
JO A M B O N S
Antoenmfit.
Cuene.
JSTarela.
WpSata Auri.
W Mahehore.
Sihi. '
Watta Manon y in ’t Sagoe-Bofch.
® fFayïqit.
Wallaya.
* Wami.
Hatoe S-oIoe.
C H E
Hoe-boa.
Hi-Latoey
Latea.. .1 >
Hör ale.
Wayfia.
May*
Lias.
Wattamanon in
gebergte.
Lvalaba. :
De bovengemelde Köningen voorgehouden
zynae , of zy den eed van ge-
trouwe onderdanigheit voor dezen aande
Eci: Hoog Mögende Heeren Staten,den
Prince wan Orangie,de Heeren Bewindhebberen,
ende hare gefubiHtueerden gedaan,
begeerdcn te vernieuwen, hebben
’t zelve vrywillig gepreienteerd, ende
beloven de zelven voor haare Souveraine
Heeren te erkennen.
Op hiüden den 7 Juny 1611. -
Compareerde in de bovengemelde ver-
gaderingewegens die van 1ha ende
Miüfoc sPati Waylainy met laft omme in
plaatfe van haare eerfte gedcputeerde, ge-
naamd Tabepoeke ende Saubeßna, die door
den E. Heer Generaal wederomme ge-
zonden waren, vermies zy niewers be-
icheid van wiften te geven: de welke,
na dat hem gevraagd was, waarom zy«
die van Noeflalaoet geinftigeerd hadden
ommen den«Staat vande Vereenigde Ne-
derlanden , hären regten Heeren, af te
valle% en den Koxtink van Ternate aan
te hangen , antwoord, dat zy zulx niet
gedaan en hadden , äog niet eh koften
ontkennen, dat zy met de vooriz.Noef-
iälauwers twee maal by Kimelaha geweeft
hadden door zyn beroep, dan dat ’erge-
handeld was, was hem onbewuft, ten
anderen hem voorgehouden zynde, omme
wat redenen hy ten tyden de reipeitive
Gouverneur op den roey ging, zy hem
niet cn volgden, daar met zwygen op ant-
woordde, biddende aan den Heer Generaal
voornoemd, omme in genade aangeno-
men te werden, alzo zy door quade ton-
gen tot zulx gebragt waren, preienteer-
de den eedvangetrouwe onderdanigheit,
voor dezen gedaan aan de bovengemelde
Heeren, te vernieuwen.
De Ed: Heer Jan Pieterßöon Coen,
Gouverneur Generaal , van wegen de Ed:
hoog Mögende Heeren Staten Generaal,
zyn Excellentie,- Mauritius, Prince van
Orangie,Grave van Naflau enz.deHeeren
Bewindhebberen der Genirale Compagnie
van de Vereenigde Nederlanden
in Indien ,,zeer genegen zynde omme de
inwoonderen haret onderdanen van de
landen, Eilanden, fteden ende plaatien ,
m *t lant van Amboina, ende daar on-
trent gelegen, in rufte , vrede ^^ende
eenigheit te houden, ende ^ misver-
ftanden, zoo veel mogelyk is, te wee-
ren, ende te ondertaften, van waar die
hären oorfprpnk nemen , zoo,heeftzyn
Eld: aan Harman van Speult, zynen Luite-
nant Gouverneur, belaft, alle de onder-
zaten, bondgenoten , ende nahuerige
vrinden, te beroepen, waar op. de hier
-Yporgenoemde Köningen, hootden ende
principalen, zyn gecompareerd, dieter
preientie van den bovengentelden Heere
Gouverneur Generaa}, de Ed: H e f r^ -
drik Houtman, Harmanvan Speult, Willem
van fVitfen, ende onderg^chreyen ge-
tuigen , ider ip ’t bezonder hebben ver-
klaard, beloofd ende gezwoorpn, gelyk
zy verklären, beloven ende zweerep by
dezen folemnelen eede, aan banden yan
den Ed: Heer Generaal, en de prefente
Raaden gedaan , de bovengemelteHopg-
Mogende Hepren Staaten General, gyp
Excellentie Mauritius, Pripce van O-
rangie, Grave van Naflau, enz. dp Heeren
Bewindhebberen,ende haregeiubiH-
tueerden, tegenwoprdige, ende toeko-
mendevoor hare. Souveraine Heeren te
erkennen, gehoorzamen, gehpiiyv ende
getrouw tp zyn, ende te affiiieeren, te-
gens alle vyanden, zoo wel te water als
te land,als getrouwe onderdanentoeftaat
tedoen, gelyk zy voor deezen belooft,
en gezworen hebben.
