onthouden. Sedert bleef de klok met een zwart floers omhuld.
Hij was met een bastaarddocliter van hertog Karel van Gelder ge-
huwd en stierf in 1557. Zijn zoon Ge o r g e was het, die bij
den noodlottigen brand liet leven verloor. Georges kleinzoon,
T h oma s Wal r a v e n , was de laatste mannelijke afstammeling
uit het doorluchtig geslaeht der A r k e i s . Hij was gehuwd met
de dochter van den baron d e la Ke t h u l e , den wakkeren ver-
dediger van Bergen op Zoom in 1622, wiens grafteeken wij in
de kerk dier stad gezien hebben, wiens portret op Ammerzode
werd bewaard en wiens briefwisseling met prins Maurits inder-
tijd op het kasteel berustte. ’t Waren donkere dagen, toen
Thomas Walraven regeerde! In het archief werden de requisitien
der Fransche legerhoofden bewaard, die ’t bewijzen, hoeveel de
noodlottige oorlog, in 1672 begonnen, aan het ongelukkige dorp
heeft gekost. Tegen het bevel des konings werd het kasteel door
den graaf de Lorge gespaard, ter liefde van de schoone oogen
van zekere Mademoiselle G a g e , maar de kerk kon der ver-
woesting niet ontkomen.
Na dien tijd verliest Ammerzode zijn beteekenis voor de ge-
schiedenis. Het ging in 1694 aan den baron van Licht ervel de
over, als gesproten uit Anna van Ren esse van Elderen, tweede
dochter van George van Arkel, en behoorde sedert aan baronnen
d e Vi l steren, graven de Ri b a u c o u r t en baronnen de
Woelmont . De laatste dier Heeren, baron Arthur de Woel-
mont, toonde zieh een goed Heer tijdens den watersnood, die
in 1861, en bij een’ grooten brand, die in 1868 geduchte ver-
woestingen aanrigtte. In 1861 mögt hij den koning op zijn
kasteel ontvangen en uit diens mond den dank voor zijn onbe-
krompen gastvrijheid, aan 300 ongelukkigen met hun have en
vee verleend.
Wij verlaten het thans ontoegankelijke huis, van zijn kunstschatten
en archieven beroofd, met een gevoel van diep leed-
wezen dat wij te laat zijn gekomen, om binnen zijn nog altijd
hechte muren, met het oog op zooveel merkwaardige portretten
en oorkonden, de herinneringen aan een lang en onrustig ver-
leden te verlevendigen. Naar den fraaijen dijk met zijn veerhuis
en zijn’ molen rigten wij onze schreden en de kloeke veerman
brengt ons over de Maas, op Brabantsch grondgebied, waar
wij een bezoek willen brengen aan het dorpje Bo k h o v e n .
Wij staan na een körte, aangename overvaart over de snel
stroomende Maas op den Brabantschen wal, nog een tamelijk
eind weegs van Bokhoven verwijderd, even als van den grooten
rivierdijk, die een belangrijke strook lands aan de veelvuldige
overstroomingen overlaat. Eerst als wij een smal voetpad' ten
einde hebben gewandeld en een wilgenlaan zijn door gegaan,
bereiken wij den dijk en straks ook het dorp. Wij hebben in-
middels niet verzuimd, rondom ons te zien en den blik te laten
gaan over het schoone landschap, dat zieh aan alle kanten uit-
breidt. Aan de overzijde de Bommelerwaard, met de torens van
Hedel en de spoorwegbrug, den hoogen toren van Bommel,
het statige kasteel van Ammerzode en de torenspitsen van het
dorp, met den dijk, het veerhuis in het groen en den molen,
het scheepje op den stroom en de runderen in het water —
een liefelijk Hollandsch riviergezigt. Wat verder is Well te
ouderscheiden met zijn hout-, zijn kerk en zijn hoog en somber
heerenhuis. Ginds, verder nog, rijst uit de groene vlakte het
bosch op Heusdens wallen, zijn afgeknotte torenkap en het
sierlijke spitsje op zijn raadhuis. Voorts Nieuwkuik, Vlijmen,
Hedikhuizen in de onafzienbare läge velden, de trotsche St. Jans-
kerk van den Bosch, het kerkje van Engelen en, in onze
nabijheid, de torentjes van Bokhovens kerk en van het huis des
veldwachters. ’t. Is een schoon landschap. ’t Is ook een in meer
dan een opzigt merkwaardige landstreek. Zie eens, hoe die
stukken grond zijn afgeknaagd, afgestoken, ingezonken; zie eens,
hoe deze dijk voor een groot gedeelte is weggeslagen. Dat zijn de
sporen der overstrooming, die in den verschrikkelijken December