
B E S C H R Y V I N G:E v a n
\velke de Zce zieh met fwaarder dynin-
gen verlieft , waar voor men zieh by
dag hetcr , dan by nagt , wagten kan.
Men ziet dit wit Water voomament,-
iyk yan de eilanden Key| Äroe, &c.
Ora.de Zuid-Ooft ,-tot Teniraber,, en
Timor Laoet in ’t Zuiden, inVWeiten
tot,.Timor., in ’t Noorden tot digt by
de. Zuidvkuft van Ceram j dog niet be-
noord.ep Amboina., Niemand weet,
waar dit van daan komt, hoewel ’t
waarfcbynelykfte is,dat het uyt’t Zuid-
Ooilen, of wel uyt het Zuid-Zuid-Oo-
iien zyn aänvang neemt, en dat het in
de groote zeeboefem, die ’t, naaft Zuid-
]and van Nova Guinea met zyn lange
hals(die niet verre van ons legt)maakt, zyn
oprfprong heeft.Het doetgeen fchade,dan
^^dfsyaartuigen j gelyk wy reeds zeiden.
Ook rriaäkt het de vifchfchuw, en is de
viffchers nadeelig, om dat het de lynentc
. 5 ■ klaar, aan., de vifch, toont, . hoewel die
meeft na’t fwai t water heenen rlugt.
Reden Na dai het nii egter af^enomen , en
van dien» gedaan heeft , ziet men dat de Zce zig
veSh yan veel flym, quallen, en andere vui-
ligheden dp de itranden ontlaft, Zorn-
mige zoehen de reden yan deze witheid
in eenige diertjes , die ’s nagts als ’t
verrothout eenig licht van zieh geven.
Ändere meinen, dat het een dünne fwa-
yfclagtige zeedamp is , uyt de gronden
ppwellende., en zig overZee verfprei-
dende. Het is wel waar, dat men veel
fwavel-bergen , in Banda , op Nila,
.Pamme , Amboina , en el-
ders daar oiriifreeks,‘heeft 5 maar zoo
het daar van daan quam , zoo moeftmen
zulken wit-water ook op alle die plaat-
jfcn hebben , daar fwavel-bergen zyn,
<3at men nogtans niet bevind 5 en aer-
halven zal ’er een andere, reden van zyn,
die ik beken niet te weten , en aan de
natuurkundigen överlaat. Ik weet
ook niet dat het ergens zoodanig f dan
hier om itreeks , en ontrent de: Majot-
,fe eilanden, vernomen. word.
Het tweede ,,in de Zee van Amboina,
dat verwonderens weerdig is, zyn zeke-
re lange wormkens , Wawo genaamtj
; die alle jaar op een gezetten tyd zig mede
vertoonen 5 dag van welke wy nu
niet , maar ander de ipyfe der Amboi-
nefen , zullen ipreeken.
Nu zouden wy nog over vericheide
zoorten van zeldiäame Steenen, Die-
ren, Hout, Vrugten , &c. - hier vallende,
als ook over een menigte andre fteenen,
die opmerking verdienen, als den Ami-
anthus,. Criital, Marmer-fteen, Mar-
caiita , können en moeten ichryven ,
, dogalzo dat uytvoerig door den Heer
Rumphius in zyn Ambonfche Rariteyt-
kamer gedaan is, zo wyfen Wy den Le-
zer tot de zelve.
Van de A M B O I N E E S E N .
Van het Land gaan wy over tot de ^
Befchry ving van de Volkeren, die daar Amboi-
in woonen. De voornaamite en meefte neefen,
in getal zyn de Amboinefen, en behal-
yen deze zyn *er ook Ghineefenr, Mar-
dykers, Siaven, en de Holländers, on-
der welke wy de verdere begrypen.-
Wat de Amboineefen aangaat , deze By de
zyn de inboorlingen des Lands, hoewel Ouden»
ons hier na blyken zal , dat Kunne eeiv ?Jder dc
fte voorouderen uyt andere Landen ge^
iptoten zyn. Het weinige y dat de o^ Eeters
den daar van wiften , heeft fien dezel- geteld.
ven al mede onder de Sindx of Men-
ichen-Eeters doen itellen , waar Voor
men, volgeijs Ptolomeus ftelling., voöma-
mentlyk 3 eilanden, voor de Ghineefche
kuft gelegen y koü moeten houdeu jidie
na de gedagten van zommige , Celebes ,
Gilolo ( of Halemahera) en Amboina,
zoiiden zyn. : .;
. Voor my, ik.eeloof, dat in oudety-
den alle de eilanders in de groote Zee,
die de Portugeeien. Archipelago di' St.