Adhim in ’t Kalleel in Ambpina dezen
7 Juni A. i(52.i . was getekent ^. P .
Coen y Fredrik Houtman , Harman van
Speult, Willem van Witfett y P . Pietgrfz.
Wagens veld, Cornells van den Bergy Cgr-
neMs de ~ Meyer y Dani^ du Buquoy,y %au~
rens de Maarfchalky ’t merk van A Jan
Gopttfifz, Luitenant, J . van Breul,
Mqarten Janfz. Piffcher ’t ipgFk van
CJ. y ,-A. O. Cbarfes JLouvOy Veßdtig, Jan
Graswifikely flcndrik Ißpvenfz. , QhviJLoffel
van der Gracht, Jozephus Moßaardy
Georgius- Mußchatnp ^ Henri J^oelmany
Simon Colin, Mathieü de Klert-ß Hans
JavfZy dit merk van Gerrit Gcrrjtfz.
Op huiden den 7 Juni 1 ^ai compa-
reerde, na dat de vorige vergadgtinge al
I / ;g e -
Z A ’ A. •
i6i3.gehoudën en gefcheiden was, Kimeîàha
lAtdi van wegens JCmelaha Dajay züak
die, vaîri;"Eqëhôe J TömWayli van Cdm-
bellö ^i'ên ■Iijfirwel van LdEdi, yirelke
gèdéputeerden nu eefit quàmën t niette-
^ilraàndé D; ’ÈimehUà Dàjâ alrcede' öß
yerfehëlde ontbiedingen weigérig was ée-
wéeft te compareeren," daarihÿ Jdbbr de
Ed: Heer, Generaal; Coen y met tpezeg-
^nge van verièëkeringe, beroepen w^s,
ommete VferantwQoraen *t geene hdm
m m ldfte wierd gelegt y gëlylc h&r Vofèri.
in ?t'bréede te zien is^J bÿ idër Zynë ver-
. * klaringë in ’t bezondèr; de welkfedèEd:
Heer Gériëraàl voomoémd door, zyne gé-‘
dëputeerden, te weetën de kdoplieden
van • Loehoe eridë GanÀello', alrede
fehriftelyk -aan de vBôrnoëmdë Kiftielaha
Daja hadde gezoriden, pp dat hy mögt
weetenf waar mede belaft Was, des met
tegenftdatide * hëdft ' dé ri;bovëngemclde'
Heer Gènëraal de gecommitteerden we-
derom voorgehouden,hoe dat openbaâr-
lykwasgèbleken bÿ vbrigevërklaringë y
aat dito Kimelaha Daja, onze o5hderdaneh;
van Nbeflalaoet heçft doen rebelleren, en
K Moorieh zoekeri te. maken, gebruiken-
de tot dien eîndé als inftrumenten <Jie
van Ihamahoé, door welker inftigatie t f
tôt de r-ebellic ■ i^àrën gebiagt, hären
rechten Heèr h'ebben verzaakt, en den.
Konink van Tématè' hadden aangeno-
men,' -hebbende daaren bbyett aoôrzÿne^^;
dreigemeritére onze ^onderdanen van de
küft van Geram wèderhbuden j daf zy“
met den rèfpëëtivefir Goüvërheiir niet en
zouden panggayen, op poene, zoozulks
âsfchiede, dat hâre dorpenj'1 ende plaât-
len zoudeïi aftoopen y ën verbfanden,
ofte ‘extraordinaire boete doen betaalen,
, zynde de vooriz. plaatiën Roemaèay,
L'atoehalbyJ‘Relkepoeteh^ ende vandéif.
