
i 74 B E SCHJ R. Y V I N G E v a n
van een Amboinees als een pand , waar z y ’t zelve boven het belte Goud ftellen.
op hy geld gefchoten had, befat, zoo-,
danig jus wy even zeiden omftrengelt, zal
zekerlyk een fraey g ezigt aan ieraantf
gegeven hebben, die zo een Conde qra
die Goud Hair-fieraad zo gellingerd, en
gevlogten quam te zien.
Drie zeer Buiten ‘deze twee ongemeene zeldfa-
fracje | me Hair-ficradcn, heb ik nog drieHair-
^a'r" ltekcrs gezien, die wy op de zelve Plaat,
««km. No. x ibIV, vertoonen
Metju- De ecrfte, met de letter S , zag ik
weelen by den Meefter van'het dorp Th’iel.
alieaf- Zy was van Goud, hebbende eengroot
gebeeldrblad , als een gulden-ftuk , van binnen
van ccn; fraey groot, agtkantig geilepen
Juweel voorfien, en verder met eenron-
de kring van groote; peerlen verfiert,
behalven ,dat daar buiten om een andre
kring van zecr fraey Qoud bloem-werk
liep.
Dit blad was vail aan epn hair-naald
Van Goud , en diende aid us ten deele
om het hair zelf vaft te fteeken
Het ziet ’er uy t als bleek rood koper,
en *t komt my yoor als het rechte Uri-
chalcum der Duden, dat by hen mede
zeer hopg gefchat ,en $ven eens als dit,
ook uyt een koniüge t’ zamenraenging
van: Goud en Koper opgemaakt,twierd.
Ik heb ’er ringen , Rotang-knoppen,
Stellen van roks-knoopen, en verfcheide
vaten van gezien , die in hooge weer-
de J»y hen waren. Paar zyn. ’er , die
meinen, dat het Hafmal% Ezech. \ ; 4.
mede zo een zport van koper met Goud
gemengt geweeft zy, dat wy voor hun*
ne reekening laaten.
Men zou by deze kraam van Ambon-
fche hoofd- fieraaden der Vrouwen, 00k
zekere hoofd-ßeraaden der Mannen können
voegen, zyndeGoude hoed-banden
van kapitaale goude Letteren gemaakt,
en hen by iommige gelegenthcden ,van
de Heeren Landyoogden, ofte Veldheeren
in Amboina, wegens dienften;
ten! aan de E. Maatfchappy be wclen, vereert ;
deele om zig als een' fraey hair-iuweel j maar wy zullenze liever op dien tyd ,
boven uyt te vertoonen , en dus aan welken die hen van die Heeren gefchon-
*t hoofd van de Juffer .glans: by te zetten
De tweede, hy de letter T , was van
ken zyn, vertoonen, alzoo zy 00k niet
^ k ' tot deeze Sicraaden , en
kleinodien, den Amboinees eigen, bezo
fatfoen by na even eens, dog wel eens hooren.
groot, en wel met drie vier kringen,
van peerlen bezet, behalven dat het ju-
weel van binnen 00k een fchooner, en
veel grooter Diamant dan de eerfte,
was. .
De derde, by de letter V , was wat
frooter van blad, als de eerfte, en wat
Ieener als de tweede 5 maar had in ’t
midden een geilepen fterre van een
fchoöne Topaz, zy nde vordere van Goud,
en met een meenigte, van kleene peerl-
tiens bezaeit; 00k was de naald , waar
dit blad vaft was, vrylanger, endunder,
dan een der twee eerften.
Dicrgelyke heb ik zeer veel van deze
en gene.vermögende Miftige Dog-
tere op Batavia, vol fchooneDiamanten
befet, zien dragen, die haar (gelyk te
denken is) geen klcenen luifter aan ’t
hooft geeft , en ’t gezicht van die na
haar ziet doet fcheemeren.
