
3 4 4 B E S C H R Y Y I N G E v a n troepen Van Militaircn en Inländers j
zelf met weinig voordecl, nu al cen tyd
läng aan den anderen, op liit gezonden
heeft.
Zy plagten voor ’t jaar 1691. een
Hoofd te hebben , Francis genaamt,
zynde cen Slaaf van den Predikant Van
Jsrußel geweeft, die voor zeer gevaar-
lyk uitgekrfeten, voor een groten brand-
Iti ch tcr gehouden,en eindelyk (alfo’ereen
grootc premie opgefteld was) doortwee
of drie ilaven van mynen voorzaat zeet
liftig, en egtergemakkelyk, gevangen
gcnomen wierd.
Men gafvoor, dat hy een Cris had, die
hem al tyd tc voren bekent maakte,of’er
icmand by hem quam om hem te van-
gen. Defejongens dan veinfden weg te
willen lopen j dog iig alvorens van wa-
penen, en eenige andre nodige dingen,
tc willen voorfien. Zy nu, klaar zyn-
dc, quamen op zekeren nagt, volgens1
verfprek, aan de rivier den Olifant by
hem, en toondfen hem alles, waar over
hy zeer verblyd was. Eindelyk zeiden
zy, dat zy met verwondering van zyn
Crishadden hören fpreken,vraagden hem,
o f ’t waar was, dat men’er van zeidej
hy antwoorde van ja j daar op verzogt
een van hen die Cris eens te zien. Hy
gafze hem, dieze eenige reifen heen en
weer draeide, terwyl zyne twee andere
makkers defen Francis eenen ftrop, die
wel met zeep befmeert wäs , om den
hals wierpen, en zig volftrekt meeiler
van hem maaakten, brengende hem kort
daar aan by mynen voorzaat t’huis, die
hem aariilonts in dcBorgerwagtbrengen
liet.D
oe men hem nu had, kon men geen
eene zaak, die men meendc tot zynen
lafte te hebben , ßybrengen, waar op
men hem aan ’t leven komen kon, zoo
dat men ’er in ’t eerft zeer mede verlegen
wasjhoewel mennog middelvond,
om hem te beletten meer quaat tedoen.
Naderhant zyn ’er veele van zulke weg-
lopers doodgeichotcn, gevangen gekre-
gen,en publycq gcregtjdoghet quaat is’er
niet door vermindert} zoo dat men cin-
delyk goetvond, eenige wel in’t leven te
laten 5 maar hen beide de handenafte
kappen, hen aldus de ftompen met
blazcn toe te binden} en na de overzyde
van ’t Kafteel aan de Drie-huifen of op
Hoeconalo te brengen, om aan andere
weggelopen ilaven ten aflchrik te dienen
, en hen aan te fetten, ora op ’t
pardori binnen zekeren tyd zig te komen
overgeven} dog die lieden ftierven niet
lang daar na van die wonden, en hunne
makkers wierden ’er te halfterriger door}
in welken ftaat ik hen gelaten, zon-
der dat ik naderhant iets van betering
vernomen heb. Men heeft in ’t jaar
1^07. 20 Nov. tocgelaten, dat de Al-
foerefen ’er eens op af zouden gaan, dog
met voorfigtigheid} eok is dat onder
de Heer Vunder Stely dog zonder vrugt
gefchied.
Dit is een van^de ongcmakkelykfte
zaken, die men zig verbeeld'en kan, al-
zo zy mettertyd zeer fterk werden, en
de wegen zeer onveilig maken, gelyk
zy 00k wel eenige Holländers aangedaan,
en om hals gebragt hebben.
De laft harer Edelheden is gedürig,
als itf88. 2 Maart, 16prj. 24 Feb. en
1700.7 Feb. om tegen den invoer van
Slaven , en in ’t jaar itf88. 2 Maart,
idpo. 17 Febr. en 20 Nov. op
de weglopers wel te letten , en hen voor-
zigtig op te zoeken} gelyk’er 00k veel
togten op gedaan zyn.
Ik fprak 00 k te voren van Slaven, die
wel na ’t leven ftaan, en hunne meefters
tragten te vergeven} dog daar voor be-
hofcft niemant {licht te vrefcn , dan zo
hy defe of gene,zyner Meiden, daar reets
zoo een Slave ’t by houd,tot zyne by fit
nemen, of haar daar toe dwingen wil.
