
110 B E S C H R Ÿ V l N GE v a n
de zulks nu ontrent z maandengele-
den i dat hy Corp1. vordefs haar Toma-
boe zeedert die rya altyd by zig had ge-
Jibudcn j tot dat nu kortelings ny * op *t
aannaderen der Hongi, haar Tamaboe,
op de zelve manier, te weeten met geweld
weder buiten de Pagger had gc-
ilooten. -
De Corpi. Jürgen Springveld, deeze
- befchuldiging voorgehouden zynde, beitend,
dat hy haar Tomahoe door meer-
gemelde S«wö/i?(?«w had laten afvragen,
of zy genegen was met hem te houden,
gelyk zy by den voorgaande Corp1. Jacob
Pader* gedaari had, dat zy$ fulks hebbende
aangenomen, met hem Samaleeuw
by hem Corp1. was gekomen , die haar
vervolgens als zynbyzitbekentgebruykt
te hebben, tot eeven voor de komllder,
Hongi, als wannecr hy haar weder had
laten gaan , dog zegt dat dit alles met
Tomaboe'f eygen vrye wil is gelchied ,
zonder door hem eenig geweld, nog in
Vontvoeren ,' nog in ’t gebruyken van
dezelve, gepleegd te zyn.
De Mari hjodeczer Negery, Latoepoa,
in prefentie van hem Corp1., hier over
ondervraagd werdende, antwoordde,dat
hy met Samaleeuw, en twee quaartslieden
van Hatilefi, door den Corp1. gefonden
is geworden om meergemelttjomahoeJ
’t zy met, of teegens haar w il, by hem
te brengen, ’t geen hy Marinjo ook ver-
klaard , in gevolge voorfz. ordre te hebben
gedaan , en dat hy dezelve dogter,
met geweld uyt haar huys gehaald , cn
by den Corpi. gebragt heeft, dat zy on-
derweegen zeer heeft gefchreid, eö, öp
de baleoe gekomen zynde, door den
Corp1* binnen in zyn kamer is gebragt,
en dat hy Latoepoa daar op vertrokken
is.
De Orangkaja van Hatilen, opftaande,
zegt, dat het bovenltaande geval hem
ook zbodanig verhaald was geworden,
door de twee quaartslieden, die met
meergemelte Marinjo de zelve Tomaboe
hadden afgehaald.
Samaleeuw, hier op ook gehoordzyn-
de, zegt door den Corp1. tot drie ver-
fcheide reifen gezonden te zyn geweeft,
om voorfz. Tomaboe te periuadeeren,dat
Zy by hem als byzit blyven wilde, ’t
*t geen zy altyd hebbende geweigerd te
doen, had hy Corp1. hem met den Marinjo
Latoepoa, en twee quaartslieden
van Hatilen, na haar toegelöriden , om
haar, met o f teegens w il, by hem te
brengen, dat, aan ’t huys, van meerge-
melte 7omaboe gekomen zynde , de
Marinjo, en twee quaartslieden, haar
met geweld hebben weggevoerd, maar
dat hy Samaleeuw, geen hand aan haar
geflagen heeft, maar alleen mede ge-
gaan is.
Tomaboe, hier op gevraagd zynde, Zegt
dat het waar is, dat Samaleeuw geen geweld
aan haar heeft gedaan, maar aliech
mede gegaan is.. rl
De Corp1. Jürgen Springveld, niettde-Gelyk
genftaande alle deeze cenparige getuige- ook
niilen, blyft hartnekkig by de negattivc!meer
perlifteeren,Wan geen geweld gcple^d.?JaJ.
te hebben , en op vertponing, dat de derbts
misdaad egter fwaargenoeg was, dat hy, fchüldi-
een Cbriften , zieh met een Moorfchsinßei1,
Vrouwmenfch ging vermengen , ant-
woordde hy, dat hy aldaar geen Gbri?
ften vrouwmerifch könde krygen, en
ook zodanig zonder'vrouwmenfch niet
konde leeven , vermeeriendc ’t-daar in
refideerende quaat zoo groot niet te zyn?