Schoone Onder de Sieraaden der Vrouwen
Goude kan men ook rekenen, dat iommige
tenen e"^u °°k zeer koftelyke Goude Kete-
Deze voornoemde Kleinodien nuvind
men maar hier en daar by eenige. van de
grootfte Vrouwen, dog geenzins by de
gemeene lieden.
Men ziet dan aan dit vorig verhaal,door
die befchryving van de Kleinodien der
Grooten, dat een Amboinees in ’t gc-
meen niet veel tot zyn Kleederen, en
Öndcrhoud van nooden heeft 5 en daar
uyt zou men moeten oordeelen, dat hy,
eenigzins gegoed, en, wat neerftig zyn-
dc, van tyd tot tyd zou moeten over-
leggen ; dog het is wel verre van daar ;
want fchoon fommige nog al fraeje in-
komften van hare landeryen , thuinen,
en vooral van hareNagelen,hebben (behalven
nen om den hals beginnen te dragen;
van welke ik ’er gezien heb, die 3
ä 4 Ryxdaalders fwaar waren , en waar
van de Ryxdaalder tegen 3 of Z4 Ryx-
daaldere (alzo het Manilha ’s , en zeer
fray werk was) betaalt wierd.
By den inlander is ook zeker mineraal,
o f een gemäakte zöort vaa Goud , So- j
Wafla, of by andren Tambak , gebak
genaamd J in zoo hoogenagting-, dat 1 heb.
dat de Köningen, Graven , en
Orangkaja’s, nog al een fraey inkomen
van hare Hhatfil,of van hun recht, dat
hen van ider pond Nagelen toekomt,
dat ontrenc een ftuiver vän ider pondis,
genieten) zo verquiften zy dit alles , en
_ meer daar by | met hunne Maalty-
den , Gefchenken over en weder, en
met onderlinge gefchillen voor den
Rechter , geen fwaarigheid vindendc,
om 100 Ducaaten om eenen Nagel-
beom , die de eene zegt hem toe te
komen , en die de andre weer voor-
wend de zyne te zyn, tc veipleiten.
Het verwonderens- weerdigfte , my Geen
in dit land voorgekomen , is , dat Bede-
ik daar noit een Bedelaar g e z ien ^
Dit
A M B 0 1 N A. i j f
Dit is ook geen zaak,die menintwy-,
fei trekken zal, als men maar bedenkt,
•dat de boffchen overvloed van vrugten
geven^ die, fchoon zy wel dezen ot gc-
nen toekomen , egter noit aan de voor-;
bygaande geweigerd , of verboden werden,
voor dien tyd te gebruiken.
. Ook zal niemand aan een arm man
weigeren , als hy ’t verzoekt, zoo veel
Brandhout,als hy noodig heeft voor een
dag, al was het meer , te kappen ; en
als hy dan niet te luyis, kan hy op zyn
gemak drie bollchen hout hakken , die
een fchelling weerdig zyn , en die aan
een iegelyk verkoopen; hoewel hy ge-
makkelyk van twee ftuivers daags leven
kan.
Schoon de Amboineefen in ’t gemeen
wat {legt van oordeel, en niet. zeer
verftandig zyn , zo heeft men ’er egter
verfcheide van ouds her onder gehad,
die zeer goed verftand hadden.
Enseen ^ niemand van hen die
Hiftorie- cenig werk in ’t licht gaf , dan allcen
Sdiry- Ridjalt, een Hitoeees van gebporte, en
vcis.dangen doortrapt MoorichPrieiler,by naam
RiS gckend, die de Hiftorie der kuft Hitoe
h-jr-nd. in ’t Maleytfch, in een Arabifche letter,
bcichrceven heeft , en hoewel hy dat
niet met die ordre en netheid, die wy
daar in wel gewenfcht hadden, verhandelt
, heeft dit werk ons egter kennis
van zeer veel fraeje zaaken gegeeven,
van welke wy anders niets zouden ge-
weten , en waar van wy ons in dit
Werk bedient hebben.
