den wij met welwillendheid ontvangen. Met ouvermoeiden ijver
leidt hij den bezoeker rond en wie belang in Mettray stelt, is
hem van harte welkom. Vragen, opmerkingen, bedenkingen, be-
zwaren beantwoordt hij gaarne. Voor wat vroeger gebrekkig was,
voor wat nog verbetering eischt, heeft hij een open oog. Aan-
vankelijk onderwijzer in Friesland, later gedurende zeventien jaren
aan het hoofd van het rijksopvoedingsgesticht te Alkmaar ge-
plaatst, kon hij geacht worden een rijke ondervinding te heb-
ben opgedaan, toen hij in 1874 tot zijn tegenwoordige betrek-
king geroepen werd. Voordat wij tot het eigenlijke bezoek aan de
verschillende onderdeelen der inrigting overgaan, wordt er in
huiskamer des directeurs vrij wat behandeld; over ’t verledene
en het heden van Mettray; over hetgeen geleerd was door de
ervaring en gehoopt mögt worden van de toekomst; over de
meest voorkomende gebreken der jongens; over de verschillende
takken van bedrijf, het doelmatigst te beoefenen; over het door
de ondervinding veroordeelde „Monitorstelsel” ; over het nadeel
van te vroeg weer van de eolonie te worden weggenomen; over
de moeijelijkheid, om gezonde vroomheid te kweeken, zonder
huichelarij aan te moedigen; over verbindende vruchten naar
liehaam en geest; over het onraadzame, om een al te groot. ge-
tal kweekelingen in een gesticht te vereenigen — over al deze
en dergelijke onderwerpen wordt met belangstelling gevraagd en
gehoord. De stof is niet spoedig uitgeput! Een en andere bij-
zonderheid komt bij het doorwandelen van de gebouwen en ter-
reinen van zelf nog wel ter sprake. Een enkel woord herinnere
aan de geschiedenis van Mettray’s stichting.
Sedert jaren had Wi l l em H e n d r i k S u r i n g a r zijn aan-
dacht gewijd aan het gevangeniswezen. Krachtig had hij mede-
gewerkt tot de oprigting van het Ge n o o t s c h a p t o t z e de l i j k e
v e r b e t e r i n g d e r g e v a n g e n e n en tot de invoering van het
cellulaire stelsel. Maar hoe meer hij de maatschappelijke toe-
standen leerde kennen, des te meer bleek hem de dringende
noodzakelijkheid, om zooveel mogelijk vooral het kwaad te helpen
voorkomen. Op de straten onzer groote steden groeide de aanstaande
bevolking der gevangenissen op. Men kon beproeven,
door en tijdens de straf te verbeteren, na het ontslag voor terug-
keer te helpen bewaren, ’t was dan dikwijls reeds te laat. Na
ijverig en naauwgezet onderzoek in het buitenland, vooral op
Me t t r a y bij Tours en het Ra u h e h a u s bij Hamburg, was
het plan gerijpt, om een opvoedingsgesticht te openen „voor
onvermogende knapen van den Protestantschen godsdienst, die
verwaarloosd zijn of zieh zelven verwaarloozen.” Aan medewer-
king ontbrak het niefc, milde giften vloeiden en in het jaar 1850
kon de oude havezathe Ri j s sel t bij Zutfen, met de daaronder
behoorende. gebouwen en 53 bunders land, worden aangekocht..
In den heer J. W S c h l imme r werd een directcur gevonden,
den 18äeD Dec. 1851 konden de 11 eerste kweekelingen in de
nieuw gebouwde woningen worden opgenomen en het groote werk
begon. Op kleine schaal aangevangen, nog steeds beperkt in zijn
middelen, werd het sedert voortgezet, uitgebreid, en in ruim 80
jaren is Mettray geworden, wat het nu is.
Aan het plein staan de „familiewoningen.” Zij werden ge-
schonken door leden van het koningshuis en door particulieren ,
vaak, zooals eenvoudige, aandoenlijke opschriften vermelden, ter
nagedachtenis van geliefde en diep betreurde dooden. Aanvanke-
lijk waren zij voor 14 jongens ingerigt, onder toezigt van een
„familievader.” De groote moeijelijkheid om daartoe geschikte
personen te vinden; het geldelijk bezwaar, aan zulk een uitgebreid
personeel Verbünden en het nadeel van meer geestelijken
aard, bij een talrijke klasse van beambten onvermijdelijk; de
verwaehting, dat een blijk van vertrouwen günstig op de oudste
eii beste kweekelingen zou werken, gaf later aanleiding tot in-
voeren van het „Monitorstelsel” . ledere woning werd geplaatst
onder het toezigt van een’ „Monitor” , een’ daartoe geschikt geach-
ten kweekeling. Maar de uitkomst beantwoordde geenszins aan de
verwaehting. Het stelsel bleek de bron van velerlei kwaad. Het
werd dan ook geleidelijk gewijzigd en is thans voor goed ver-
laten, terwijl twee familiewoningen tot eene, voor 30 jongens
onder toezigt van een’ volwassen persoon bestemd, werden her