In Zulk een geval fpeeltdie man met zyn
leven, en verfcheiden zyn hetzoo quyt
geraakt.
Indien zulk een Man ’t by een Meid
houd, die nog geen anderen pol heeft,
zoo gebeurt het wel, dat die hoer zyn
vrouw, met een vergiftigen Pinang pf
iet anders zal tragten te vergeveq, om
duste zekerder Meeftres van haars Mees- "
ters hert,cn ook vry van ’tplagen zyncr
met recht jaloerfehe vrouw te zyn ¿welke
yrouwen 00k wel van hare kant (voor
al fwarte en Miftice, welke zeer bitter
tegen hare ilaven zyn) oörfaak daar toc
geven met hare - Slavinnen, en voor al
zulke byzitten van hare mans, onmen-
jchelyk te mishandelcn, zodanig, dat
ik myfehame dewyfenvanftraffen,door
haar gebruikt, hier ter neder te ftellen.
Zy mögen dit wel niet doen, en will
het de Fifcaal,hy zou haar zeergeftreng
-däar over doen ftraffen; maar alle dingen
komen hem juift niet terooren,be-
halven dat ook Slaven in alles geen ec-
loofvinden. &
In tegendecl is ’ergeen beter, gemak-
lyker nog gcwenichter dienft, dan van
goede Slaven.
Hetheugtmy, datik’erindevyftig,
en onder de zelve geen eenen quaden had,
zoo dat ik geen reden vond, om jemand
van dezelven qualyktchandeien. Ikhad
eregter 2 of 3, diezig,hoe zagt ik hen
handelde, zeerqualykdroegen} dog die
maakte ik my ten eerften quyt, alfo ’t
my niet luftte,myn hooft met een quaden
flaaf te breken, en nog minder hem
te plagen
Vcclnu van zulke Slaven hebben ’c
by
A M B O
by my, en andren, veel beter in hunne
ilavemy, dan wel naderhand als zy vry
feworden zyn; alzo zy allen een lichten
ienft, en ae meeften ten f uuren. vry-
heid hadden, om van hunnen opgelegden
arbeid, teruften, hqeyende voor koft,
nog kleeren,te forgen} dat immers.veel
arbeiders in ’t Vaderland zelf niet ge-
beuren mag.
. Mogelyk zult gy vragen, waar toe
heeft men in een huyshouden 20 ilaven,
en meer, van noden ? ik zal’t u zeggen.
-Ider Man,- en Vrouw, in een fatfoe-
nelyk huysgezin, moct een flaaf hebben,
die hem een fonnefchcrm boven ’t hoofd
draagd, te weten, zo hy een Onderkoop-
man is: want die mögen een ibnnefcherm
boven zig doen dragen, dat geenen As-
liftcnt vry ftaat. Ider man , die Tabak
rookt, moet nog eenjongen met zyn
pypendooS, waar hy ook gaat by zieh
hebben. Ook heeft de Juff*. gemeerie-
lyk nog een meid, die haar met een
Pinang-busie volgt. Dit zyn reeds' 4
Slaven. Ider dochter moet cen jongen
met eenZonnefcherm,cn een meyd,die
op haar paft , achter zig hebben. Zyn
’er drie aogters, dat zyn zes , en dus te
fernen al 10 Ilaven.
I N A . 3 4 f
Tocn ik de eerite maal by dien Pro-
pheet las, van den fleutel op imands
lchouder, te leggen, wift ik niet, wat
dit zeggen wilde, maar toen ik zulks
met myn oogen van zulk eene May di
Cafe, of Opperite Slavin van ’t huisge-
fin zag, ten teeken,dat zy alleen magt
had om alles te fluiten cnteopenen,be-
greep ik eerft recht , dat aie fpreek-
manier, na de Oofterfe wyfe , alwaar
men de fleutels op die plaats van ’t lig-
haam draagt, niet anders wilde feggen,
dan aan zo eenen ’t Opperbewina over
alles, wat gefloten, oFontfloten werd,
te geven.
