bijna aanhoudend gestreden. Met de belangrijkste personen en
gebeurtenissen eeuvven lang in naauvve aauraking, eigenaars van
tal van heerlijkbeden en sloten, moeten zij voor de geschiedenis
van ons vaderland een hooge beteekenis hebben, en een volle-
dige geschiedenis van het huis Berg zou kostbare bijdragen leveren
tot de kennis der toestanden in ons vaderland, gedurende een
tijdverloop van meer dan 800 jaren.
’t Is een aardig gezigt op de beide buitenpoorten, de oude
stalgebouwen, de verwilderde, rijkbegroeide kanten van den voor-
burgt. ’t Is een aardig gezigt ook uit het stadje op het groote
huis, met drie rijen van tvvaalf vensters in den achtergevel en
acht in den zijgevel, krachtig uitkomend tegen het hooge hout
en het welige struikgewas op den voormaligen> wal; en al ging
veel van zijn’ luister verloren, al staat het thans bij den edelen
bürgt te Anholt ver in pracht en aanzien achter, wij kunnen ons
toch nog wel voorstellen, dat het eens voor een rijk en magtig
grafelijk geslacht een waardig huis is geweest.
Längs den zoom der heuvelen loopt de weg naar D o e t i-
chem. Er zijn daar heerlijke landschappen, donkere lanen, prächtige
vergezigten en vriendelijk ligt het dorpje Zeddam met zijn
schüren en korenschelven, zijn’ hoogen Romaanschen toren en
zijn slanke spits, aan den voet der boschrijke hoogten. Tweeerlei
herinnering van zeer uiteenloopenden aard dringt zieh aan den
weg bij ons op. Links, op een der bergen, was de gerigtplaats,
waar nog in de vorige eeuw de wipgalg den voorbijganger drei-
gend aangrijnsde. Regts lag het huis P a d e v o o r t , een grafelijk
jagtslot, waar wel menigmaal het feestgejuich weerklonk. Aan-
genaam blijft de weg en vooral van den kant van Doetichem
körnende, als de bergen voortdurend in ’t gezigt zijn, is ’t een
liefelijk landschap. Hier en daar vertoont zieh de IJsel in zijn’
kronkelenden loop. Aan de overzijde ligt de weg op Terborg,
dien wij reeds kennen, en het bosch van de Kemna d e . Aan
dezen kant komen wij de buursohap Wij n b e r g e n . d o o r , thans
pronkende met een fraaije, nieuwe school, die juist feestelijk ge-
opend is. En nog tijdig genoeg voor den stoomtram bereiften wij
Doetichem, waar wij op bekend terrein den driedaagschen togt
besluiten, voldaan over wat wij konden doen, maar met den
wensoh, dat wij aan menig belangwekkend onderdeel nog wat
meer tijd hadden kunnen besteden.
A A N T E E K E N I N G E H .
Een menigtehofregten zijnbewaarddoor Seh r a s s e r t in de S tu ck en en
Do c ume n t e n b e h o o rende t o t den Codex Ge l r o -Zutph a ni cu s .
Het bestek der war.deling lief niet toe, meer dan enkele proeven te geven.
Het aantrekkelijke onderwerp zou veel uitvoeriger behandeling hebben verdiend
, zooals b.v. de barón Sloet van de Beele het deed betreffende den
H p f te Voörs t . Hofdijk heeft in Ons v o o r g e s l a c h t de rijke stof tot
aandoenlijke tafereelen verwerkt. Zij schilderen evenwel een vroeger tijäperk ,
dan waaruit ons omtrent de heerlijkheid Bredevoort berigten bewaard zijn.
Ook voor de kennis, van de waarde van versohillende aitiken en van de be-
zittingen van sommige hofhoorigen zou een dieper gaande Studie belangrijk
zijn. In eenige opzigten verschöllen de ‘hofregten te Aalten en te Dinxperlo
van die te Winters wijk. Te g e d e r s (niet Te g en e r s , zooals ik op bl. 239
bij vergissing schreef) worden ook in de geschiedenis van den Hof te Voorst
genoemd.
De geschiedenis der oude Heeren van Bredevoort is opgedolven door v a n
Spaen, Inl. Deel I, bl. 393 e. v. (v.g, ook S l o e t , Oorkondenboek en
Bondam, Charterboek). Het aanbod van Johan en Herman van Bredevoort
en Rudolf van Steinvorden aan den priester Fr a n c o , om hem een kerk te
Varseveld te stiebten, wordt door baron Sloet vermeld in zijn, ook voor
de geschiedenis van bet graafsebap Borg belangrijk opstel: de r e c h t e n