de portretten van Gi j sber t van Ha r d e n b r o e k en Me g t e l d
van Re e d e van R e n s w o u d e . Hij bezat het kasteel niet, maar
is de stainvader der latere Heeren sedert 1/ 48. Als commandant van
Hulst is hij in 1658 gestorven. Yoorts zijn er die van He n d r i k
Gi j sber t , die in 1686 het huis verkocht; van G i j s b e r t J a n ,
eerst Heer van Groenewoude, later van Hinderstein, gehuwd met
An n a M a r i a van M a r l o t en in 1698 overleden, en van een’
zoon van Heer G i j s b r e c h t VII, van 1505 tot 1532 Heer van
Hardenbroek. De meeste portretten hangen op de bovenzaal. Het
oudste is van Heer J o h a n , gestorven in 1505, geschilderd door
J. v an Zul en; het jongste van baron J o h a n Ado l f , die in
1860 het huis aan zijn’ broeder, den tegenwoordigen eigenaar,
verkocht. Daar tusschen is een gansche reeks van Edelen en
Vrouwen: Heer Gi j sber t VII en zijn leenvolger Heer J o o s t ,
„grietman van Colmerlandt en Colmerstad” , met hunne echtge-
nooten; Heer J o a c h im , op eene schilderij met J o h a n n a van
He e r j a n s d am; en andere familieleden, als Heer Gi j s b e r t ,
kanunik van Oudmunster, Carel Fi l ip, maarschalk van Abcoude,
in 1676 gesneuveld, J o h a n , met diens echtgenöote, de vrouwe
van Sterkenburg, Gi j sber t J o h a n , die in verschillende hooge
betrekkingen den lande heeft gediend en bij zijn’ dood in 1789.
een merkwaardig geheim journaal uit den patriottentijd naliet.
Bovendien zijn er de afbeeldingen van een aantal dochters uit
het huis Hardenbroek, waaronder enkeleu in geestelijk gewaad,
en anderen met hare echtgenooten, als de Heeren van B o e t s e-
l a a r , Zui j len van Ni je ve l d , van Tui j l l . Van den laat-
ste is ’t een prächtig geschilderd portret in den tränt van Frans
Hals. Rijk is ook overigens de verzameling aan beeldtenissen
van geslachten, met Hardenbroek vermaagschapt, Re n e s a e ,
Reede, Mar lot , Va l ck e na er , Mat e n e s s e , Ha lm a e l e ,
Ca s emb r o o t , Zui j len, Va r i ck, van Gelder , de Cupere,
van der Mei j le, allen met hun wapens en kwartieren, ten
deele op de zaal, ten deele op den zijgang en op den gang boven
de vestibule te vinden, terwijl er bovendien niet weinige portret-
ten zijn, door geen wapen of andere aanwijzing te bepalen. Daaronder
zijn er van hoogen ouderdom en van niet geringe kunst-
waarde. Van de hand van Moreelse zijn Heer J a n v an R e e d e
van Re n swo u d e , ridder van de Deensche orde van den Olifant,
en zijne gemalin J a c omi n a van Eden. Een harer voor-
vaderen is afgebeeld met het Jeruzalems-kruis en met het versje:
Ick Johan van Eden: sag die steede: waar God wou sterven:
veel deden: om onsen vrede: eeuwiglijk te werven. A°. 1525. Een.
ander merkwaardig portret is dat met het onderschrift: //Anno
1505 stierf Heer Go d e r t van Ro s s um en was die 24ste land-
commandeur van de balije van Utrecht, God heb die ziel.” Be-
langrijk ook is de afbeelding van Wi l l em J o s e f van Ge n d t ,
den wakkeren luitenant-admiraal, en die van G ij s b e r t van
Mat e n e s s e , den cchtgenoot van An t o n e t t e van Aeswi jn.
Op koper geschilderd zijn de portretten van koning Ka r e l II
van Engeland en van J a c o b Ma g n u s , burgemeester van Middelburg,
in 1607 uit Denemarken gekomen.
Aan de breede rei der edelen, wier aangezigt door ’t penseel
voor het nageslacht is bewaard, sluit zieh hetarchief, op het ruime
bovenportaal gehuisvest. De tijd vergunt natuurlijk n ie t, zelfs
maar oppervlakkig dien schat te overzien. Wij vergenoegen ons
met een’ blik op een aantal perkamenten en zegels en op eenige
stamboomen, met tal van wapens, waarvan wij ook in eene der
benedenkamers nog een aantal aantreffen. Voor genealogie en
heraldiek zijn hier rijke bronnen en zeer verdient de aandacht
een fraai geschreven en ge'illustreerd handschrift van de k r o -
n i e k van Ve l d e n a a r en een album met wapens en keurig
geteekende vrouwenfiguren, uit het begin der 17de eeuw. Wij
vertoeven lang binnen de muren van de deftige ridderhofstad,
waar zooveel is te zien en bij afwezigheid van den eigenaar neemt
de zoon des huizes, de jonker van Hardenbroek, de honneurs
van het kasteel zijner vaderen waar op een wijze, die ons slechts
een ding doet betreuren dat wij nog niet veel meer tijd aan het
bezigtigen van zooveel merkwaardigs besteden kunnen.
Het huis Hardenbroek, oorspronkelijk een leen van Sterkenburg,
werd in 1390 in leen aan Vianen opgedragen. In 1686