
z$6 A M ms Ö »¿74- 'der te loopen, als of *t zeggen wilde,
n zyifcpligt voldaan te hebben* Hetnam
n alle ae huizen der negeryen , beweften
rt enltiezuiden de velting Amftccdara
n flaande, weg, en lmeet dezelve over
» hoop. In Sinaio, daar bcooften gele-
» gen, alwaar veel geboomte en ruigte
„ ftond, was die water op zommige
n plaatzcn z a 3, en meermalen, afgc*
n lopen, met zoo groote fnelheid opko-
„ mende, dat men ’er geen 00g ophou-
» den kon, waar van de eerfte bäar maar
y> zoetjes aanquam, de tweede fineet al-
?> les om ver,en de derde ipoelde’tweg,
n zoo dat de plaats, daar de negery ge-
„ ftnan hadde met boomen en huizen,
« Zoo glad weggehomen was, alsof ’t
n niet zamengevoegd was geweeft. Al-
n le, of de meefte vaartuigen, van cha-
,t loe pen , Tsjampans, en praauwen,
» raakten aan ftukken en weg , en de
» viflchen,zoo zommige meinaen,huil-
» den even als of ’ermenfehenfehreiden,
n ’t.welk gelooflyk is door de Kaymans,,
„ of Crocodillcn, die zieh daar veelont-
ti houden , gelchied te zyn. Een me-
,v nigte vari viflehen wierden aldaar op
,j ’tland , en onder andere partyen, bin-
nen ’t pakhuis tot Hila gefmeten}
„ doch , die willende nuttigen, zyn-die
zoo imakeloos bevonden , als of zy
„ hout waren j moeften dierhalven wer
„ der weggefmeten werden. Hier tegen
„ was een. party vee , en waren vcele
„ wilde verkens, t’zcewaard gevoerd.
„■ Uit al ’t welke dan genoegzaamblykt,
„ dat God .de. Heere doet omkomen en
„ behoud, wien hy wiJ., zonder aanzien
w van fterfctc bfte zwakheid. Onclef an-r
deren was mede Sngemerkt dat ae
„ fterkfte en friftc mannen meeft, ende
„ kreupele en üegte minft befchadigd
„ zyn geworden. De Inlanders, voor-
yy namtntlyk van de kuft Hitoe, zyn hier
door (dat niet te verwonderen is) zoo
„ verfchrikt geworden, dat zy alleberg-
„ waards vluchtcden, en waren veele,
ontrent meergemelde Reduit Amfter-
„ dam gewoond hebbende, zoo arm,
„ datze de nat geworden, bedorven, en
J} in zee gefmeten Compagpies ryft op-
„ viften, en wilden nuttigen, ’t welk
„ by de Ed: Heer Landvoogd vemomen
H zyndey wierd order gefteld om eenige
„ goede ryft aan de behoeftigen uit te
„ deelen, die dan door zommige, door
,, andere weder niet', gehaald is , wyl
vcele ryken arm, en wederom vcele ar-
n men, door vinding van goederen, ryk
■ n geworden zyn. Daarenboven is de
„ Rivier aldaar, en op Ceyt, zoo door
n ’t afvallen der bergen, als door de be-
,r weginge des aardryks, onbequaam tot
„ gebruik, als zynde zecr dik, troebel,
n en vuil van fmaak geworden^ zoo dat
isr / s m h e
de lieden hier zeer defolaat zaten, bc-
fchreiende, nevens ’t verlies harer
vrienden, 00k haar eigen zoberenftaat.
De twee hooge bergen van Wawani j
en Manifau, agter Ceyt,-hebben zpl-
ke ftukken in ae naafte valyen gefmeten,
dat de daar tuflchen loopende Rj-
vier zyn loop geftopt, en boven cen
binnen-meir gemaakt wierd, ?t welk
niet zonder gevaar heden of morgen
ftaat los te breken. Klein Ceram, ^of
’t land Hoewamohel, had de water-
golf, die op de drooge ryft-hoek, zoo
Suiten den zelven om, als binnen den
zelvcn doorliep , mede fchadelyk geweeft.
