Jijke landschap, dat zieh bij helderen zonneschijn van het Station
vertoont. Naauwelijks onderscheiden wij meer het witte huis van
d e En g e l , met de boomgroepen längs den straatweg en de
rijk begroeide heuvels, aan wier voet het lig t, en de Middachter
bosschen aan de bogt der rivier, en de ruime, houtrijke vlakte,
waaruit Doesburgs toren zieh verheft en den stompen toren van
Rheden, met het veerhuis aan den oever, dat zoo vriendelijk
zieh spiegelt in den IJsel. Het stoompaard komt, om ons weg
te voeren uit het oord, waar zooveel schoons ons boeide, waar
zooveel belangrijks ons te aanschonwen werd gegeven. Niet zon-
der weemoed scheiden wij, maar ook niet zonder voldoening
over de welbestede dagen en niet zonder dankbaarheid voor zooveel
en zoo afwisselend genot, als ons hier was bereid.
A A N T E E K E N I N G E N .
Yeel meer bijzonderheden omtrent Arabern, dan ik kon opnemen, zijn
o. a. te vindenin Mr. J. W. S t a a t s Ev e r s , Beschr ij v in g van Arnhem,
terwijl Hi jh o f f ’s Wa n d e l in g e n in de oms t r ek en van Arnhem,
hoewel natnurlijk reeds eenigszins veronderd, nog steeds met vrucht konden
worden geraadpleegd, ook over de geschiedenis der landgoederen.
De gedichten van den baron v an Arnhem zijn uitgegeven in 1707 bij
P i e t e r van der A a te Leiden, met portret en afbeelding van het huis
Bozendaal. Zij zijn meest van stichtelijken inhoud, deels oorspronkelijk, deels
vertaald naar Joze.ph H a l l ’s Medi t at iSn. Hoe het hart van Maria
van Engeland aan haar goede gebnre, de vrouw van Bosendalle, hing, is
te zien in haar brieven" aan de frenle van Wassenaar—Obdam.
Over de Velpsche ringen vg. N i jhof f ’s Bi jdragen, Deel 8 : bl. 161 e. v.
Over Middachten is vooral te raadplegen het nitvoerig opstel van J, G.
Er ed e r ik s in den Geldersehen Almanak voor 1875, terwijl in dien van
1874 eenige bijzonderkeden voorkomen betreffende den graaf van Athlone.
De belangrijke brieven van María van Engeland zijn door Mevr. de gravin
Bentinck uitgegeven in 1880, onder den titel van Le t t r e s et Memoi r e s
de Mari e , r e ine d ’An g l e t e r r e .
DE LANGBROEKSCHE WETERING. W IJK BIJ
DUURSTEDE. 18 AMERONGEN,
Nagenoeg evenwijdig met den schoonen straatweg tusschen
het Station Ze i s t -Dr i e b e r g e n en het bloeijende dorp Doorn
loopt de L a n g b r o e k s c h e We t e r i n g . Men vindt aan den
'oever van dien kalmen en niet zeer breeden vliet niet de aan-
eenschakeling van rijke lusthoven, uitgestrekte bosschen, trotsche
lanen, golvende bouwvelden, die het oord längs dien straatweg
tot een uitverkoren piek hebben gemaakt. De landstreek is er
vlakker, het. hout minder overvloedig, het aantal buitenverblijven
minder groot, Moet. uit gebrek aan tijd of bij mindere bekend-
heid met beiden een keus gedaan worden tusschen straatweg of
wetering, dan behoort de voorrang zonder twijfel aan de groote,
in zoo menig opzigt aanbevelenswaardige heirbaan. Maar ook de
W-etering heeft haar eigenaardige schoonheid en in belangrijkheid
wint zij het. Is längs den straatweg alles betrekkelijk nieuw en
arm aan geschiedkundige merkwaardigheid — behoudens de huizen
Mo e r s b e r g e n en Doo r n en het dorp van dien naam-Slangs
de Wetering prijken nog overoude en vermaarde ridderhofsteden
in grooten getale, wel meerendeeis vernieuwd en herbouwd, maar
nergens in ons vaderland treft men op zoo körten afstand zoo-
VII 5