Leuven. een beurs ten behoeve van een’ arm Kuilenburgsch student.
Eindelijk verrees, tengevolge harer begeerte, na haar overlijden
in 1555, het Weeshuis. ’t Is een groot gebouw, met poort en
binnenplein, waar thans elf weezen worden verpleegd. Boven
de poort en in den gevel van het hoofdgebouw prijken de wapens
van Lalaing en Culemborg. Yooral merkwaardig is het om de
schilderijen, er bewaard. In de groote vestibule hangt een be-
langrijk altaarstuk, het Avondmaal voorstellende, terwijl daar
en in de regentenkamer eenige opmerkelijke afbeeldingen worden
gevonden. Een er van stelt Vrouw Elisabeth zelve voor, in jeug-
digen leeftijd, met haar beide echtgenooten en eenige weezen;
een tweede vertoont haar, evenzeer met de twee hooge Heeren,
maar zonder de weezen. De beide graven uit het huis van
Pallant op hun doodbed, waarvan vooral Floris II goed geschil-
derd is, vinden er hun plaats. De stedebeschrijver van Kuilen-
burg, Voet. v an On d h e u s d e n , verhaalt, dat deze portretten
eerst op het nederhof van het oude kasteel in de raadkamer
hingen en later naar het weeshuis werden overgebragt, maar in
1750 door protectoren zijn „weggedaan” . Gelukkig zijn zij blijk-
baar niet voor goed verdwenen. Die van Henrik Wolrad en
George Frederiks plot.seling gestorven zoon Carel Gustaf, ook
op hun doodbed geschilderd en eveneens ,/weggedaan”, schijnen
niet terug gevonden. Graaf Filips II met zijn gemalin, in 1617
geschilderd, komt nog eens voor. Ook zijn er eenige graven uit
het huis Waldeck met hun gemalinnen, behalve een fraai portret.
van prins Maurits van Portugal en van een’ der rentmeesters. ’t Is
een niet zeer groote, maar hoogst belangrijke verzameling, Ook
een oud kannetje en een zilveren beker op de regentenkamer
verdienen de aandacht, gelijk de tuin met zijn’ vruchtbaren abri-
kozenboom en zijn schilderachtige stadsgezigten op Weissen-
bruchsche muren en daken wel een kort bezoek waard is.
De zon is inmiddels doorgebroken en de t.ijd stond niet stil. Wij
moeten verder. Lang genoeg hebben wij ons hier misschien reeds
opgehouden. Maar Kuilenburg is door zijn geschiedenis een belangrijke
plaats. Haar lotgevallen zijn naauw verbonden aan allerlei
IN HIST GRAAPSCHAP BUBEN. 153
gewigtige gebeurtenissen uit de geschiedenis onzer gewesten. Onder
haar Heeren zijn er van groote beteekenis, haar burgers lieten
zieh meer dan eens gelden. Tal van bijzonderheden verdienen ver-
melding. Het archief is rijk en de bronnen vloeijen * milder dan
van menig andere stad. De geschiedschrijver zou een rijk en aan-
trekkelijk onderwerp vinden, als hij zieh neerzette om een tafereel
van haar verleden te ontwerpen. Tot onze taak en bevoegdheid
behoort het niet.
Bij langer vertoef hadden wij zeker het oude huisje, de voor-
malige kapel van Redichem, niet onbezocht gelaten, evenmin als
het merkwaardig kunstgewrocht uit den nieuwen tijd, de schoone
spoorwegbrug met haar reusachtige spanning. Maar men kan niet
alles zien, waar op een’ enkelen dag nog zooveel te zien overblijft.
--------------------- J u u u g x u i t u » »V/ l l H IW I 5
nu het uitgestrekte vruchtbare landschap overgoten wordt, met
den glans der zon, nu en dan afgewisseld door de zware scha-
duwen der wolken, die de frissche wind längs den helder
blaauwen hemel jaagt. Welig staan de vruchten te velde; aard-
appels en mangelworteis, paardeboonen en klaver, haver en
erwten , rogge en tarwe wisselen elkander af op de akkers;
boomgaarden, waarin de jonge stammen door teenen horden
tegen het vee zijn beveiligd, wilgen en populieren längs wegen
en slooten, hofsteden en hooibergen, half achter het groen der
iepen verborgen; de zware dijk op körten afstand, kerktorens
van verre en nabij, de lange Burensche laan en het boschje
van Ravenswaai, de witte grintweg tusschen akkers en weiden,
dit alles vormt een vrolijk en opwekkend geheel en ’t ziet er
alles bloeijend en welvarend uit. Goed gevoerd zijn de sterke
paarden, goed gekleed de stevige arbeiders, die wij tegenkomen,
goed bewerkt zijn de bouwlanden, goed onderhouden de boerde-
rijen. En een schoon dorp is Beusichem, waar al spoedig onze
weg ons doorheen voert. Forsch is het houtgewas rondom de
ü U