met dien verstände, dat een keizerlijk ambtenaar, de' Graaf,
daarbij met de handhaving van des keizers regt belast was. En
daar het onmogelijk was, dat alle vrije mannen naar kun regt
en hun’ pligt de zamenkomsten bijwoonden, werd het allengs
meer de gewoonte, dat aan eenigen hunner, de vr i j schepe-
n e n , de behandeling der voorkomende zaken werd opgedragen.
Zoo ontstond het veem- of v r i j g e r i g t , waarbij de vrijgraaf
voorzat, de schepenen het vonnis wezen. De vrijgraaf. vertegen-
woordigde //den stoelheer , — den landsvorst, in wiens gebied
de „vrijstoel ’ was gelegen en van wien hij zijn aanstelling hield.
Aanvankelijk behoorden ook burgerlijke zaken van allerlei aard
voor dit gerigt. Zoo had Herman van Lohn voor het vrijgerigt
te Winterswijk eenig goed aan het klooster Be t h l e h em over-
gedragen. Maar de omstandigheden leidden er toe, dat eindelijk
de geduchte regtbank zieh voornamelijk de misdrijven van mis-
bruik van magt en van regtsweigering aantrok. Bepaaldelijk in
Westfalen, waar weinig of geen magtige Heeren den regtsdwang
aan zieh hadden weten te trekken en niet veel steden van belang
waren ontstaan, was de plattelandsbevolking aan allerlei
willekeur blootgesteld en viel het vaak moeijelijk, regt te ver-
krijgen. Daar vooral handhaafde in tijden van ruwheid en ge-
weld het veemgerigt streng en onpartijdig en zonder aanzien des
persoons veiligheid en regt. Zijn invloed op de aangrenzende
landstreken hing grootendeels af van de meerdere of mindere
kracht der aldaar heerschende vorsten. In h e t S t i c h t verhinder-
den de bisschoppen zooveel mogelijk, dat hun onderzaten voor
het //Stille gerigt geroepen werden. In Gelderland wisten krachtige
regeerders zelven orde en wet te doen eerbiedigen, maar tijdens
het zwakke en verwarde bestuur van hertog Ar n o u d liet zieh
het veemgerigt duchtig gelden en ook de hertog zelf zag zieh
er door gedwongen, gepleegd onregt te hersteilen. Naar gelang
van omstandigheden was dan ook het veemgerigt meer of minder
in eere. Soms achtten leden der edelste geslachten ’t hun
belang, zieh onder de //Wetenden” te doen opnemen, dan weer
rekenden stedelijke besturen ’t voldoende, wanneer een der stadsboden
tot de veemschepenen behoorde, of werd zelfs een veem-
schepen van de regering uitgesloten. Nu eens werd de geheime
regtbank geeerbiedigd en gevreesd , om de kloekheid waarmede
zij alle onregt strafte, dan weer gehaat, omdat zi] zieh tot kw
ling en afpersing leende. Maar in elk geval was |jg de dagen
van haar’ bloei een geduchte, in memg geval een heilzame magt.
Een aanklagt kon alleen door een’ veemschepen worden ge-
daan. Had een ander een klagt, dan moest hij zieh tot een
veemschepen wenden, maar deze was verpligt, haar m te bren-
gen wien het dan ook gelden mögt. Daarentegen stelde zieh de
aanklager zelf aan een regtsvervolging bloot, wanneer de be-
schuldiging ongegrond of ligtvaardig gebleken was. Wanneer d
zaak „veemwroegig” was bevonden en de persoon voor e reg
behoorde — geestelijken, vrouwen, eigenhoongen, Joden en hei-
denen waren om verschillende redenen niet aan haar onderworpen
■ geschiedde de indaging. Doorgaans werd zij aan de deur van
den beschuldigde gestoken met een’ dolk van eigenaardig maaksel
en de overbrenger moest eenige spaanders van de deurpost mede-
brengen, ten teeken, dat hij zijn’ pligt had vervuld. t Was met
zelden een gevaarlijke taak, die wel eens het leven kosten kon.
De ingedaagde moest zelf verschijnen, of zieh laten vertegen-
woordigen. Verscheen hij niet zelf of door een’ gemagtlgde dan
werd na driemaal herhaalde indaging, het s c h u l d i g over hem
uitgesproken. Gaf hij aan de indaging gehoor, dan kon hi] zic
persoonlijk of door een’ pleitbezorger verdedigen, of wel tegen-
over den aanklager en diens eedhelpers zijn onschuld volhouden,
door een grooter aantal eedhelpers te stellen — had hij er 2 0 ,
dan was de zaak in zijn voordeel beslist. In geval van schuld
kon hij zieh voor de straf vrijwaren, wanneer hij met den ver-
ongelijkte in een schikking kon treden of het onregt herstellen.
Van schuld overtuigd en onmagtig of onwillig tot betenng van
het misdrevene — in sommige gevallen ook op heeterdaad be-
trapt _ had hij het leven verbeurd, of, wat daarmede gelijk
- 1 ... 1 •.-li + n-fttvm'rtVon T-TAt. vnnnis werd