114 HET STADHUIS.
een afgeschoten gedeelte eenige zerken, waaronder eene van den
Franschen majoor L e o n a r d de Ba r s , overleden in 1632. Uit
het jaar 1514 is de grafsteen met Gothische letters, in den muur
van het N. transept gemetseld, en daarvoor ligt een zeer uit-
gesleten zerk, waarop nog eenigszins het beeid van een geeste-
lijke schijnt te herkennen. Merkwaardig is het bovenste orgel en
de kraag, waarop het positief rust, in renaissance van de 16de
eeuw. Overigens is er niets belangrijks, dan een goed gesneden
maar bedorven bank uit de 17t,e eeuw en een paar fraaije kope-
ren kroonen.
Vlak bij de kerk is het stadhuis, in 1662 gebouwd. Het
Stedelijk archief, dat er bewaard wordt, is grootendeels geinven-
tariseerd en goed in orde. De oorkönde, waarbij G ijsb e rt van
Abcoude Wijk met- stadsregten begiftigt, is het oudste stuk,
er voorhanden. Een houten beker van het gild der timmerlieden
wordt er als een merkwaardigheid getoond. Maar vooral van
belang is de menigte voorwerpen, bij de Hoogstraat en elders
opgegraven. Jammer, dat de kast, waarin zij worden tentoonge-
steld, veel te klein is en alles in bonte mengeling dooreen ligt.
Al berust het voornaamste van wat er aan het licht kwam op t
Museum te Leiden, al bezit het NederlandschMuseum den schoo-
nen gouden Fränkischen haarband, en al zagen wij bij den heer
Cr o o c k ewi t tal van Romeinsche, Fränkische en bisschoppe-
lijke munten, allen' uit den omtrek afkomstig, ook hier is nog
genoeg te zien: Romeinsche urnen, een fraai zwart Grieksch
potje, kralen in menigte, spinsteenen, sleutels, naalden van been ,
kämmen, dierenbeenderen, beeldjes, mantelhaken, een vuur-
steenen ba l, muntvormen, Stempels, een drinkglas, in de gracht
van ’t kasteel gevonden, een kan van 1600 metdennaam Johan
van Buchei en nog vrij wat meer, dat bij oordeelkundige schif-
ting en ordening veel zou kunnen winnen. Op den schoorsteen-
mantel staan groote urnen en vazen en een steenen mortier.
Een lange reeks van menschengeslachten gaat onzen geest voorbij!
HET GASTHUIS. 115
Ons laatste bezoek geldt het Ewo u t s en E l i s a b e t h s gast -
h u i s. Den gevel hebben wij reeds bij onze wandeling door de
stad gezien, thans maken wij ook kennis met het inwendige.
Wij verwachten geen z i e k e n h u i s , zooals de naam den Holländer
waarsohijnlijk zou doen vermoeden. Oude lieden worden
er opgenomen en kosteloös verpleegd, terwijl eenige anderen er
„den kost hebben gekocht” en dus regt op huisvesting en onder-
houd hebben. ’t Is een. ruim gebouw, ten deele vrij oud, ten
deele nieuw. De voormalige kapel is nog goed te herkennen. Zij
dient thans als eetzaal, waar de proveniers een afzonderlijke
tafel hebben. In de ruime keukens vinden wij reusachtige tinnen
borden en kannen, sommigen met den naam J a n G a r d e n i e r
en een roos tot merk; — naar ’t ons voorkomt hebben wij een’
Stempel met zulk een roos op Jt stadhuis m de kast .met oud-
heden gezien. De slaapkamers zijn zindelijk en de verpleegden
schijnen ’t goed te hebben. Tot de oudste bewoners behooren
een oud-strijder van Waterloo en een bijna honderdjarige vrouw;
tot de merkwaardigheden een bejaard man en zijn dochter, van
buitengewoon kleine gestalte, ’t Is echter niet zoozeer om de
inrigting van het gebouw, waarin. sedert eeuwen reeds menig
oude of zwakke een veilig toevlugtsoord vond, noch om de mannen
en vrouwen, die hier hun laatste levensjaren doorbrengen,
dat wij het gasthuis bezoeken. Wel boezemt het ons belang in ,
wat de liefde doet om te helpen, wel is de mensch belangrijk,
wie hij ook zij, maar de inrigting van'het W'ijksche gasthuis
verschilt niet zooveel van andere stichtingen van den zelfden
aard, en om de menschen te leeren kennen, moet men hen langer
gadeslaan dan ons gegeven is. Voor den vreemdeling is ’t
vooral opmerkelijk om de portretten, er bewaard. Er hangen er
niet weinigen, grootendeels af beeldingen van regen ten en regen-
tesseii. Twee der laatsten, uit de school van v a n d e r H e i s t ,
zijn zeer verdienstelijk. Eenige anderen zijn later overgeschilderd
en dat van een tweejarig kind in ’t rood met een parkietje,
uit 1641, heeft veel geleden. Onder de regenten is ook een graaf
van Na s s a u -Ro c h f o r t , Heer van Z u i l e s t e i n en een chirur