naar alle welke wederzydfche befchul-
digingen, en defenfieri j^wy dezelve Tomaboe
dimitteerden, met haar te zeg-
gen,dat zy zig maargerüft in huyszou-
de houden , dat zy voor geen geweld
meer zoude behoeven te vrcefcn, en wy
haar klagten aan U Wel Ed. Aghtb.
zouden voordragen. - • -
Onder’t examineeren van deeze zaak,
en waar door alle deeze geweldenaryen
en buytenfpborighpden van den Corp1.
aan den dag quaamen, waren zelfs ceni-
ge Orangkaja’s , die zieh niet konden
onthouden van te zeggen , dat zo dier-
gelyke geweldenaryen, door iemand in
hare Negeryen gepleegd wierden^ z y y
eer zulks te verdhigen , den zelvcn he-
ver den hals zouden breeken , ’t geen wy
niet hebben willen naarlaten tot U Wct
Ed: Agtb. fpeculatic hier by te zet-
rcn. - _ ..
Titameten, Orangkaja van rfionoa*
klaagd , dat een zyner onderhoorigen,
genaamd Mattatoboe , nu al vier jaren
van Bonoa herwaärd zynde vertrokken,
zig ’t zedert dien tyd tot nu toe alhicr
Itilletjes had onthouden ", waaroni hy
verzockt,dat denRadja van Sawaymag
geordonneerd werden, den zelvcn Mat-
tatohoe aan hem te riititueeren,om hem
na Bonoa te voeren, en aldaar zyn quaarts-
dienit te doen waameemen.
De Radja van Saway, hier op gchoord
zynde, zegt, dat dezelve Mattatoboe,
van oude tyden her van Saway afkom«
ftig is, Oordcelt derhalven het verzoek
van Titameten onbillyk te zyn; *
Titameten zegt, dat het waar is , dat
hy Mattatoboe van Saway afkomftig is ,
dog ¡dat hy alle veele jaren gelcden , by
zyn Titametens voorzoaXTy Nanuolr, op
Bonoa was gekomen, en Dati had verzogt,
die hem gegeven zynde, hy die
ook moeft waarneemeri^'-en niet mögt
verhuifen, als ’t hem weder geliefde, en
dat hy ’t zelve daar by laatende , na-
derhand daar over aaniprekelyk zoude
zyn.
Den
Klagten
vandie
van Bef?
fd f ,to t
bevefti-
gingvan
t vorige
A M B
0 I N A« ait
tronk zoude hebben geilooten ,-r en zy
dan epn fware boete zoude hebben moeten
m De zelve Mattatohoe, ontboden zynde
, om hem ook hier op te hooren,
is'nifct verfcheenen, zo dat deze weder-
zydfe difputen daar'by zodanig zyn gc-
bleven.
„ Hier na nu de Vergadering in beden-
kjng zynde gegeven, hoedanig men nu
bell met de Bfefîërs te doen afltomen,
¿oüde hondelen, door dien genoegfaam |
gebjeken was , dat zy niet uyt quaad-
wiiiighcid gevlugt waren, maar alleen om
fde onverdragelyke lallen , haar door den
Corpi. en Imam SaraJJu, opgelegt, wierd
bèflooten een Corp1., en een Orangkajaj
met eenige inlanders, derwaards te zen-
den , om in der minne , nogmaals een
proef te neemen,of men haarnipt zoude
können doen afltomen, en het oog latende
gaan, wieder Orangkja’s derwaards te
zenden, prefentcerde zyn dienft daar toe,
de Orangkaja van Larike , die, na ’t
nuttigen van ’t middagmaal, derwaards
aannam te vertrekken , ’t geen goed
wierd gekeurd, ter oorzaak hy Orangkaja
wel een van de bequaamile in ’t
Tprceken, en van een redelyk goed oor-
deel feheen , werdende daar op de vergadering
, ’s middags ontrent. twee uu-
ren, gefcheiden.
