in overvloed, sprekende van lang vervlogen dagen met hun wel
en hun wee, van het heden met al zijn afwisseling, wij kunnen
uit dien rijken schat niet meer putten, nu de grens is bepaald,
waarbij de wandelstaf moet worden neergelegd, om de perken
der bescheidenheid niet al te zeer te buiten te gaan. Waar zou-
den wij beter kunnen scheiden dan hier — op een plaats , aan
opwekkende en beschämende herinneringen, aan ernstige lessen
en waarschuwingen zoo rijk, als L o e v e s t e i n !
AA NT E EKENINGEN.
Betreffende de koorbanken te Won w, in de vorige Afl. bl z. 348 vermeld,
ontving ik van den heer A. J. L. de Roock te Bergen op Zoom nog eenige
mededeelingen, volgens welke de naam Spanocb in van Spano ghe en
Bonva rd in Bo n v a r t veranderd moet worden. De 28 groote beeiden zijn
van de band van Ar thn r Qn e i l in ns den jonge en van eenige leden der
kunstenaarsfamilie Wi l l ein sen. De kleinere beeiden en bet loofwerk worden
opgegeven als door Hen dr ik Ve rb ru g g en Jr. en andere voorname
beeldbonwers vervaardigd. De abt leverde het bont en betaalde / 10846.—
aan werkloon. De orgelkast in de kerk is ook van Bonvart.
Dr. Johan Win k l e r te Haarlem maakt mij vriendelijk opmerkzaam op
de font, bl. 366, (die ook wel elders in de Wa n d e l in gen gemaakt is ),
dat ik Saks er s met, Saksen verwarde. ’t Moet Sak sen zijn. (Vg.zijnop-
stel daarover in de Na v o r s che r 1875 (deel XXV) bl. 508.
Over de in deze Afl. bebandeldo plaatsen en landstreken, oudtijds tot Teis-
terbant beboorende, is o. a. te vergelijken v a n Sp a en , Inl . Deel III.
Uit het hnis van Be rg waren Heeren van Hedel: Wi l l em, Heer van
Berg, -j- 1465; Lndol f , diens tweede zoon, de stich ter van de "nog in
Frankrijk bloeijende grafelijke familie v a n Bred a , aan wiens geschiedenis
nog steeds vrij wat geheimzinnigbeid is verbonden en die afstand deed van
zijn goederen hier te lande; Er ed e r ik , f 1513, tweede zoon van Oswald,
oersten graaf van Berg;'Oswald II, graaf van Berg, f 1546; diens zoon
Wi l l em IV, voortdnrend in twist levende met zijn’ broeder Er ed e r ik ,
die van 1577 tot 1580 Hedel in bezit bad; Willem’s zonen Ado l f , f 1609,
Herman, marquis van Bergen op Zoom, en bij opdragt van dezen, Hendrik,
beleend in 1610. Na d,iens dood in 1638 k warn Hedel aan zijne dochter
El i s a b e t h , »princesse van Solnre” (H o henz o l l em ) , in 1686 opgevolgd
door hare dochter He n r i e t t e Franço i s e , gebuwd met Er ed e r ik M a u-
r i t s de La Tour d ’Auve rgne . Godefroy Frederik van de Pol, drossaert
van Hedel, is bulder. (Uit bet »Leenboeck, beginnende met jaere 1684,”
gemerkt Z, fol. 59 verso, § 4, Arcbief van Gelderland.)
Godefroy Erederyck van de, Pol laet approberen de koop tussen hem en
de princes van Auergne den laesten Oct. 1698 ingegaen, en deselue regis-
treren. Den 19en December 1698.
Die van de Rekening in Gelderlant hebben uit kragt van ’s Landscbaps
resolutie van den 6 April 1699 gebruikt bet regt van nastinge van de voor-
gaende koop om dit leen der Landschaps demeinen te annexeren en bet directum
met bet utile dominium te consolideren den 12en April 1699.
Adriaen menten præsenteert de koopspenningen aen Godefroy Frederick
van de Pol en Piter François Ingenra den 25 May 1699.
Adriaen Menten, als Verwalter Lantrentmester Generaei, uit kragt van
autorisatie van de Rekenkamer deser provincie verbint dit leen ten beboeve
van Johan Pesters met twe duisent vijf bondert gl.; nog eèns met twe dui-
sent vijf bondert gl.; en dan nog eens met twe duisent guldens den 28e
May 1699.
Idem in deselve qualiteit verbint dit leen ten beboeve van Nicolaes Bevelot
voor drie duisent guldens, eod. die.
Idem verbint dit leen ten beboeve van Hugo de Vir jeu voor seven duisent
gl. den 12 Aug. 1699.
Hendrik Oswald de Latour d’Auvergne voor sig self en bij incapaciteit
van sijn oudste broeder Maurits de Latour d’Auvergne Malteser Ridder,
momber van sijn twe onmundige broeders, erve sijns moeders, El i s a b e t ,
(lees : H e n r i ë 11 e Fr a n ç o i s e ) , beleent den 9e Septt. 1699.
Huld er Francois Piter Ingenrae.
Idem prose et qq : draegt dit Leen op in handen van de Stadthouder der
lenen om daer weder mede te belenen Godefroy Frederick van de Pol. eod. die.
Georg Ripperda, Hr. van Verwolden, Stadtholder Lenen gaat dat versoek
voorbij en naest dit leen voor de Staten deses Furstendoms en Graefschaps,
beboudens nogtans dat de voorn : heerlijkheit worde geconserveerd in alle bare
regten prærogativen, eminentien en regalien &c. waarvan deselve voor desen
oijt gejouisseert heeft gehad. eod. die.
(Uit bet Leenregister van Nijmegen fol: 316, mij verstrekt door
den Archivaris van Gelderland, Mr. J. F. Bijleveld.)
In het arcbief van Gelderland berust een kaart van Hedel van 17§§,
waarop een afbeelding van bet kasteel voorkomt, die veel gelijkt op die in