Er zijn te Heusden enkele bezienswaardigheden en een aantal
geestige stadsgezigtjes, zoowel bij de met hooge iepen beplante
wallen, waarop schilderachtige zijstraatjes uitloopen, waar vlier-
boorn en wingert zicb bescbermend uitbreiden over rijk getmte
muurtjes en daken, als in de achterbuurten der stad, waar de
lijnen van oude trapgevels rijzen en dalen, en boven het groen
van ’t geboomte in de tuinen de zware steenklomp van den kerk-
toren en de sierlijke stadhuistoren oprijzen; zoowel bij de haven
met haar gemetselde wallen, haar sluis, haar overdekte visch-
markt en haar schepen aan den voet van den vestingmuur, als
in de breede hoofdstraat, waar heden markt wordt gehouden en
kloeke heeren- en winkelhuizen, nevens den schoonen gevel van
het stadhuis, een vrolijk tafereel omlijsten. Is de markt afgeloo-
pen, zijn de witte mutsen, de huifkarren, de kleurige groenten,
vruchten en manufacturen, de boeren en de zware paarden weer
verdwenen uit de straten, dan zal Heusden, als iedere landstad
van dien aard, wel ledig en stil zijn, maar ook dan zal de vreem-
deling er toch wel den indruk ontvangen, dat er de welvaart
niet ontbreekt van een middelpunt eener vruchtbare en digtbevolkte
landstreek.
Enkele oude huizen zijn nog tamelijk ongeschonden bewaard.
Van het jaar 1619 vinden wij een paar aardige gevels met fraaije
muurankers, en naast het logement prijkt een smedenj met een
goed bewerkte deur uit 1618, waarboven in verdienstelijk beeidwerk,
waarschijnlijk echter uit later tijd, een smederij in vollen
gang is afgebeeld. Ook eenige gevelsteenen merken wij op, als
Adam en Eva, met de slang en verschillende dieren, m ’t p a -
r adi j s, en een’ man, die door een’ met het kruis naar beneden
gekeerden wereldbol kruipt, een zinnebeeidige voorstelling van
de waarheid, daaronder uitgedrukt in het kreupelrijm:
MEN MOET HEM CEO ME SAL MEN DOER DIESE VERKEERDE
WERRELT KOMME.
De voornaamste gebouwen zijn het stadhuis en de kerk. Het
eerste is een fraai, antiek gebouw, na het verbranden van het
oude raadhuis in 1572, in 1588 gebouwd en in 1635 aan de
voorzijde vergroot. In den laatsten tijd is het uitstekend in den
ouden stijl gerestaureerd. Evenwel zou de schoone voorgevel met
zijn bordes en zijn’ slanken, rijk versierden toren nog wel beter
uitkomen, wanneer hij, in plaats van naar een straat, naar het
marktplein gekeerd was. Van het kerkplein gezien, vertoont zieh de
meer onregelmatige achtergevel, met den ronden traptoren, schil-
derachtig tusschen het rijk geschakeerde groen. Ook het inwendige
met zijn gekleurde tegels, zijn houten beschotwerk, zijn
schoorsteenmantels en balken, met de massieve meubels en de
consoles, waarop de wapens der burgemeesters en secretarissen
van Heusden zijn geschilderd, beschaamt de verwachting niet,
en vooral als alles den gloed der nieuwheid wat verloren heeft,
zal het met het uitwendige van het belangnjke gebouw in volle
overeenstemming zijn. Veel heeft het stedelijk archief verloren
door den brand, die het oudste gedeelte verwoestte. Of het nog
van beteekenis is, is ons niet gebleken.
De groote ke rk, wier koor vriendelijk tusschen linden, pla-
tanen en treurwilgen gelegen en ten deele met klimop begroeid
is, beslaat een aanmerkelijke oppervlakte, maar heeft door allerlei
aanbouwsels en bijvoegsels een zonderlinge, onregelmatige ge-
daante, gelijk zij dan ook een staalkaart van bouwstijlen vertoont.
Het oudste gedeelte is wel het zware, vierkante onderstuk van
den toren, dat Romaansch is en zoo uit het lood hangt, dat er
reden van bezorgdheid zou zijn, als het niet reeds sedert eeuwen
in dezen scheeven stand had verkeerd. Het bovenste deel van
dezen steenklomp is achtkantig en gedekt met een leelijke, af-
geknotte kap. De kerk zelve is van jonger dagteekening. Wel
was er in ’t. begin der 1 Ba° eeuw reeds een kerk, maar de tegen-
woordige schijnt omstreeks het jaar 1328 gesticht en werd in
1555 door het aanbouwen van een dubbel kruiskoor vergroot.
Aan het muurwerk zijn eenige fraaije proeven van bouwkunst
overgebleven, maar het geheel heeft in vroeger en later tijd vrij
wat veranderingen moeten ondergaan. Toen in 1572 de noodlot-
tige ontploffing van een ton buskruit bij het kasteel een aantal