deernis troffen zij siecht. In hun overhaasting legden zij de deerlijk
gewonde nog levende in de kist. Een barmhartig soldaat, die er
een einde aan wilde maken, schoot haar kleed in brand. Anderen
snelden met hun steken vol water aan, om het vuur te blusschen.
’t Was een afgrijselijk tooneel. Gelukkig was het het laatste. Op
het einde van November werd de staat van beleg öpgeheven,
met een gemoedelijke en zalvende proclamatie. Daar was een
vreeselijk voorbeeld gesteld en de dierbare „vrijheid” werd in
den Achterhoek niet meer bedreigd. Weinige jaren later zou ge-
meenschappelijke eilende het verwoestend vuur der partijschap
dooven en de openbare meening algemeen den geregtelijken moord,
op de freule van Dorth gepleegd, als een gruwel brandmerken.
Maar in 1799 werden de regiere jplltwee Amsterdamsehe en drie
Utrechtsche burgersoldaten S- als helden en redders van het vader-
land bewierookt.
In het dorp is verreweg het aanzienlijkste gebouw de groote
Hervormde kerk, met haar’ hoogen Vierkanten, door een achtkantige
spits bekroonden toren. Kerk en toren zijn deels van
baksteen, deels van fraaijen grijzen steen opgemetseld. In het
jaar 1507 werd op den 3den September de eerste. steen van het
kloeke gesticht gelegd. De oude kerk, die slechts met een’ kleinen
toren prijkte, stond op dezelfde plaats en schijnt in de nieuwe
verbouwd te zijn. Door ouderdom is dus dit bedehuis niet bij-
zonder opmerkelijk, gelijk ook de bouwstijl weinig merkwaar-
digs heeft, maar het getuigt voor de beteekenis van Winterswijk
in den aanvang der 16de eeuw, dat de plaats zulk een ruime
kerk noodig had en optrekken kon. Mag de overlevering worden
geloofd, dan ging bijna de gansche bevolking, met den pastoor
aan het hoofd, tot de Hervorming over. De R. Catholieken, die
er ook in de vorige eeuw reeds vrij talrijk waren, maar destijds
in het Munstersche hun godsdienstpligten moesten gaan vervul-
len, bouwden voor eenige jaren in de lange, breede straat, die
op den grintweg naar Bredevoort uitloopt, een fraaije kerk , waar-
aan echter de toren nog ontbreekt, terwijl de Doopsgezinden ,
van ouds hier gevestigd, niet ver van de markt een eenvoudig
vermaanhuis hebben, van de straat weinig in ’t oog vallend,
maar bii het rondwandelen van het dorp aan zijn hoog, zwaar
dak te herkennen. Ook de Chr. Gereformeerden en de Israelieten
hebben er hun bedehuizen. Yan de overige openbare gebouwen
trekken vooral het gemeentehuis met de boterwaag en de H. B.
School de aandacht. De laatste zullen wij nader leeren kennen,
maar voorloopig behoeft niets ons terug te houden , om zoo spoedig
mogelijk onzen togt in den omtrek te beginnen.
Aan het vrij groote, grijze huis, onmiddellijk bij het dorp
aan den grintweg gelegen, met een weide er voor en welig
wassend plantsoen er om heen, zijn geen geschiedkundige her-
inneringen verbonden. ’t Is een tamelijk nieuwe plaats, de He i t
erkamp, door Winterswijks burgemeester bewoond. Heeft onze
weg de spoorbaan gekruist en zijn wij een paar welvarende, in
het hout gelegen boerderijen voorbij, dan vertoont zieh een w it,
wat meer ouderwetsch, hoewel toch ook sterk gem'oderniseerd
en weinig belangrijk gebouw, dat in vroeger tijd niet zonder
beteekenis was. ’t Is de voormalige adellijke huizinge de P i e k e n pol.
De dikke muren van de kelders en van de daar boven gelegen
zaal bewaren de herinnering aan het oude huis, volgens
overlevering in „den Eranschen tijd” grootendeels verbrand en
in het midden der vorige eeuw reeds zeer in verval en ver boven
de waarde bezwaard. Eertijds was de Piekenpol het middelpunt
eener uitgestrekte bezitting en in ’t bezit van belangrijke regten,
waaronder dat van asyl wordt genöemd, maar allengs werden
de meeste gronden en hofsteden vervreemd. Langen tijd behoorde
het goed aan de Duitsche familie v o n G r a e s , naar wier naam
het ook wel genoemd wordt. De wakkere bevelhebber van Groenlo,
Ma t t h i j s van Du l k e n , die in 1627 de stad zoo kloekmoedig