
¡ t ag B E s e i i n . y 1
op; de zielten dagelyks paft , en hier
VQor Doktcr fpeelt 5 gelyk alle Chirur-
gyn’s in Indien doen, alzo eenDokter,
ofAdvotaat (want die heeft men ’er nu
^ mede niet) de E* Maatfchappy, te veel
zoude körten. Dat ’er egter plagten te
wefcn 5 zullen wy onder Batavia zien.
Als hy uitgaat, volgen hem twee oppas-
r fers met geweer (zynde de zelve eer,
die men een Raad van Indien op Batavia
aandoet) en als zyn Vrouw uytgaat*
volgt haar een Soldaat met zyn geweer.
Hy heeft ook : (even als de Landvoogt
aan ’t Kafteel) ’t recht van de Jacht, en
niemant m ag, buiten zyn verlof, gaan
r jagen. Dus ziet men , dat zuÖt een
' , Opperhooft $ die hier als Oppervorft
des Lands van allen aangemerkt, en meer
als de Landvoogt, hoewel hy daar onder
ftaat 5 gevreeft word , (om dat dit
Comptoir wat verre van ’t Hooft-ka-
fteel legt,) als een Ideen Prinsje leeftj
könnende meer geld, als de Lantvöogt
zelf, . in een jaar opleggen hoewel hy
gemeenelyk, (zo men gift) wil hy ’er
geruit blyven, en niet gezogt worden,
heimelyk bloeden,of met den Landvoogt
t’ zamen doen moet, zynde het zeker,
dat hy ’er zonder klcerfcheuren niet af-
komt, wil hy aan ’t Hof op Amboina
in gunft blyven j want fchoon Honi-
moa wat verder , dan Hila , van \ Ca-
fteel legt, de Landvoogt , die overal
Zyn Spions heeft, weet wat ’er omgaat,
- en kan hem daar zo wel, als dien van Hi-
toe, vinden.
S^ave!, Gebergten alhier plagten wel eer
wdeer Zo men zegt , op een vlakke plaats,
Wexyal- Camey genaamt, Swavel uyt te leveren,
die men nu egter niet meer vind. Ook
EnBatoe va^t ^ er Batoe Poan in ’t Öoftelyk deel
Poaa. van' d it Eiland, zynde een graauwe fteen,
die zagt is , en die de inlandiche fwan-
gere V rouwen zeer geerne eeten , ha
dat zy die eerft eenigen tyd in denrook
gehangen hebben, alzo zy zieh vaft in-
beelden , dat zy dan blanke kmderen
baaren zullen , dat hen de meefte tyd
geweldig ontfehier.
Men wil, dat de belle op Itawakkay
en Oelat, vak, en op Ouw mede, dbg
daar vertoont hy zig rood , met wit gemengt,
welke roodfte ftukken Zy uit-
zoeken om hunne potten rood te ver-
wen. Tuflehen Tijouw en Porto valt
tarn °°k laeuw water , en by ’t Dorp Pia,
Water, of daar het wel eer was , witte aarde,
by Porto. Oence Pia genaamt , die zeer vet, en
. ,. Voor de Goudfmids dienftig tot vormen
-.en kroefen,gelyk ook voor Sagoe-vor-
• men*- is.
*2 Gely k-nu een groot deel van Ceram ,.|
groot immers van Iha, en Coeloer, tot We-
Deel van rinamatoe, zoo niet verder , mede on-
Gcram, der dit 9 pperho©/c fta a t z o is hy gem
N G I? • v a n |
woon jaarlyks tot Het belcbryvender zie-
len , aeri CorpÖrdal -Vari Hatoewana, perhoofä
met een Orembaay af te zendenv Deehiva
voorname reden van de plaatling van dit ^8®*
Opperhooft, en; zyn ipeefte werk alhier, .
is, om de Nagdlen vanlden Inlapder in
te wegen, en te betaalen, dat wel ten
överftaari van' eenige bedifcnden ge-
fchiet, om te beletten , dat de inlander
niet veröngelykt werde ; maar wy
zullen elders aan eener. Pitavifi ziep, wat
liiten daar toe zodanig een Opperhöoft
op zig zelven, behalven nog veel van
een andren aart, het zy alleen, het zy
met deze twee gecommitteerden te za-
men, als zy malkanderen verilaah , ge-^
bruiken kan.