Lazaro noemen, Menfchen-Eeters, en
dat die van Amboina daar mede ötider
geweeft zyn j en hebben wy by de be-
ichryving van rt eiland NoeiTalaoet met
nög verfche;ftukken bewefen.
De Amboineefen zyn van een matige
gellalte (hoeweL ik eenige lange gezieti
heb) niet zeer vet, en ook met geheel
fWart, maar vaal van kouleur. -3; tOok
hebben zy geen platte, maar wef g o
maakte Neufen j en ¡zyn niet aualykbe-
fneden van aangezicht , ja ik heb ’er
Mannen en Vrouwen onder gevonden,
die ffay vanrtronie vfchoon van|trecken,
en van een bekoorlyke geftalte ’waren,
. Van oüds was ’t een raw,- wild, on-
befchoft, loom-, droefgeeftig., dom, en
zeeronnoozelvolk 5 hoewelr'zy,,metter
tyd zeer verändert zyn. .1 • - :
Van hare onnoozelheid, en onkunde, Onnoo-
hebben wy al een voorbeeld in die van’t ^ 6^
dorp Seroelati gezien , wanneer: zy een derZe^-
boom willende voortroejen , en ’t nietVe
gaande, ’er een na beneden liep, en de
boom zoo wis om ver kapte , dät zy
al roejende met boom met al nabeneden
quamen.
O.ok zieh wy ’er een preuve af by die
van Moelana 3 by Honimoa'die zig
pvergaven , op dat de vyand met hun
land niet weg.roejen zou , gelyk hen
gedreigt was. In de latere tyden zelf is ’t,
by de komft der Portugeeien, gebeurt,
dat dietouwen en ankerste land gebragt,
en de felve daar vaftrgemaakt hebben-
de, zy uyt een Hecht begrip van hun
gevaar, zieh, om verder ongevallert voor
tc komen, overgegeeven, en hen toe-
H Iget:
' & M B O
geftaan hebben in dit land zieh neder te
zetten j en te handelen, dat zy hen in’t
eerft afgeflagen hadden.
; Daar zyn ’er geweeft, die, een Pi-
fang-boom op ’t ftrand geplant, en gezien
hebbende , dat. de Zee die om verni
floeg, de dwaasheid hadden, van die
:jnet fenild en fwaard te beftryden, #
Dit waren de Strand-bewoonders,
maar die zig op ’t gebergte ontliielden,
Wierden van deze bottericken nog bc-
drogen , alzo die hen ’t.zee-water .voor
•iets neerlyks,.om in hun fpys inde plaats
van zout te gebruiken, verkogtenj’
De liftige Jayaanen willen in de eer-
ile tyden aan de tro.tfe Hitoeèfen, die
altyd nog wyfer als de, andere Aipboi-
neefen wilden zyn, kleene witte llecnt-
jes , voorgevende dat het eyeren van
.’Peerden, Buffeis, &e. waren, die in
Jiun land toen nog niet vielen, tegen
Nagelen en andre Speceryen zeer dier te
.verkoopen , en hen wys te maken , dat
die een groote Medicinale kracht hadden,
gelyk die van Larike aan die van
•Wackalihoe gedaan hebben.
In de .ty,dcQ.der. Portugeefenegebeur-
de het , dat twee viffchers. te zaamen
viffchende , en juift maar drie vilfehen
gevangen hebbende , malkanderen niet
d te wel in ’t deelen der zelve verftaan
konden, alzoo ’er altyd een van. beiden
een te veel, of een te weinig hadj en
de derde te deelen, vonden zynietgoed.
-Juift komt ’er , terwyl zy daär over
jhafpelen , een Portugees , aie met een
-bedaard wefen tegen hun zey , ik zal u
lieden aanftonds icheiden, en de deeling
net even gelyk maken. Hy deed het
ook : want hy gaf’er elk een, en nam
,4fi derde voor zieh, waar mede zy weite
. vxede .waren j dog waren zy in oude
tyden zoo.dwaas, de meefte weeten nu
wel beter.
