land beroerden. In I 08O sloot zieh h e t Vr i je van Br u g g e
bij de Unie van CJtrecht aan, maar in 1584 werden twee der
drie kwartieren, waaruit het sedert lang bestond, onder de ge-
hoorzaamheid aan den koning teruggebragt, terwijl het derde,
het Oost vrije, of het V r ij e v an Sl u i s , nagenoeg het tegen-
woordige 4'le Distrikt — voorloopig voor de Unie behouden bleef.
Toen was dus het land, dat tot dusver een geheel had uitgemaakt,
verdeeld. Sedert de verovering van Sluis door de Spanjaarden in
15S7 scheen 00k het Oost vrije verloren, maar toen prins Maurits
in 1604 Sluis, benevens Aardenburg, Oostburg en IJzendijke
hernomen had, bleef het voor goed aan de Staten, onder het
bestuur van eeri College, dat te Sluis zitting had. De stad zelve be-
hield haar eigen regeering, evenals de andere steden van het Vrije.
Over den oorsprong der stad Sluis loopen de gevoelens uiteen.
Naar het schijnt had een magtig en onrustig edelman, L amb e r t
van Bod e n b u r g , zoon van een* der Brugsche burggraven, een*
vüet of waterloop gegraven ter afwatering van de landen en rnoe-
rassen bij Rodenburg, het latere Aardenburg. In dezen vliet was
een sluis gemaakt en daarbij kwam allengs een buurt op, die
L ommi n s v l i e t genoemd werd. Heer Lambert, in den moord
op graaf Ka r e l d e n G o e d e i n 1127 gepleegd , betrokken, stierf
in het volgende jaar en zijn goederen werden verbeurd verklaard.
Geweldige overstroomingen teisterden in den loop der 1 2 dc eeuw
de landstreek en dijkers uit Holland en Zeeland werden tehulp
geroepen, om de schade te herstellen. Velen hunner hieven er.
Aan de zoomen van het Zwin, op die voor handel en scheepvaart
tusschen de havens van Brugge en Aardenburg zoo günstig gelegen
piek, b^reidde de buurt bij de sluis zieh uit, en 00k buitensdijks
werden woningen gebouwd op grondgebied, aan Aardenburg be-
hoorende. Het latere Sluis schijnt ontstaan uit de vereeuiging van
twee buurten, die ieder haar’ eigen schepenbank hadden en haar
eigen parochiekerk verkregen en in 1290 was de plaats belangrijk
genoeg, om tot een vrije stad verheven te worden. Zij was destijds
een heerlijkheid van de Heeren van Namen. In 1293 verbrandde
Jan van Renesse er vrij wat huizen, maar in 1323 was zij weer
magtig genoeg, om het waterregt over het Zwin aan zieh te
trekken. Dat berokkende haar echter een’ hevigen aanval van de
naijverige Bruggenaren, die er hun regten door gekrenkt en hun
belangen benadeeld achten. Heer Jan van Namen zelf werd ge-
vangen genomen en groote schade werd er aangerigt. Zoo ging
het onder voor- en tegenspoed vooruit. Haar ligging aan het Zwin,
zoo breed en diep, dat er zeeslagen geleverd en oorlogsvloten uit-
gerust werden, deed haar klimmen in bloei. Talrijke (/Ooster-
lingen” , — schippers en kooplieden van de Oostzee — bezochten
haar, en Gu i c c i a r d i n i noemt Sluis nog als een van de schoon-
ste en veiligste havens van Europa. Meer dan 500 schepen
konden te gelijkertijd in haar haven liggen. F i l i p s de Goed e
en Ka r e l de S t o u t e kwamen er hun bruiden begroeten, en het
tweede huwelijk van den laatste werd er gesloten. Maar als de
voornaamste haven van Viaanderen was de monding van het Zwin
00k het tooneel van menig strijd en Sluis ondervond er gedurig
de nadeelen van. De belangrijkheid der stad, de sleutel van Vlaan-
deren, eischte haar versterking. Filips van Bourgondie, destijds
graaf van Viaanderen, ruilde haar met Willem van Namen tegen
de heerlijkheid ßethune. Hij bouwde er in 1385 het groote kasteel
en bevestigde de stad met zware muren. Zijn zoon J a n stichtte
eenige jaren later daar tegenover het kleine kasteel, den „toren
van Bourgondie” . Filips van Cleve tartte er in 1488 de Oosten-
rijksche overmagt en als het laatste bolwerk der Hoekschen speelde
Sluis op het einde der 15de eeuw, onder Frans van Brederode en
Jan van Naaldwijk, in den wanhopigen strijd tegen Maximiliaan
een groote roh Maar het langdurige beleg der stad bragt haar
een schade toe, die niet weer hersteld werd. Een groot gedeelte der
huizen werd nooit herbouwd; de Oosterlingen, herhaaldelijk door
het volk mishandeld, lieten zieh er niet raeer zien; het Zwin
begon hoe langer hoe meer te verlanden; met den voorspoed van
Sluis, dat in de 15de eeuw meer dan 10 000 inwoners telde, was
het gedaan en in 1566 werd de stad aan Brugge verkocht. Maar
als vesting bleef zij nog van groote beteekenis. Merkwaardig was
de belegering door den hertog van Parma in 1587, die wederom