Vermits’er nu onder deze ilaven vee-
len zyn, die door hunne trouwe dienften
de vryheid weerdig zyn, cn fig zeer
diep in de gunft van hunnen Heer en
Juffrouw inwikkelen,, zoo werden ’er
ook veelen, voor al als men na Holland
vertrekt, vrygegeven, gelyk ik verfchei-
den hunne vryheid , cn ook middefen
aan de hand gegeven heb , om vry tc
können werden.
Dit wierd hier voorheen by na van
ider cen gedaan} dog daar na is ’er by
een Placcaat verboden, voortaan imand
vry te geven, alzo ’er veele ten lafte
van den armen na yerloop van tyd quamen
Voor deCombuys moet een Kok,.en
zyn maat wefen. Twee jongens heeft
men voor het waflehen van’t Tinnen van
nooden, een meid voor *t naejen, en eaa
voor *t ftryken van het wafchgocd } dit
maakt al 16 ilaven uit. Nu heeft men
cen kleermaker, en cen fchoenmaker
zeer noodig , ook ten minften 1 of 2
jongens om brand-hout in ’t bofeh
te kappen} en vooral kan men niet ont-
beeren eene May di Cafe, of huysmoeder.
dat is zodanig cen flavin,op welke men.
wegens lang beproefde trouw,,,’t huyshouden
, goud, en iilver, des noods
vertrouwen, en fig op verlatcn dürft.
Aan zodanig eene flavinnevertrout men
gemeenelyk ae ftcutels van sillcs, die zy
EenOu*
deO o -
ftcrichc
«yfevangemeenelyk aan eenRift by een,of wel
Sleutel- aan een neus-doek gebenden , niet ge-
dragen jyjj- de yrouwen by ons aan een riem,of
S keten , op haar zyde , maar op haar
fehouder legt, cn zo »lom door’t huys
draagt. Een Oofterfche wyfe van fleu-
tel-dragen , by de Mandoors, of voor-
naamfte, cn hoofden der flaven, of die
over andereflaven gefteld, enbovenhen
verheven waren, gebruykelyk, en welke
al vry oud is,alzoikdiezclvefpreek-
wyfe by den Prophcet Jefaias Cap. 22.
vers 22. vinde, daar de Heere van Eliakim
(fin-fpeelende op deze Oofterfche
gewoonte) zegt: EiUc ik za l denümvA
des buyfis Davids op fynen fehouder lewen,
en by zal openioen , en niemand zalfluy-
ten , en by zal ßuyten, en niemand zal
open doen.
II. DccL
te vcrvallen , weshalven de Vryge-
vers een fekeren tyd lang na de vryge-
ving vaft moeten ftaan voor de alimen-
tatie van hunne vrygegevene flaven, zo
zy binnen zekeren tyd na de vrygeving
buiten ftaat raken mogten, van fig zel-
ven te onderhouden.
Onder deze Slaven zyn de befte, en
vernuftigfte de Macafiaaren } dog de
trouwfte de Baliers, die tc gelyk ook
wel zeer vernuftige, dog zo blank niet
vallen, als de Macafiaaren , weshalven
de ecrfte wel 80 , po, ja 100, en meer
Ryxd. koften, vooral de Meiden, zo
zy wat fraei befneden van aanficht, en
blank zyn, hoedanige men ’er veele onder
dien Landaard vind.
De Maccaflaarfe jongens o f mans-per-
foonen, zyn meeft nette Schrynwer-
kers, wetende zeer konftiee Cabinet-
ten , zo goed als de befte baas in Holland
, te maken. Andere zyn meefters-
Metfclaars, en Timmerlieden, verftaan-
dc die handwerken beide even goed,
voor hoedanigen jongen ik wel 200, ja
wel 200 Ryxdaalders heb fien geven.
Ik heb ’er eenen gehad , voor welken
my 1000 gulden gebooden is, dog dien
ik , om zyn trouwe dienften , ten deele
my, maar vooral myne Huysvrouw, en
mynen Voorfeat bewefcn, vrygegeven
heb. Myn Voorfeat had hem zuLks al
beloofd} maar egter geen bewys terwe-
reld daar van gegeven, door zyn Sick-
I tc en Dood hier in belct . zynde.
Wes