De reden, waarom die van Ceram
na de Batoe Caloway , of < na een
klip , met haare hafegajen fchepten,
heeft ons al mede haar onnoozelheid
doen zien.
Üythun- Hun gering verftand belpeurt men
dkhte1"’ nog ver^er uyc ^ tkbelagtige v.er-
a&omft balen , die. zy zelf van hun afkomft
nader be* doen j alzoo zomraige zeggen vanKay-
wefen. ui ans, andere van ftoelen van Bamboe-
: fen, of uyt oude holle boomen ,• of van
-Aal, en wat dies irieer is , gefproten
te zyn- Zommigen, die nog leven, geven
voor, dat dit nog niet lang gele-
den is. Ik heb zoodanigen in myn tyd
nog gekend , die dit wel ftyf ftaande
dorften houden, en die voorgaven van
eeri Kayroan gekomen , en dus van ’t
aileree(felfte geflacht dezes lands, en
niet minder dan die van ’t geflacht der
Goden by de Romeinen waren , te zjn.
I N Ai 139
Altoos de Boeroneefen zullen daarom
geen Kayman, en die van Alang en Li-
Üboy geen Aal dooden, om dat zy vaft
ftellen, dat dit hun bloedvcrwanten
zyn 3 gelyk wy dat bevoorens al hebben
aangemerkt. De oude Köningen van
Iha beroemden zieh van een Calappa
Radja , of Koninklyke Cokos-boom
(dat een laage kleene boom is) gefproo-
ten te zyn: Al de Alfoereefche Köningen
geven voor j dat zy van zekeren
waren Waringin-boom, dicht by Hoe-
koe aan de middelfte fpruyt van de Ajer
Talla, en die daar die wonderlyke ge-
vlogtene brug over die rivier maakt, af*
komftig zyn.
Die van Hative,en meer andre, zeggen
van een Slang gefproten tc wezen ,
en zullen noit geen flangen dooden) hoe-
danige ’er in Amboina wel meer zyn j
voorgevende, dat die dat doet,het met
de dood betaien zal.
De Heer Marville, in zyn tyd daar
wat onvoorzichtig meede lacchende,
doode eenige Slangen in ’t gezigt van
eenige Inlanders, die hem dat afrieden,
en kort daar na quamen zy alle in zyn
huys, en.ook hy zelfs, van de ftuipente
fterven. Dit nad toen by den dwaazen
inlander dennaam,dat dit gefchiede,om
dat hy die flangen gedood had ; dog ik
geloof vaft , dat deze of gene inlander
hen allen, uyt een verkeerde woede, om
dat men qüanfwys zyn geflacht bena-*-
deelt had, vergeeven heeffj en dan moet
men vaftelyk fterven.
Daar zyn’er ook, die zeggen van een
fchildpad, andre , van een hofeh-werken
(gelyk wy in Ternate over die van
Bwool ook zagen) andre weer uyt Dra-
ken-eyeren (gelyk wy dit over de Vor-
ften der Moluccos aangemerkt hebben)
gefproten. tc zyn.
. Men moet. dit in een Amboinees zoo
vreemd niet houden, wy zullen daar van
pnder andere volken verfeheide vöor-
beelden geven.
Die in de Griekfe en Romeinicbe Ge-
fehiedeniffen wat belezen zyn, zal dit ge-
voelen zoo wonderlyk niet voorkomen.
Het gevbelen , dat de menfehen (als
men hun geflagt niet recht wift, eri men
hen egter voor geen baftaarden wiide
doen doörgaan) of Terra F ilii, zoonen
der aarde , of uyt de aarde geiprootenj
of, waren zy wat grooter van afkomft,
Heroum, vel Deorum Filii^ zoonen der
Helden, ofder Goden, waren, is zeer
oud. Die van RJjodus zeiden van de 7
Heliades , of wel van menfehen uyt de
aarde , door de Zon verwarmt, na ’t
verhaal van Diodoor L. f . voortgekomen
tc zyn.
Dus hieiden de Grieken, dat E-
rs'chteus , en de Athenienfers , die
S i zieh