van Ur s u l a van Ra e s f e i t , de gunsteling van koning Willem,
was hij niet. De keurvorst van Brandenburg zal wel de hoogste
markt niet gerekend hebben voor de 800 zware eiken boomen,
die tot den herbouw der verwoeste woning in de bosschen van
Berlijn geveld mogten worden, m a a r’t laat zieh nagaan, dat een
stichting als deze buitendien reeds schatten verslinden moest!
Is het kasteel op zieh zelf dus reeds een getuige van de wel-
vaart, die er nog heerschte in de Republiek, ter naauwernood
weer opgerigt van de slagen, die haar in de noodlottige jaren
1672 en 73 getroffen hadden, ’t is vooral belangrijk om de oude
meubelen en om de talrijke schilderstukken, waarmede ’t ver-
sierd is. Zooais te verwachten is , hebben wij onderscheidene per-
sonen, hier afgebeeld, ook reeds op Middachten gezien, -4- beide
huizen toch waren lang in dezelfde familie, maar wij treffen
hier toch ook zoovelen aan , die wij daar niet vonden, dat beide
verzamelingen elkander aanvullen en te zamen een opmerkelijk
geheel vormen. Het plafond der vestibule is door Wi l lem van
Ni jmegen beschilderd met de wapens van Go d a r d Ad r i a a n
en zijne gemahn Ma r g a r e t h a T um o r . Aan den wand hangt
de stamboom der Reed es en een platte grond van de tuinen
van Middachten uit de eerste helft der 18de eeuw. Fraaije pullen
en andere kostbaarheden zijn er tentoongesteld; twee schilderstukken
, e e n s a t y r , d o o r P an in s l aa p g ema a k t en een
zeer schoone voorstelling van de fabel de w o l f e n het: lam
versieren het ruime voorhuis. Links daarvan ligt de bibliotheek,
met kostbare boeken en rijke banden, antieke behangsels en
meubels en allerlei voorwerpen van weelde en kunst en met por-
tretten van de aartshertogen Albertus en Isabella, van den vijf-
den graaf van Athlohe, van de echtgenooten der graven Frede-
rik Christiaan en Frederik Willem, van een gravin van der Heijden
en van een onbekende, door Boogaards geschilderd. En in het
kabinet daarachter, tot studeerkamer ingerigt, wordt ouze aan-
dacht getrokken door een eenvoudige houten plank, waarop eenige
gravures zijn vastgehecht. Bij nadere beschouwing blijkt het een
hoogst bedriegelijk geschilderd doek, waarop met het penseel
zoowel het hout als de gravure met uitnemende kunst is nage-
bootst. De achterkamer aan de andere zijde der galerij is behängen
met gobelins, evenals het muurwerk van dit gedeelte bij
den brand gespaard en dus nog van het oude huis afkomstig.
Boven de gangdeur hangt de afbeelding van Wi l l em van
Nas s a u Z u i l e s t e i n , eersten graaf van Ro c h f o r t , Frederik
Hendriks kleinzoon. Fraaije drinkglazen en bokalen zijn in deze
kamer te zien. Rijk aan kostbaarheden van allerlei aard is de
daaraan grenzende groote zaal. In de allereerste plaats mag vermeld
worden een merkwaardig album, aangelegd door Anna
van den B o e t s e l a a r i n 1612 met Go d a r d van Re e d e
gehuwd, de moeder des stichters van het. tegenwoordige kasteel.
Er komen een menigte handteekeningen van bekende en beroemde
personen uit de geschiedenis dier dagen in voor: Philippe de
Nassau, prince d’Orange, — Leonora de Bourbon, Emanuel
de Portugal, — Maurice -— Marie de Nassau, de gemalin van
graaf Hohenlohe, — Floris van Culemborg en zijn gemalin, en
tal- van anderen; een hoogst belangrijke verzameling, opgeluisterd
door miniaturen, deels van zeldzame uitvoerigheid, teekeningen,
wapens, spreuken,( versjes en wat dies meer zij. De beide schoor-
steenen tegenover elkander, met marmeren kolommen en koperen
vuurhaarden, het prächtig plafond, de vergulde stoelen met ge-
bloemd damasten zittingen, de antieke kasten, geven aan deze
zaal een rijk en deftig voorkomen, en de talrijke schilderstukken
dragen het hunne daartoe bij. Boven den eenen schoorsteen
hangt de groote. keurvorst, boven den anderen Louise Henriette,
beiden te paard. De vakken daarnevens zijn ingenomen
door Frederik I , koning van Pruisen en zijn koningin, en door
een ander portret van den keurvorst en dat van keizer Rarel VI,
alsmede door twee zoons van den eersten graaf van A t h i one,
Reinhard, Heer van Middachten, en Jacob. Een derde zoon,
Willem, gesneuveld in 1702, is afgebeeld op een schilderij aan
den wand tegenover de vensters, evenals zijn vader, driekinderen
van den tweeden graaf van Athlone en van Henriette van Nassau
Zuilestein, en Diderik Adolf, zoon van Godard van Reede en