voorts tot-Toloeti toe, waar door de
vooriz. onze onderdaanen de laft van
hunne Heeren riiet hebbèn durvènnavol-
1 gen, belaftendë daar benevens aan de
gedeputeerdeny dat hy, Kimelaha voonz;
zyn iEd: zoude laten Weten, of dèZe
procédure« w^ren gHchied ûft eîgene
autoriteit,' of <lobr ordre’ vah de .Koning
van Temate. Item y die van Loehoë,
Gambello ende Leflîdi, aandiënën, dat
t^zonder hare genegenheid, ende ver-
antwoording, aan den Generaal zouden
laten weten, waarichouwendê. daàr benevens
Kimelaha, m gëvalle hÿ eenige
van zyne Officier eh,' ofte paapen, opde
kuft van Céram hadde, dat dië dâdelyk
verbieden zou, of zpo hy in gebreken
bleef, dan genoodzaakt te wëzeh, daar
anders in te verzien, wâa!r mede de
vooriz : gpdeputeêrden haar afïcheid hebben
genomen, om rapport te doen aan
hare priiicipaalen.
Aoum in ’t Kafteèl Van Amboina.
^ . . E & M Datu)» üt jupra. Was geteekent, Herman
van Speult y . Cijrjtelis de Meyer y Lau- #
rens de Marfihalk y Jan Gràswinkely Jo-
zèJibìiè.Mófiaàrty
Ondertuiibhpn- |vertrok I de , t Heer Cotn’s
Coen Wéer na Batàyià, na „dat hy aU^ .iri vertrek •
ruft gbbracht'^en|yi|l|Kiq: dit iaarln? ®ata<“
verder nietsVan; belang voor.' r ; via*
In ’t jaar ' 1611 begon de Heer .van
Speult zyn/Horigi-tocht al vroeg , om
die van Ca^bobo, en Roemakay,. diege-
diirig vah Hjdajat tot afval. aangezét
wierden, te verftefken, ,eh heri den eed
00k te doen vernieuwen. Hy inaakte
bök een grbote wooning, en één plan^?rdre
ken-rLogie op *t ftrand vm RehoemoniVvemch- ,
om de riagelen van die van Hatoeaha in;tingcn op
’t zelve rte ontfàngén, aangezien zy zw a -;^ ^ '
righeid maaktén,' pm die aan ’t Kaftee}“ 001,
te brengen. Men vond tpen al nagden
dp ’t Eiland Oma, maar op Honimoa o f
Noeflalabet üog niet 5 doch de Heer van
Speult bezorgdé , dat zy 00k in die twee
laätfte Eilanden tén éerfteh àangeplant
wierdefi.'
In dezc tyd zonden die van Leilìdi ge-
zftnten aah den Landyoogd ^ yerzoeken*^
de ü*it eigen, bewéging, om onder de
compagnie te mögen ftaan, zy waren
nooit onder Tprnate, maar altya een re-
geeringbp. zieh zèlven , en Qelifiya’s, en
ondertuilchen van de ■ Kimelaha’szop-
danig gepmgt gewéeft j* dat zy dat niet.,
'langer, konden , hog wilden houden,
wéshalven zy Öp den 14 Janüari 1625
een co'ritraÌt pièt den Landvoogd maak- ,
tdn, waät ih zy beloofdenal hunne nage-
len alleen äan de E. Maatichappy te zullen
leveren op zoodanige verdere condi-
tien , als wy hier in ’t contrai! zelf kon-
Alzoo de ondergefchrevin Örang Kaja’s ContraA
vdn Leflidi, als magt en authorifatie heb- “P ctf^e_ -
bende van Latoe Colli, hier aan U Ka-^J
fteel van Atnboina, haar hebben verkogty 16x3. ge-
van wegen Latde Colli, en haar onder da-reales.,
netty en bekennen vrywillig verbogt te heb-
beny hen op naarvolgende conditien onder de
gehoorzadmheit van • de Ed: Hoog Mögende
Heeren Staaten Generaal ^ zyn
Princelyke Excellentie, en de Heeren Be-
wmdhebbers te willen begeven, dai haar
niet en hebben konhen weigeren.
; Eerßelybf is de cönditiey dat men haa¡r I
lüiden in haar geloove ongemoleßeerd ■ $ai
laten y ende niemand moeyelyk en zal val-
len , dan by zoo verre imand uit. zig zelven
verzechte Chriften te wördeny daar
tegen en zullen zy luiden niet hebben te
zeggen.
Ten anderen, beloven en zweeren de bo*
vengemelde örang Kaja’s, uit de name,,
en als mtigt hebbenäe van wegens Lato
G' £ CoK