Ook waren de heerlijke regten en het kasteel op verre na niet
altijd in dezelfde handen. De bnrg t, die tot de oudsten van het
Sticht gerekend werd, behoorde lang aan het geslacht Bo r r e
van Ame r o n g e n en ging in 1425 over aan de van Hemer t s.
Godard van Reede kocht het omstreeks 1557 en verkreeg eenige
jaren later ook de halve heerlijkheid in pandschap. Zijn tWeede
zoon Frederik werd eigenaar, na hevige processen met zijn’ ouderen
broeder. Ook omirent de heerlijkheid Zuilestein, het erfgoed
zijner moeder, had hij hoogloopende geschillen met den Heer
v a n Rpn e s s e , aan wien zijn zuster Al e i d , weduwe van den
kolonel Wi n g f i e l d , haar verkocht had. Tijdens het bestunr
van Frederiks zoon en leenvolger Godard hadden de Staten van
Utrecht, gedurende de jaren 1615 tot ’29, het pandschap gelost.
Zijn zoon Godard Adriaan ontving in 1676, als erkenning zijner
groote Verdiensten, het volle en het vrije bezit der hooge heerlijkheid,
waarvan het bewijs hem werd aangeboden in een gouden
doos, van buiten met het wapen van Utrecht, van binnen met
die van Reede en Amerongen versierd, thans nog op het huis
berustend. Met groote plegtigheid werd de eerste graaf van Athlone
in 1692 na zijn’ terugkeer uit Engeland als Heer gehuldigd. En
nog is de zilver-vergulde schotel bewaard, waarop, volgens het
inschrift, Henriëtte van Nassau, gravin douairière van Athlone,
in Junij 1742 de sleutels en het regt van eigendom van Ame'-
rongen aan hären zoon overgaf. Met den negenden graaf stierfde
mannelijke lijn in 1844 uit. Wijlen de graaf van Aldenburg Ben-
tinck, wiens moeder een dochter was van den vijfden graaf, verkreeg
Middachten, en thans is ook Amerongen uit het geslacht
der Reedes in dat van Bentinck overgegaan. Geen beter plaats,
om van Lenneps P l e e g z o o n te lezen, dan Amerongen. Dit
dorp èn zijn omtrek heeft blijkbaar den geestigen schrijver voor
oogen gestaan, toen hij het leven op //Sonheuvel beschreef. Ook
eenige historische personen komen er in voor, maar om een
geschiedenis der Reedes was het hem niet te doen.
Aan de heerlijkheid Amerongen grenst die van Zuilestein,
eertijds de helft van het gerigt van Amerongen, aan den dom-
proost, behoorend. Oorspronkelijk schijnt zij een bezitting te zijn
geweest der magtige familie van Z u ij l e n , die in het Sticht zoo
rijk gegoed was en waarvan met name de tak der Ab c o u d e s
in dezen omtrek tal van heerlijkheden in eigendom had, deels
als Gaasbeeksche leenen later aan den bisschop vervallen, deels
door afstammelingen uit zijtakken of door bastaardij bezeten.
Gijsbert van Abcoude, evenals zijn zoon Zweder en zijn klein-
zoon Gijsbrecht, hadden er in de 13de en 14de eeuw regten en
eigendommen. De eerste bekende Heeren van Zuilestein waren
uit het geslacht van Zuijlen en klimmen op tot het begin der
14de eeuw. Na eenige jaren aan Dirk van Bevervoorde behoord
te hebben, kwam het kasteel in 1502 aan de Heeren van S e i d e n -
eck en in 1549 aan E r n s t van N ije nr ode . Diens erfdoch-
ter bragt het aan Goda r d van Re e d e , na wiens dood zijn
dochter A l e i d , met den kolonel Wingfield gehuwd, het heeft
bezeten. Om een einde te maken aan de processen er over ge-
voerd, kocht prins F r e d e r i k H e n d r i k het huis in 1630. Hem
werd tevens de hooge heerlijkheid opgedragen , twee jaar later met
die van Le e r s um vereenigd en vergroot. Hij liet het huis prächtig
herbouwen, met den schoonen b oogen toren, met de hangtorentjes
op de hoeken en de zittende leeuwe,n op de toppen der trapgevels,
zooals zij nog gedeeltelijk zijn bewaard. Maar het jaartal 1555 boven
de voordeur wijst er op , dat een deel van het slot van ouder dag-
teekening moet zijn, uit den tijd toen Ernst van Nijenrode it bezat.
Van den bürgt, waarop Frederik van Baden in 1509, evenals op
dien van Amerongen, een sterke bezetting had gelegd, zal in
het tegenwoordige muurwerk wel niet veel meer over zijn. t. Is
nog een aanzienlijk huis, dat met zijn door vazen gekroonde tuin-
muren en zijn poort een deftig geheel uitmaakt, maar een groot
deel van de gebouwen aan den buitenhof is gesloopt en de eertijds
prächtige brug heeft veel verloren van zijn steenen versierin-
gen. Rondom een zeer groote vestibule, waar de portretten hangen
van F r e d e r i k van Na s s a u -Z u i l e s t e i n en zijn’ zoon,
VII 9