De ftrand aan de Wdb&yde
van de klip was in zand veranderd , en
een groot ftuk Van den hoek Way aan
de Ooft-zyde weg gezonken. Oök was
’t Moorfch negeiytje aan de vefting
Overburg op Loöhoe, daar ’t water
3 vademén hoger, als gémèenelyk ge-’
weeft had, gehecl ^rcggenomen inet
alle de praauwen j doch ecen menichen
bcichamgd, de vlakkc hoek Kahoela
was van al zyn geboomte beroofü-, eq
de “huizen van de óppaflèrs in ’s Com-
pagnics Zagoe-boich' waren dryven-
ae opgenomen , en inet ftylen -eh -al
boichwaard ingezet, daar de öppaflers,
na dat de watervloet afliep, haargoed-
je en geweer Weer üithaalden. In
de bocht van Tànoeno was mede'een
Chriften Kerk, en de helft van de nc-
gcrys huizen, doch geen menfehen
verflonden, fchynende dit water maar
allecnlyk-op ’-t land aangezet téTiéb-
bcn. teiwyl ’t in zee, cn tuflchen’C
land^, en de kuft Hitoea feil was, be-*
halven” daf irìén ' wat'k^jbeling voci-
de, zoo als verfchéide' Eedèh gftnigèi;
die maar een musquet-fehoot van de
wal af in zee Waren, eil een groot ge-
druis aan land hóoiden. Op Boero,
Amblauw en Manipa, Kclang en Bo-
noa, heeft men de aardbeving òòkge-
voeld, als mède de opfteigiftg Vah' *t
water op Manipa', 'aaär ’t eenskldps
tot in de Rcduits-gracht liep, niet vér-
nieling van de fcheen-angels voor.de-
vefting, en wegneming van in de 40
huizen der negery 5 doch geen menfehen
5 maar de aardbevmg was daar
mede fei geweeft. - In rs Gompagäes
wachthuis, op ’t Eilaiid Kclang, ter
plaatze Salatti ,had ’t water ontrent 16
voet hoog geftaan, zonder verdre fcha-
de te doen. Op Oma', Honimoa, en
Noéflàlaoet, was de aardbeving al mede
heftig geweeft, waar door de pan-
nen van ’t woonhuis in de vefting
Hollandia verfchoven geraakt zyn,
hebbende ’t aardryk den gantichen
nacht daar niet ftil geftaan 5 als medtf
op Oma, daar de aardlchudding^ na
■" Z f A A l
,j de eerfte harde ftoot noch etn gantfeh
ctmaal geduurd had. Het water was
„ böven dien wel 6 voeten hoger, als
^emeenelyki geweeft y zynde de muur-
„ tuflchen de combuis j en ’t klein pak-
,, huisje, op vcrfcheide plaatzen_ ge-
„ fcheurd. Op de pas Baguwala is de
„ Reduit Middelburg meeft van alles
, f öntzet, en de halvc maan wel z a 3
„ voeten in de grond gezakt, een goedc
,i -party büskruit, daar, om de droogtedes
„Melders,geborgen, lag zecrgevaarlyk j
i/«doch is nog behouden geworden.'Het
,i- Water was niet över de zelve pas j maar
„ älleen van de Zyde dbr Reduit tot aan
„ de eerfte wöoningen gelopen y dat een
„ groot geluk Was: want indien ’t zelf-
„ de doorgezet hadde, zoo zoude het
„ gelooflyk alles, ja Zelfs de Reduit,
„ Weggeimeten hebben.“ öok was ’t
„ land in de Negeryen j Baguwala en
„ kleen Hoctoemoeri,magtiggefcheürd.
