het schijnt destijds nog niet lang geleden belangrijk vernieuwd
te zijn geweest, terwijl een gedeelte van het oude slot — een
vooruitspringend poovtgebouw, benevens een ronde hoektoren en
hoog mnurwerk op de plaats, waar thans de nieuwe toren en de
galerij worden gevonden — in ruine was overgebleven. Vond
F r e d e r i k He n d r i k in 1629, toen hij het kasteel innam en
bezette, deze vervallen overblijfsels der voormalige versterking nog,
veel tegenstand zullen zij wel niet meer hebben kunnen bieden.
Volgens een afbeelding uit het eind der vorige eeuw sloot zieh
bij den achtergevel, waar thans de ridderzaal prijkt, een zwaar,
gekanteeld rondeel aan. H e e s w ij k was eertijds dan ook een
sterke bürgt, in Staat, de Geldersche krijgbenden buiten zijn muren
te houden, toen zij in 1398 en in 1512 het naburige dorp in de
asch legden.
Had de loop des tijds zijn’ magtigen invloed doen gevoelen
aan het grijze gesticht, dat gezegd wordt, reeds uit het begin
der 12de eeuw te dagteekenen, voora! sedert. 1833, toen Jhr. A.
J. L. van d e n Bo g a e r d e van T e r b r u g g e het kocht, werd
het met smaak vernieuwd en met zorg onderhouden en zijn zonen,
de tegenwoordige eigenaars, gaan op denzelfden weg voort. Forsch
en edel rijst nog het kasteel uit zijn graehten op, en met zijn
breede, deftige brug, zijn hooge muren, zijn kloeke torens en
daken vormt het een statig geheel. Veel grooter aantrekkelijk-
heid heeft het echter nog door den rijkdom van kunstschatten
en oudheden, daar binnen bijeengebragt. Met bereidwilligheid
wordt het verlof tot bezigtigen van de merkwaardige verzameling
verleend, maar wie ook maar eenigszins een volledig overzigt
over de menigte voorwerpen van dezelfde soort zou willen ver-
krijgen, die mögt wel' dagen tot zijne beschikking hebben! En
wie een gezette Studie wilde maken van dit voor kunstnijverheid
zoo hoogst belangrijke museum, die kon er wel weken en maanden
doorbrengen. Als wandelaars kunnen wij niet meer doen, dan het
bestaan van dergelijke verzamelingen met ingenomenheid vermelden
en het een en ander noemen, van wat uit zulk een’ over-
vloed onze aandacht trok.
Van het plein betreden wij in de eerste plaats een voorzaal,
als ter inleiding met marmeren beeiden en beschilderde glazen
versierd. Daaraan grenst een groote zaal, die reeds zoöveel bevat,
dat haar inhoud alleen wel een kostbaar museum mag worden
genoemd. Daar vinden wij kästen vol kunstig bewerkt ivoor en
drijfwerk, pullen en vazen, kannen en bekers, lampen en drink-
glazen, prächtige bronzen, kerksieraden, kruisbeelden, getijde-
boeken met miniaturen van uitnemende schoonheid, waaronder
een van Memme l i n c k o fQui n t i j n Me t s i j s , meesterlijk ge-
schilderde glazen met bijbelsche voorstellingen en oude schilder-
stukken , fraai gesneden spinnewielen, heerlijke kästen, waaronder
een, met veelkleurige steenen, bergkristal en ivoor ingelegd, een
andere, met tafereelen uit het O. en N. T. versierd, een oude,
merkwaardige klok, door Ba l t h a s a r Tu s c h in Elbing ver-
vaardigd, eenige historische merkwaardigheden, als de greep van
het zwaard van T romp , of een’ dier curieuse gordels, die over
het leven in de middeleeuwen zulk een eigenaardig licht versprei-
den. Al bepaalden wij ons tot deze eene zaal , wij zouden reeds
een’ schat van groote waarde hebben gezien. Maiar dit is nog slechts
een begin. Een tweede zaal opent zieh. Wat al portretten, waaronder
van R em b r a n d t ’s hand, en wat al miniaturen van groote
kunstwaarde, wat weelderige overvloed van Saxisch en Sevres porse-
lein , beeldjes van biscuit, geemailleerde klokjes en andere sieraden ,
tafels met metaal, kristal of kostelijk gesteente ingelegd. Antieke
meubels van allerlei aard, draagkoetsjes en narresleden, rijk ge-
kleurd en verguld, een vuurschenn van gobelin, met het wapen
van Voorne, een groote Spiegel, afkomstig van een’ der graven
van O os t- F r i e s l an d, die het slot eenigen tijd bezeten hebben,
pendule en candelabres van malachiet en brons, —■ wat rijkdom
van kostbaarheden, door grondstof of bewerking opmerkelijk! Wij
gaan verder. Bij al de weelde, in de zalen tentoongespreid, möge
het portaal met zijn stoffeering van aarden kannen wat afsteken,
ook die verzameling is om de menigte van exemplaren niet zonder
belang. En prächtig in hun soort zijn de met koper versierde paar -
dentuigen, längs den trap naar boven uitgestald. Een cabinet met