Ik heb dit Werk, zo als ’t zeer net
met een kürieufehandgefchreven is, onder
my, en zou het niet geerne willen
mißen , alzo het zeer weinig te zien,
en veel minder te bekomen is.
De Titel des zelfs is Hhakajat Tanah
Hitoe) fax. is, de Gefchicdenis van ’/ Land
Httoe.
Dit is wel de eenige Amboinees, '
die iets gefchrceven heeft , maar ik £ 5 vän
heb ’er veele zelf ontmoet, die van een de Kuft
ongemeen goed oordeel waren, en^ maar Hitoc
een weinig geoeffend zynde , zig be-
toonden van cen buitengemeen goed ver- gegte- "
itand te zyn., , ven
Om egter een voorbeeld van een zeer ^ceft*
goed oordeel, enbegrip onder hen,zelf Ook
met een van die geene , die men wel Q^denle
voor de flechtlle, en onwetendile, zou Amboi-
moeten houden , te geven , zullen wy neefen
in ’t volgende Hoofd-ftuk een zeer op- Luiden
merkelyk geval van een Heidenfeh ,o fg^ en
Alfoereefch Koning op Ceram voort- oordeel
brengen , die ons genoeg zaldoen zien,
dat, zyn ’er onder de Alfoereefen men-
fchen, die zo net, en zoo wel gegrond
ov.er hunne faaken en ’t recht, hen toe-
komende, weten te redeneeren, dan
zekerlyk.onder .de Amboineefen , na zo
langen ommegang.met de HolUnders,
en zoo grooten gelegenheid , om hun
verftand tc fcherpen , nog veel bequa-
mer en fchcrpfinniger lieden , dan defc
Vorft , moeten zyn ; waar over wy
den Leefer zelf tot Oordeelaar ftclien.
DERDE HOOFDSTUK.
f~^Eval ^»Pelimao, «»Alfoereefch Koning op Ceram. Die zeer trouwetoos door
V J zynen Boefemvriendy Philip du Pree , verraden , en aan ons overgegeven veierd.
Zyn deftig. jdntiuoord op de vraagen , hem door den Landraad voorgeßeld.
Zyn Dood. De Amboineefen zyn per wraakgierig. Voorbeeld in den Koning van
Oelat. Die ettelyke Moor den doet bedryven. Om zieh aan een ouden vyand te wree-
ken. Men heeft felden gebrekkelyken , of vermtnkten, onder de Amboineefen. Verheer
de Handeling der eerß-gekomene Duitfehers met jong-geboorene Rinderen. Oude Luiden
onder de Amboineefen. De Schryyer fpreekt met een zeer oud Amboinees. Waar
van de Amboineefen ftg in het reekenen van hun Ouderdom bedienen. Ouderdom van
dezen Man. En zyn kragten. Oude Luiden op Hoetoemoeri. Wapenen der Amboineefen.
Een Amboinees na’t Leven met zyn groot Schild verbeeld. Een Boeginees
met een rond Schild. Hun Vaartuigen. Praeuwen. Q f Orembaejen. Op welke
zy na de Maat fcherpen. Een vvyie van Roejen , by de Ouden mede bekend.
Gelyk de Trommels, waar op zy de Roey-Maat floegen. Hunne Gefangen onder V
Roejen. De Tsjampans, ¿» Coracora’s der Amboineefen. De Hongi-Tocht, die
roridom Ceram jaarlyks gedaan werd. . Hoe.ßerk deze Vloot is. Verdeeling der zelve
, onder drie Hoofden, Als ook een Fifcaal, om ordre te houden. Afteekening
van die Coracora. Waar op de Heer Land voogd geplaatß is. Uitvoerige Befchryving
van defe Vldot. En zeer nette Afteekening der zelve. Monller-Rol aer
Coracora-Vloot, in ’tjaar 170p. Byfondere Ly ft van de Coracora ’s, zoo als zy
in ’tjaar 1706. te famen ßhepten, met iders Dati ’s V by.