„ Uit Banda had men berigt, dat op-do
^ zelfde dag en üur $ Oiede aldaar by
kläare manefchyn, en ftil weder, een
„ zagte aardbeving, en eenig oploopvan
>» water, was geweeft} doch zonder
fchade te doen. Aldus was ’t door de-
„ ze gantfehe Landvoogdy geftelt, zon-
„ der dat de aardbeving, of onderaard-
»» fche rommelinge,zommige als een*ge-
„ luid van kanon-fchopten, en andere,
» als o f ’er wagenen en paarten aan ,qüa-
j^men, noch- öok dfe Hemetfche vuür-
#teekenen ophielden. Zondag, denzes-
„ den May, na dat het ontrent 14 da-
»» gen een weinig opgehoudenhad,heeft
men wederom z harde ^dfchuddin-
»> gen vemomen. en des avonds ontrent
„ y uuren zag men onder een harde flag-
„ regen in ’t Ooften een groot vuur,
„ onder fmal /en boven breed, ’t welk |
„ t’elkens na den regen bphield, cn met ‘
de zelve weder quam. En den volgen-
»• den Donderdag, zynde den 10 May,
„ ’s avonds op flag van negen uuren, heb-
„ ben f a 6 folaaaten, voor de buiten-
„ pagar van ’t Kafteel Viftoria by een
„ zittende,na rt Ooften in de luchteerft
„ een kleine , en daar na een groote
„ ftreek, als bleek vuur gezien, welke
„ de gedaante van roeden had, zynde
„ den Hemel aan die plaats klaar, maar
„ ,»t vordere deszelfs met dünne regen-
,j wölken bedekt.
„ Eer de huisvröüw van de Heerw»
„ Zyll) Öpperhöofd op Hila, in zeemet
„ haar htlis , en alle de goederen (uit-
„ genomen een kift möt geld, die op de
„ Reduit ftond) weg dieef, zoo was zy
„ na de Reduit geloopen j om ’er mede
„ op te komen, roepende fterk, dat zy
„ zouden open döen, döch, terwyl zy
„ boven daar mede bezig waren ,fleepte
„ de ftroom haar weg. Zy was, gek
e . m , ..
vifcht zynde, alleen kenbaar/aan* ebn 1^4
ring, en gonde keten^ die zy aan had: -
alzoo men geen onderfeheia tuflchen ' -
Holländers en Swartfen (om ^at zy Zöö r,
döorweekt ent alle dooa-bleek waren) nr.-;
zien kon. Een van zyn flaven^ zynde
zyn kok, dreef z a 3 dagen in zee,
hebbende-, zieh op eCft haue opgehöiK
den :j op welke zieh noch efen ander
en veel fterkermedeflaafvan hem ec-'
nigeh tyd opgehouden had } doch dat
hout koii hunoeiden niet boven hoüdenj
weshalven zy öm dit hout eerft zeer
dapper ftredeil. De kok overwon den
anderen, behield het hout alleen, en
dus 00k het leven.
„ Hajfan Soleyntan dreef 00k eenige
tyd met een boom in. zee} doch quam-
te land, daar nu zyn huis ftaat.
» Twee foldaaten , met een praauwtje
van Hitoelama na Hila willende, za-,
gen in zee , Zoo h'en dagt,, een menfeh
in ’t leven. Zy -,.’er na toe gefcheept
zyndeV bevonden * dat het een öaakt
vrouW-menfch was, Weshalven de
een zyn rok eerft uittrekken wilde * •
om die haar toe te werpen} doch zy
riep hen toe: is V nu een tyd) mannen *
om veor malkanderen befchaamd te zyn ±
daar de Heere ons zoo bezogt heeft3 kamt
my^bidik u heden) maar te bulp: want
ik ben niet in fiaat, om my langer te können
bovM howlphy en zal God> danken $
dis ik' mäar Hbhoude w€er aan land ko*
me.
„ Ook liet de Heer Hurdt, na zyne
vlucht uit het Kafteel »by dat huis,daar
zedert de Landvoogden woonden, een
Secretary, en aan de andre zyde een
wachthuis of Corps du guarde,enbui-
ten dien een groote Gabba Gabba-
tioots maken, ota daar in teprediken,
alzoo het ohmogelyk was, om dat in
’t Kafteel te doen} in welke Loöts tot
’t einde der Regeering Van de Heer de
pieq gepredikt is. 1
A. 1Ö73 den 13 September zönd de
Heer Rumphius zyn byzonder oordeel, phius ad-'
wegens ’t verleggen van ’t Kafteel Vi-^y*ovcr
dtoria, aan haar Edelheden, meteen tegen-t
gefteld gevoelen van een ander öp de
kant, beide van dezen inhöiid: ^1