Daar beneven legt liy hier ,, om eeii
groot deel van de Kleeden , Sopt, Ryft,
enz; van de E. Maatfdhappy, aan den
inlander te verpallen. Hy "heeft een
Thuyn $ en Thuymer ; buiten eenige ’
kbften j en hy fpreekt by nä grootenög
kleene, zonder eerft een imal gefchenk
te ontfongen.
Hier van nu moet hy wel boelc hou- Waarin
deii 3 dog daar tbe geeftnem de E.Maat-hy door
fchappy een Affiftent , om alles voorj^^®'
hem te fchryven , zb dat h y ’t werk j ^erfteunt
(’t geen ons hier na breeder by inftru&ie word,
blyken zal) maar naie zien, een briete
aan de Landvoogt zelf,te fchryven , en.
verder maar op zyn muiltjes ter ^ain
heeft. '
Ook legt dit Opperhooft hier om
een wakent oog op alles, te houden, zo
in opzigt van den inlander, en zyne,ge-
heime aanöagen, als in opzigt van aeii
j lluik-handel met inlanders öf Euro-
peers ,' die' daar mogtenkomen, hoewel’
hy daar toe 'meeft de oogen van ändere'
gebruykty voör al, zo hem her uitgaap.
in de hitte, die men in deze Ge wetten
op den dag al wat fterk heeft, verveelt,
¡hoewel de winden het zeer veel inati-
8cn\
Eindelyk zo is dit Opperhooft ook
(de oudfte in dienft Zynde) het . naafte
lid na den Capitein, en aid us de vierde
in rang., in den Pblitikeii' mR ienf m
meer andre vergaderingen aan ’t Käfteel
daar hy als een lid zit > dbg in de v.er-4
gadering der Köningen en V orften, of
Graven "van Honimoa is hy de eerfte ^
alzp iiy daar den Landvoogt vevbeelt.
Welke inlandiche Vergaderirige , op
Saparoewa gehouden wördende, beftaat
in i j Perfoonen, in rang gezeten , als:
hier volgt. Namentlyk na ’t Opperhooft,
als Voorzitter, zit:
Radja van Oelat.-. - * I
Radja Paperoe. ' - l z
Radja Toeaha. - z
Pari, Shifork - « 4
Pati
A M B O I N A .
: . JPati Ouw. * - y
Pari Haria. - - - 6
•j.-. Pari Boy. - 7
. Pati Tiouw. » - ; 8
Pati Itawakka. - - p
Radja Poito. . io
Orangkay Nollot* - >- 11
Radja Saparoewa. - 12.
Pati Ihamahoe. *- •• 13
Op ’t Eiland NOESSALAÖET,
te weeten:
Radja Titaway. , « - i
Radja Amet. - - z
Pati Abobo.' - - 3
Pari Nalahia. 4 ¿ 4
Pari Leynitoe; - ± y
Pati Sila. - - 6
Orangkay Akoon. * “ 7
Hy mag ook (gelyk alle andre Öpperhoofden)
alle zaaken van boetens onder
den inlander, tot 6 Ryxdaalders toe,
dog verder niet, (hoewel dat zo eilen
niet gaat) afdoen. Waar mede wyyan
Honimoa affcheiden.
Het Eiland Ö M A.
Het ei- Van Honimoa gaan wy over tot de
land O- befchryving van ’t eiland Öma , zynde
het thiende, | waar van wy een byzonder
kaartje , in de Plaat. N°. xxiii. ver-
toonen.
Dit is het naafte vari de drie Üliafler-
fche eilanden (want Moelana rekent
men niet) die beooften Amboina leg-
gen, anders ook wel Bowang Befi, dat
is, werpt het yfer weg, genaumt, hoewel
die naam eigentlyk maar tot het
deel,. dat de Chriftenen bewoonen, be-
Irelckelyk is.
Het legt niet wel twee mylen van de
ooft-hoek , van’t eiland Amboina > en
tuflehen dit land, en dat van Honimoa*
is by Holalioe en Porto, maar een guil
of opening, die nog geen halve myl
wyd is.
