven geboren, en
zoo kwam de heerlijkheid achtereenvolgens door huwelijk aan
He rma n en Al b e r t van ’s He e r e n b e r g , E i t h e l F re de -
r i k , prins v an Ho h e n z o l l e r n , E r e d e r i k Ma u r i t s de la
To u r d’Au v e r g n e en diens zoon F r a n ç o i s Ego n , eindelijk
aan de hertogen van Su l z b a c h , totdat de omwenteling van 1795