Hier naar begaven wy ons naarboord,
om het middagmaal te houden^ en naar
het zelve vcrfcheen by ons aan boord ,
de Orangkaja van Hatoewè , met den
Radja Latoeloeloe, van Ainoéiîa, om ons
àlhier te verwellekomen,brengende den
eerftgcmelde ons een fmal gelchenkje,
van eenige hoenders , waiir' na dezelve
eenige foopjes genuttigt hebbende, we-
derom vertrokken.,
' Teegens den avönd ons wederom aan !
land,en op de baleou begeeven hebbende
, quam aldaar mede te vcrfchynen de
afgezonden Çorpi. en Orangkaja van
Larike, mede brengende Mamiri , fpon
' van den Orangkaja van Bell, zytide met
Compsf rotang veriien, en körnende uyt
de naain vah ’t geheele Negerys Volk ,
o,ns hare klagten bekend maken, dat de
Corp1. en ImamSarasfa, haar haddenge-
dwongen, io. man van haar Negery’s
Aldlk te contribueereq, om een huisvoor
den laatft gemelden te extrueeren , en
dat . eenige van haar onderhoorige, zig
tot eenige dienilen onwillig hebbende
betoond, aan den Corp1. zy ftuks klee-
den tot boete hadden moeten betalen,
én dat ’t zelve huys nu volmaakt zynde
, Imam Sarasfa haar nog had willen
dwingen, om io Thomans SagoeMan-
tah te leveren , om in de grond van ’t
zelve huys te ftampen , ’t welk haar al
te fvvaar zynde , zy geretireerd Waren.
zeggende ’t zelve huys te hebben moe
ten maken, want zo daar toe weigerig
waren geweeft , de Corp1. haar in de
opbrengen, cn egter ’t zelve huys
gedwongen zouden zyn geweeft op te
bouwen, dat zy ook de gevorderde
Sagpe Mantah wel zouden hebben ge-
leverd,rmaar dat, naär ieVerantie van ’t
zelve, haar dog wederom andere lallen
zouden werden opgelegt, zo dàt zy, om
zulks te ontvlieden , zig geretireerd
hadden.
Gevraagd zynde, of de vöoripedc nagt
niet een pracuw by haar was gè wee 1t j
en Wat yoor volk, als mede wat zydaar
uytgerigt hadden , gaf hy Mamiri daar
op ten antwöord , aaar van nicts te we-
ten , ook geen volk aldaar vernoomen
te zyn.
De Corp1. , venrolgens binnen geroe-
pen, en de befchuldigingen van meer-
gemelden Mamiri hem zynde voorgehouden,
ontkend wederom alles , zeggende
, de Bellers maar i z man te hebben
geleverd, tot het bouwen van Imam
SaràsJà's huys, en dat zy zulks met haar
eigen vrye, wil hadden gedaan, zeide
van de gevorderde Sagoe Mantah niets
te weeten, en dat Imam Sarasfa haar,-,
gedurende ’t bouwen van ’t voorfz. huys,
zelfs, van koft en drank hadde voorzien.
Weegens de opgelegde boetens zegt
hy, van de Bellers over verfeheidè naia**
tigheeden , op aanklagten van haar eigen
Orangkaja, ontfangen te hebben i z
ftuks ly waten, zonder meer, zeggende
al wederom , dat. zy ’t zèlve vrywillig
gegeven hadden, bekennende ook, dat
de Orangkaja zelfs over zyn eigen loon,
den. hier prefent zynde Mamiri, was
klagtig geval len , die hem daar over
ook een ituk ly waad tot boete had be-
taald.
Imam SarasJa, mede tegens den zel-
ven Mamiri, yprhoord zynde, ontkend
alles, ’t geen tot fynen lalle van den
felven gezegt is, dog hy, gevraagd zynde
, waarom hy ,en niet de Radja, com-
mando in de Negerye voerde, antwoord-
de, dat de ieegenwoordige Radja, tot
die waardigheid zynde verheven , hem
de magt had gegeeven, om alle Com-
pagnies zaken te verrigten , ’t geen hy
Imam SarasJa na die tyd ook altyd ge-
.daan heeft.
Mamiri, mecrgemeld , voegt hier
by , dat de Corp. hadde gezègt,ordre
van U Wel Ed. Aghtb. ontfangen te
hebben, om voorfz. huys te doen op-
bouwen, en dat zy daarom nog zo veel
te eerder zulks hadden aangenomen >
zegt ook, geduurende dat werk, zyn
1 volk zig zelfs van koft te hebben voor-
lien, en niet door Imam Sarasfa gefpy-
figt te zyn.
Waar na de Corp1. , cn Imam Sarasfa,
D d z. 2vn