Heer van Bergestein. In 1621 werd het van den leenband ont-
slagen en als allodiaal goed overgedragen aan zijnen zoon Di rk
van der Do es, als geleerde en als schrijver een waardig lid
van zijn roemrijk geslacht, die T even als zi*j n zoon J a n weogens
dit huis m de ridderschap van Utrecht beschreven was. Tegen-
woordig is ’t een gewone, deftige boerenhofstede.
Ook dit gedeelte van het Sticht was indertijd van edele huizen
niet misdeeld. In de bosschen daar ginds aan den straatweg lag
vroeger de hofstad Da r t h u i z e n en ligt nog het oud adellijk
Br o e k h u i z e n , en straks zien wij van den dijk boven ’t geboomte
den toren van Zui lestein. Na ons bezoek aan Amerongen
hebben wij gelegenheid, beide huizen nader te leeren kennen.
Vöor ons rijst het statige kasteel van Ame r o n g e n op en in de
onmiddelijke nabijheid daarvan vond men vroeger nog twee ridder-
hofsteden. In een weide nevens den dijk zien wij een’ duiventoren.
Daar heeft Wai jestein gestaan. Het andere huis, Lievendaal ,
stond aan de andere zijde van het kasteel, niet ver van de kerk.
Yan dit laatste, een Gaasbeeks leen, was Gé r a r d van Lock-
h o r s t eigenaar, toeu ’t in 1536 als riddermatig werd erkend.
’t Was aan die familie gekomen uit die van D r i eb e r o - e n ,
door bastaardij uit Gaesbeek gesproten. Later behoorde ’t aan
de geslachten P l o o s van Ams t e l en Eck van P a n t a l e o n ,
tot dat het door den heer v an Ame r o n g e n werd gekocht en
afgebroken, opdat het bezit van twee zoo nabij gelegen ridder-
hofsteden, waaraan jagtregten waren verbonden, voor zijn erf-
genamen geen oorzaak van twist mögt worden. Wai j e s t e i n
was langen tijd het eigendom der familie Rui j s ch, die wegens
dit huis zitting had in de ridderschap van Utrecht, totdat het
op het einde der 17d0 eeuw aan den graaf van N a s s a u Zui l
e s t e i n werd verkocht. F r e d e r i k van Nas s a u , graaf van
Rochfort, werd als Heer van Waijestein in 1709 lid dier ridderschap.
t Was in de vorige eeuw niet meer dan een boerderij,
waarbij een grof en laag vierkant gebouw in een begroeide gracht,
met een hoog rieten dak, ’t onaanzienlijk overblijfsel der ridder-
hofstad uitmaakte. L i e v e n d a a l had nog het voorkomen eener
heerenhuizing, al was blijkbaar een groot gedeelte reeds weg-
gebroken. Een deftige voorpoort maakte destijds nog een goede
vertooning.
Amerongen is een groot, fraai dorp. De straatweg van Utrecht
op Arnhem loopt er door heen, en tal van andere straten geven
aan het dorp het aanzien eener kleine stad, die zieh niet zou
behoeven te schämen over menig kloeken of sierlijken gevel,
terwijl de vele tuinen toch het landelijk en vriendelijk karakter
bewaard doen blijven. Door de ligging tegen den voet van een’
heuvel klimmen en dalen de wegen en straten iets meer, dan
wij in ons vaderland gewoon zijn. De ruime, hoog gelegen kerk
met haar’ schoonen toren is een uitnemend sieraad der wel-
varende plaats. Door haar prächtig bosch, dat den berg met zijn
krachtige stammen en lange lanen overdekt, trekt zij jaar op
jaar menig vreemdeling tot zieh en noodigt zij er niet weinigen,
hier hun woonplaats te kiezen. Vooralsnog waren haar middelen
van gemeenschap niet zoo overvloedig en gemakkelijk, als onze
tijd het verlangt. De stoomboot tusschen Rotterdam en Arnhem
legt er aan bij het veer, op een goed kwartier afstand. Een
wagen rijdt op een paar treinen aan ’t Station Maarsbergen. Ove-
rigens moet men zijn toevlugt nemen tot particulier rijtuig of
tot de paarden van St. Franciscus. Als de stoomtram gereed
i s , zal Amerongen zonder twijfel nog vrij wat winnen. Dan
komen de bezoekers van den kant van Arnhem of van Utrecht
längs een’ der schoonste wegen van ons land, en dan zullen nog
velen, die zieh op een blöeijend en günstig gelegen dorp willen
vestigen, zieh in deze liefelijke landstreek nederzetten. Amerongen
is een dier plaatsen, waaraan een schoone toekomst mag worden
voorspeld, als de ingezetenen zelven wat medewerken om er ’t
verblijf aantrekkelijk te maken.
Welligt komt er dan ook wat leven op het hooge huis, wan-
neer de jeugdige eigenaar der heerlijkheid zieh vestigt in het
trotsche, maar sedert lange jaren verlaten kasteel. Bejaarde lieden
weten nog te verhalen van de wfreules” , die er eertijds woon-
den. Toen was het huis met zijn ouderwetsche meubels en zijn