Andere zerken dekten het overschot van de gemijterde abten
Coe n r a a d van Mal s e n , Ot to van Bo e t s e l a a r en Di r k
Spi e rin gh van We l l , die allen den bisschoppelijken krom-
staf voerden en van 1534 tot 1584 de stichting bestuurden. De
eerste had bij pauselijke bulle voor de Bernsche abten het
voorregt verworven, mijter en kromstaf te dragen. De laatste
had het gesticht door ruwe krijgslieden zien verwoesten en
was met de kanunniken gevlugt, om te Culemborg te sterven.
Hij werd echter te Bern begraven, want het grondgebied der
abdij, als een Cleefsch leen, bleef wel niet van de eilenden des
oorlogs verschoond, maar behield toch zijn zelfstandigheid tot
het jaar 1648.
Waar nu de zerken in den boomgaard liggen, was eens de
statige abdijkerk. In de vorige eeuw was de voomalige woning
van den abt met voorpoort en een paar torens nog over. Bij
voortduring werden abten aangesteld en tot dezen tijd toe zijn
er kanunniken, die de kerken onder het patronaatschap van
Bern bedienen. Haar archief berust in de pastorie van Berlikum,
terwijl die van Heeswijk nog steeds een deel uitmaakt van het
goed Be r n h e z e , een ouden uithof der abdij. Herinneringen
aan de geestelijke stichting zijn dus nog wel bewaard, maar op
de plaats zelve moet men zoeken naar het weinige dat overbleef.
In den jare 1134 gaf een vrij en rijk edelman, F o 1 c u n d u s,
met zijn gemalin Be s s e l a , zijn goederen Bern, Maasmond,
Erpt, Altforst en Maarsbergen met al hun toebehooren aan den
abt van Marienweerd, die aan Bern een’ abt en een aantal mon-
niken toewees, waardoor een Praemonstratenser klooster ont-
stond. Omtrent zijn aanzien als graaf in Teisterbant, zijn’ onge-
oorloofden minnehandel, zijn lang ongestraft gebleven geweld-
dadigheden, zijn vijandschap met Heusden, zijn’ doodslag op
graaf Wichardus gepleegd, zijn wonderdadige redding, toen hij
geharnast en te paard over de Maas zwom, omtrent zijn bekeering,
de verschijningen hem te beurt gevallen, de vroomheid van zijn
laatste levensjaren, zijn tal van berigten bewaard, door onzen
van L e n n e p tot een geestig en boeijend verhaal bewerkt. Het
klooster, waarin volgens de afbeeldingen een deel van Fulco’s
Sterken bürgt kan zijn overgebleven, behoorde tot de meest
vermaarde stichtingen van dien aard in de Nederlanden. ’t Was
een ruim gebouw, rijk aan inkomsten uit landerijen, hoeven en
tienden, met aanzienlijke voorregten begiftigd, totdat het in
1572 en nog eens in 1579 door woeste krijgsbenden bezocht, zijn’
luister verloor, straks ook zijn bezittingen verbeurd zagverklaard
en allengs tot een’ kruitmolen en een boerenhofstede afdaalde,
om eindelijk geheel te worden gesloopt.
Het vriendelijk gelegen bedehuis van het kleine, maar fraaije,
boomrijke dorp N e d e r h em e r t Zu i d z i j d e is geenszins meer
de oude, reeds in ’t begin der Ilde eeuw genoemde kerk. Dit
gebouw is van veel jonger dagteekening en heeft door zijn
bouwstijl niets opmerkelijks. Maar ’t is net en goed onderhouden
en bevat eenige gedenkteekens van de bezitters der heerlijkheid,
die zieh in den regel aan de stoffelijke en geestelijke belangen
hunner onderzaten veel lieten gelegen liggen. Daar is altijd nog
iets aartsvaderlijks iu de betrekking eener welgezinde aanzienlijke
familie tot de ingezetenen harer heerlijkheid, wanneer zij op haai
landkasteel haar vast verblijf houdt. De ontwikkeling der zelfstandigheid
bij pachters en dorpelingen wordt er zeker niet door
bevorderd. Zij zijn gewoon, te steunen op „het kasteel” , van
waar hun de hulpe moet komen, en niet onwaarschijnlijk wordt
aan „het kasteel” wel eens te veel overgelaten. Maar wat zou
er worden van menig werk, als „Mijnheer” of „Mevrouw niet
krachtig voorging! Wat armoe zou er heerschen in menig stülp,
als „het huis” de gezonden niet wat liet verdienen en den
kranken geen verkwikking zond! Wat al belangen lijden er
schade, als de weelderige huishouding wordt opgebroken en het
slot verlaten of gesloopt! t Zou ook voor Nederhemei t een groot
verlies zijn, wanneer zijn oude maar nog zoo hechte bürgt niet
meer werd bewoond.
Grafteekens met de namen en wapens van v a n d e r Does
van N o o r d w i j k , Wi t t i n g h o f , L i j n d e n en Na g e l l , wa-
penborden en blazoenen op de glasruiten geschilderd, een zerk