woond, de meestep zijn goed onderhouden , niet onaanzienlijk is
het getal groote, deftige gevels. Lange tuimnuren, uitgestrekte
uioeshoven en boomgaarden midden in de stad, — verdachte
teekenen van voorinalige grootheid,— vinden wij hier niet. Alleen
bij de kei'k, die tamelijk in een’ uithoek gebouwd is , worden
zij aangetroffen. Dit gedeelte was trouwens nooit digt bebouwd.
Daar lagen van onds eenige kloosters met hun terreinen. Da(|
van St. Ca t h a r i n a , in den geweldigen brand van 1548, die
binnen zijn muren uitbrak, ten deele vermeid, sedert herbouwd,
in 1572 geplunderd, later tot woning voor de Engelsche gouver-
neurs en de bevelhebbers der Staatsche bezetting ingerigt, is ge-
heel verdwenen. Alleen een klein huisje, dat er toe behoorde,
draagt nog den naam van het Comma n d e u r s h o f . Van het
B r i g i t t e n k l o o s t e r is nog een antiek tuinpoortje over. Van
de kloosters der Cellebroeders en der Broodzusters is niets meer
te vinden. De -plaats er van is ten deele door straten, ten deele
door kleine huisjes- ingenomen. Hier zijn de roo’de daken en
witte muren der uederige achterbuurt half achter bloeijende vrucht-
boomen verborgen. De hooge iepen rondom de kerk en de digte
klimop, die een gedeelte van haar grijze steenen bedekt, vormen
daarmede een schilderachtig geheel, maar wij zouden ons hier in
een doode stad verplaatst achten, waar ’t geboomte de menschelijke
woningen had vervangen. Tot voor weinig jaren was ook het ruime,
niet ver van daar gelegen veld, .waar tot 1814 de St. Pieters-
kerk van Maarland stond, w.oest en ledig. Thans is ’t een fraai
en vriendelijk gedeelte der stad. Daar is een frisch plantsoen met
grasperken, heesters en bloemen. Daar prijkt het schoone, zij
het dan ook voor een monument wat al te kleine beeid, door
J. Ph. Ko e lma n ontworpen, de veelbesproken ;,nymph” , in
1872 op het derde eeuwfeest van Brielles verovering onthuld. Daar
liggeii de eenvoudig nette, grootendeels op kosten van Mr. Alexander
Ver Huel l in renaissancestijl gebouwde huisjes voor de oude
pikbroeken, die er een’ kalmen levensavond kunnen doorbrengen ,
tenzij de dood van moeder de vrouw hen meedoogenloos uit hun
wasyl” verdrijft. Want alleen gehuwden mögen er wonen en de
stad is juist niet bijzonder ingenomen met de eer , van binnen
haar muren het toevlugtsoord voor zeelieden te herbergen, met
de kans ’t getal harer armlastigen niet onbelangnjk te zien toe-
nemen door de hoogbejaarde weduwnaars en weduwen Wien
’t asyl verder geen verblijfplaats aanbiedt. Het gesticht draagt
intusschen niet weinig bij tot versiering van de stad en vooral
het middengebouw, waar de directeur woont en het bestuur zi]n
vergaderzaal heeft, is goed van stijl en fraai van vorm.
Oude geveltjes zijn in den Briel niet zeldzaam en gevelsteenen
worden er nog in tamelijk grooten getale aangetroffen. Er zijn
er bij, goed bewerkt en goed bewaard; anderen zijn van wemig
kunstwaarde of door de kwast bedorven. Een reusachtig groote,
in den gevel van het „geuzengestichft gemetseld, is van jonge
dagteekening. Min of meer historische herinneringen zijn verbonden
aan ,,’t hooft van de Maer e l ant , ” 1611, thans een menschen-
hoofd — hebben wij bij dien naam aan. een havenhoofd te denken ?
Van het grijs verleden spreekt de uitvoerig bearbeide steen met
voorstellingen van kranken en verminkten en met het onderschrift:
A°. 1293 bij H. van K a t s geeu nd e er t
D aARNA IN 12 JA AR TIJDS 2 MAAL DOOR BRAND GERASEERT.
Dit geldt het gasthuis op het Z u i d e i n d e , - een ouderwetsch ge-
bouw, een stichting van den priester Hendrik van Cats. Andere
steenen verhalen van Brielsche nering en bedrijf.
I n d e e n c o o p v a e r d e r
lezen wij onder de afbeelding van een schip. Ginds vinden wij
een haringbuis van 1607. Eiders:
D it is in de k o r ema e t .
Een fraaije steen met. wapen, opgevouwen laken en droogscheer-
dersschaar van 1612 draagt den naam:
: ’t Goud e l aken.
Geestige gekleurde beeldjes, passer, winkelhaak, hamer en troffel
vertegenwoordigen de bouwmeesters; het huis van den metselaar
wordt door zijn gereedschap aangewezen. Grutmolen en bekranste
os duiden op grutter en slagter- een aardige steen met school •