sei meer aantrekkelijks heeft dan Weerdestein. De geschiedertis
zwijgt over de lotgevallen van het huis. Zij weet, naar het schijnt,
alleen te verhalen dat het geruimen tijd heeft behoord aan een
geslacht, ’t welk er zijn’ naam aan ontleende en uit dat van P r o ij s
afkomstig ruoet zijn, — voorts dat het aan leden der geslachten
Bo e k h o u t , Zui j len, I J s e l s t e i n , Gr a uwe r t , van Wi jck,
de Wi t t e n en Ram van S c h al k wi j k heeft behoord, eer
het door erfenis aan dat van Wi j c k e r s l o o t h is gekomen.
Behoeven wij niet al te zuinig te zijn met onzen tijd , dan
kunnen wij het dorp Kothen, dat met zijn kerk en zijn molen
voor ons in het groen ligt, nog wel bezoeken, alvorens de laan
van Weerdestein in te slaan. Het is van hoogen ouderdom. Karel
de Groote schonk het aan de kerk te Utrecht. De oudtijds vrij
aanzienlijke, van duifsteen gebouwde kerk heeft herhaaldelijk in
den oorlog zooveel geleden, dat er weinig ouds meer van over
is. Maar van het huis Ri j n e s t e i n , dat er eertijds stond, is
nog een kloeke poort en een vierkante toren gespaard en sedert
eenigen tijd met zorg gerestaureerd. ’t Is tegenwoordig een fraaije
buitenplaats aan den Krommen Rijn, die voorbij het dorpje stroomt.
Wij komen aan het andere einde der lange Weerdesteinsche
laan weer aan de Wetering uit. Naar den kant van Neerlang-
broek ligt wederom een kasteel, waarvan het grondgebied onmid-
dellijk aan dat van Weerdestein grenst. De „ Edel] ui” woonden
hier digt bij elkander, — al te digt haast, om voortdurend vrede
te houden! Gingen wij intusschen terstond den weg naar H i n d
e r s t e i n op, dan zouden wij een schoon landgoed hebben
gemist. Wij moeten nog even terug, weer in de rigting van den
hoofdingang van Hardenbroek. Tevens zien wij dan nog een
vriendelijk landschap, waardoor de weg zieh slingert, — frisch
en vrolijk, met talrijke brugjes, hofsteden, hooibergen, boom-
gaarden, veerijke weiden, van het heldere water doorsneden en
met zware bosschen begrensd. Daar rijst de houten korenmolen
op. Daar ligt het ouderwetsche huis Mol e n s t e i n , met zijn
prächtige linde en het jaartal 1785 in zijn’ gevel. Daar her-
innert een schuur met haar torenspitsje, in den vorm eener
kapel gebouwd, aan de oude kapel van Hardenbroek, die eens
te dezer plaatse heeft gestaan. En daar strekt zieh een zeer aan-
zienlijk, smaakvol aangelegd en uitstekend onderhouden buiten-
goed uit — ditmaal geen ridderhofstad, maar toch reeds in de
vorige eeuw als een deftige lustplaats vermaard. Le e uwe n -
b ü r g , thans het eigendom van jhr. Mr. W. H. de Be a u f o r t , is
een der sieraden van den omtrek. Het fraaije roodsteenen huis
is van trotsch geboomte omringd en daar achter ligt een groot
bosch, dat tot de bosschen van Mo e r s b e r g e n doorloopt. Een
laan van zwaar hout leidt er door heen en het loont de moeite,
bij een’ wandeltogt längs de Wetering zieh een uitstapje onder
de donkere loofgewelven te veroorloven. Sedert de vermaarde
Hardenbroeksche laan, die in vroeger jaren naar den Doornschen
straatweg liep, is gevallen, trekt de Leeuwenburgsche laan nog
menig wandelaar. En wie het schoonste deel van de IVetenng
zien wilpbij gebrek aan den noodigen tijd om den togt längs
Beverweerd en over Neerlangbroek te maken, die kan in Drie-
bergen tusschen het buitenverblijf de Wi l d b a a n en het loge-
ment den grintweg inslaan. Längs de school en achter een der
fraai aangelegde lustplaatsen loopt de weg, door beukenlanen
gesneden, voorbij De n n e n b u r g met zijn witte huizinge in het
bosch en B r o e k b e r g e n , thans een klooster, waarvan het ouderwetsche
huis slechts even in ’t gezigt komt. Rüstig en eenvou-
dig is de landstreek , met akkers, door het hout van den straatweg
begrensd, met kweekerijen van eiken en beuken, met de huizen-
reeks van de buurschap d e n Ak k e r längs de laan geschaard,
met hofsteden en vruchtbare weiden, met wilgen en peppels.
Met eenige kronkelingen loopt de grintweg op de lange en breede
beukenlaan van Sterkenburg uit. Wie dan naar den straatweg
terugkeert door de Leeuwenburgsche laan, heeft een’ aangenamen
togt vol afwisseling gemaakt. En Neerlangbroek is niet zoo v e r, dat
een bezoek aan dat dorp te veel tijdverlies zou zijn. Ook van daar
loopt een weg naar Doorn, maar veel minder aanbevelenswaar-
dig dan die door de bosschen van Leeuwenburg en Moersbergen.