Het is twee mylen breed , en drie
mylen lang, en ook in.twee deelen ver-
deelt, waar van het Suidelyke, Bowang
Beii, en het Noordelyke (daar de
Mooren woonen) Hatoeaha, of Hatoe-
haha, genaamt is.
. Eertyds waten ’er maar zeven dorpen,
En (jor. nu heeft men ’er elf op, te weten : O-
pen. ma, Aboro, Wailoe, Holalioe, Kari-
hoe, Pelauw, Roehemoni, of Roehöe-
moni, Cabauw , Kailolo , Samet, en
Haroeko.
Wy zullen van het.dorp Oma, waar
na het eiland genaamt is , en dat op de
Suid-Weft-hoek in een bogtje legt,
beginnen 5 alwaar op den Hoek van Sa-
9t met zelf oud Samet plagt te leggen.
Een hoek,die zeer quaad is, omwegens
de fterke ftroöm ’er voor by te geraa-
kem
Het dorp Oma zelf legt geen half Qma} eg
myl binnen dien hoek, ria .hct Öoften/ieszeife
toe. Hier plagt van ’t jaar 1627. cen.Wan*
Vefting te zyn, die in ’c jaar itfytf.weer; p*
afgebroken is, om dat ze te na onder ’t;Vefting
gebergte lag, en dierhalven weinig dienft,.^r>» *
ja zelf ondienft, dede. Ook is de plaats -i ^ar
zelf zeer ongemakkelyk om aan te ko-,
men, wegens een rif, dat men’er heeft,-
en plagt ook Oma bevorens boven op
den berg te leggen 3 dog nu legt hetbe-,
neden aan ftrand, dat zeer riffig is ..
Hier gebiet een Pari ovei* een flege
dorp, dat zeer kort onder het gebergte
legt. Hy is de. eerfte in rang , onder
al de Orangkaja’s , könnende dit. dorp
7fo zielen , 1^7 gewapende mannen,
en 117 Dati ’s, opbrengen. %y fcheppen
met Wafloe (Hat tegen Haroeko ^ver-.
'ruilt is) nu een Coracora met Samet,
plagten in oude .tyden een groote Coracora,
waar op de zeven Chriften dor-
pen waren, tevoeren3 dog.men. heeft,
’er in de Heer de Vlaming ’s tyd twee
van gemaakt, zp dat de vier andre met,
Aboro fcheppen.
Een haif myl beooften Öma, legt de. w ,
plaats Sila,daar men aan den Ooft-hoek.water11
van een bogtje, een rivier , en ontrenfop Sil^
wdke men een zeer zwavelagtige put-
met warm water heeft, dat daar in ftaat;
en borreit. Zy is ontrent een mans-leng-
te diep , en legt een dik hout roofter-
werk daar over henen, om ’er op te.
können ftaan , ten einde hei: voor lamme
en jigtige menfehen als een bad. te,.
können , gebmiken. Dog zekere jigti-, GevaJ
ge , de proef daai- af willcnde neinen , ;Vaneen
en juift met zyn lichaan op een. verrotJ'gQge^
bout gezeten zynde, raakte ’pr. met een
ftuk van zyn bil in , die, eei* men hem
’er uyt had , byna gaar was-3 dog dejigt
was voor dien, tyd over , waarfchynelyk
door de fchrik , en groote pyn aan ’t
gebrande deel. Maar fchoon zy nader-
hand weerquam, hy was niet weerna’E
bad te krygen, vreefende met zyn andere
bil ’er ook in te geraaken , waarop
hy nu maar alleen zitten kon. .
By die eene put heeft men ook nog
een andre, boven op rondom vol geele
aarde , daar uit het water overloopt
in dat riviertje, dat ’er mede, dog ver-
dragelyk, warm van is. Ook is de aaf-
de aaar ontrent, als men maar een wei-
nig graaft, zeer warm 3 dat egter , niet
belet, dat men daar om ftreeks veel Sa-
goe- en andre, boomen heeft, die zeer
ms ftaan. Ook ziet men aan ftrand ver-
icheide plaatfen , däar mede warm.water
uyt de grond opwelt, dat meri eg-
M z r ‘ " ■ teir