duiden en hij is hoog genoeg, om een’ ruimen blik over het
omliggende land te vergunnen, niet zoo hoog, dat de vergezigten
verward en onduidelijk worden. Voor ons is hij op de regte maat
en geenszins onverdiend is de goede naam , die er in den lande
van uitgaat.
Bij de boschwachterswoning op den vlakken heuveltop is een
ruime kamer gebouwd, terwijl ook buitenshuis voör gasten en
gezelschappen gelegenheid is, om zieh een rustplaats te kiezen,
en voor kinderen, om er wippend en schommelend het leven te
genieten. Er zijn heerlijke koele plekjes in het lommer der oude
linden en bij een rondwandeling wordt het oog telkens vergast
op fraaije vergezigten, die er niet door verliezen, dat zij tusschen
het hooge hout en den golvenden, boschrijken voorgrond als in
een frisch en krachtig groene lijst zijn gevat. Daar rijst de
E l t e r b e r g , de roem van den omtrek, met zijn kerk op de
sierlijk begroeide hoogte. Ginds Hgt ’s H e e r e n b e r g met zijn’
zwaren, grijzen slottoren en daarachter Emme r i k met zijn
torenspitsen. Ginds breidt de vlakte zieh u it, met bouwvelden en
bosschen en huizen bezaaid, waarin wij de torens van Te r b o r g ,
S i l l e v o l d , Aa l t e n , Va r s e v e l d , An h o l t onderscheiden.
Naderbij ligt Ze d d am met zijn heuvels, vriendelijk uitkomend
tusschen het donkere houtgewas. Een andere opening geeft ons
Do e t i c h em op den achtergrond te zien. Eiders ontwaren wij
den kronkelenden Rijnstroom, en de stadjes Re e s en Gr i e t ,
de dorpen Mi l l i n g e n , Empe l , B ie n e n ; elders weer Ca 1 k a r
met zijn’ Mo n r e b e r g , C l ee f met den Zwanentoren en zijn
liefelijke heuvelrij. Sleehts aan eene zijde der hoogte is het uit-
zigt door bergen en bosschen, aan die van Montferland zieh
aansluitend, meer beperkt. En wie den top verlaat, om längs
de helling rond te dwalen, die vindt er diepe holle wegen, steile,
rijkbewassen kanten, slanke stammen, digte schaduwen, vriende-
lijke boschpleintjes in rijke afwisseling, terwijl bij eenigszins langdurig
verblijf ook de aangrenzende begroeide heuvelen nog wel
meer dan een uitlokkend pad en treffend woudgezigt opleveren.
Welligt vindt de zwerver dan ook aan den voet van den berg
nog eenige overblijfselen van de dubbele wallen en grachten, die
in overouden tijd ter verdediging schijnen te zijn aangelegd. En
wie weet, of hij dan ook de w i t t e j uf f er niet ontmoet. Kwaad
zal zij hem niet doen, als hij haar met rust laat. Maar waagt
hij ’t met haar te spotten , dan kon het hem gaan, als dien vracht-
rijder uit Beek, die den wilden dans, ligtzinnig gezöcht, met
zijn leven betalen moest. Gelukt het hem, de gunst der jonk-
vrouw te winnen, dan wijst zij hem welligt een verborgen schat,
zooals zij ’t een’ jeugdigen arbeider moet hebben gedaan, naar
’t verhaal, dat welligt nog bij de boschwerkers en houthakkers
niet vergeten is.
Het blijkt, dat Montferland ook zijn sagen heeft — reuzen,
een witte juflfer, een verborgen schat, — bovendien weet de
overlevenng te verhalen, dat Dr u s u s hier meer dan eens zieh
heeft opgehouden. De geschiedenis heeft sleehts weinig berigten
bewaard. In het jaar 1550 wordt de naam voor het eerst in reke-
ningen, op het huis Be r g berustend, als Mo n t f r a n d e r b e r g
genoemd. Later hebben graven v an d e n Be r g op den top
„paleizen” of lusthuizen gebouwd. Maar zeker is de piek reeds
eeuwen geleden bekend en in eere geweest. De sage der reuzen
kan op een overoude bevolking wijzen en waar de w i t t e j u f f e r
is , daar zijn doorgaans de grafheuvels niet ver. Daar moeten dan
ook, omstreeks een eeuw geleden, aan den Z.O. voet van den
berg urnen met asch en beenderen zijn opgegraven en niet ver
van daar kwam een steenen beitel voor den dag. De gewoonte
van het landvolk, om des Zondags de hoogte te bezoeken, kan
welligt een herinnering zijn aan de voormalige heiligheid der plaats.
Brokken graniet, op den top verspreid, kunnen van een verwoest
offeraltaar afkomstig zijn en volgens sommigen bekleedt de als
een digt prieel geleide linde bij het huis de plaats van een ge-
wijden boom. Ook de Romeinen kunnen hier een wachtpost hebben
eehad. Aan den O. voet werden steenen en tegels van Romeinsche Dc
onstructie gevonden en op een’ der tegels meende de geleerde oud-
heidkenner J a n s s e n den naam te lezen van het 6äe legioen, dat
in den strijd tegen Cl a u d i u s Ci v i l i s den Elterberg, Xanten,