
B E S C TÍ R Y V I N G K
zynde buyten getreederi, wierd hem Ma-
mir't, door ons te gemoed gevoerd,dat,
niet teegenftaande hem al te fwaare, en
^önbillyke laften waren opgdegt, de.Be-
fiers egter zeer ftrafwaaraig waren , van
zieh Corhps. gefag onttrokken, en ¿ich
bofehwaard in begeven te hebben, maar
dat z y , als tröuwc ohderdaanen, in haar
N egerye tnoeften zyn gebleeven, en haar
klagtet? ter behoorlyker tyd en plaatfe ,
hebb en bekend gemaakt, als wanneer
men niet naarlaten zoiide, haar zaak te
onderzocken , maar dat zy zoö moet-
willig zig van de E. Cöinp. abfentee-
rendc ? de Compe. ook groote reeden
zoude hebben, om haar te verläaten.en
haar zaak niet aan te neemen, maar met
haar vyanden te laten omipringen, waar
op hy, fchuld bekennende, ootmoedig-
lyk om vergiffenis verfogt, beloovende
aanftonds, by zyn wcderkqmft aan zyn
N egerye, zyn mede-dorpelingen te doen
afkomen , en in Haar oude N egerye te
breiigen | om Comp*, dienft benöoriyk
waar te neemen, ■verzoekende 3og, dat
zy met geen onverdragelyke laften mog-
ten werden gevexeerd, '
W aar.op hem, Mamiri, wierd aange-
zegt, dat hy zig aanftonds wederom na
zyn lantslieaen'zoiide vervoegen,ennog
deze nagt,met dezelve wederom in zyn
Negery Beil zoude afkomen, dat wy
met het lumieren van den dag daar na
zouden laten verncemen, en zo dezelve
als dan nog, in’t boich waren, de Compagnie
niet nahten zoude, haar pver
dezelve wederipannigheden gevoeliglyk
te ftraffen , ’raaär zö zy afquamen, deze
haar betoonde ongehooriaamheid
voor dees tyd door de / vingeren zoude
gehen wprden, onder voorwäarde, dat
zy in haare Negeryen moeften blyven
continücCrcn, en den behoorlykendienft
van de E. Compc. trouwhertig waarne |
men, ’ t welk hy met alle teekenen van
geneegeritheid hebbende aangenoomen,
naar ’t mittigen van een ioopje, weder
vertrok.
Naar vertrek van, welken Mamiri, wy
een brief aan U Wel Ed: Agtb. afvaar-
digden,ten welken einde vier inlanders,
om dezelve over de weg van Sepa voort
te beftelien," afionden.
Naar ’t welke wy ons aflcheid van
den Corpi. genömen hebbende (in mee-
ning om ’s anderendaägs, ’s morgens te
vertrekken) wy ons haar böord ver-
voegden, om ’t avondmaal te nuttigen,
naar ’t eindigen van ’t welke , wy den
boflehieter nog deeZe nagt per Orem-
baey naar Bcfi Itaande te vertrekken, om
ons laatfte water te haaten | gelaftten ter
deegen tc verneemen , o'f de Bcfiers ha-
re beloften hadden. volbragt, en in haar.
Negeryen waren afgekomeri.
V A N
Ook quam piét het aanbreken van
den dag aan boprd, Mattheus 7if er a,
met Zyn Chiáloup álhier ter reede legi
gende , bekend maakende,zyn reis op
needen te willen naar Amboina vervor-
deren , verzoekende dérhalven onder-
teekening van zyn Pas, die hy ons te
vooren had yertoond , zynde gedateerd
den 26 Auguftus, en door U Wel Ed:
Ägtb. onderteekend , zynde hy tipera,
volgens op dezelve Pas genoteerde, den
Z8. Auguftus, op Boero gearriveerd,
Ultimo ditp daar van daan vertrokken ,
en den 7. September op Saway gearri-
^eerd, *t welk hein ingewilligd zynde^
en zyn pas onderteekend , verfcfbkjiy
weder naar zyn Chialoup.....
Ontrent 7 uure^ Js; morgens quam
de Boflehieter van Beii , 'weder te rüg,
rapponeerende, dat hy, op Bcfi zynde
aangekomen, al vérícheide ingezetenen
daar weder had gevonden , waar van ’er
ro reeds op d,e Baleeuw waren, dat die
hem hadden gezegt, „dat de andere reeds
op weg, tot ’t afKomen Waren, enbin-
rien körten tyd aldaar ftonden aan te körnen.
.
• Hier op verfcheenen aan boord ec-
nige inlanders , , ons openbaarende 3c
Ivreés, waar mede zy.bevangen waren,
dat- naar ons vertrek de Corpi. en Imam
Sarajßy haar de uytwcrkfelen van harep
haat foud?n doen gevoelen, en haar alzo
betaald zetten de klagten, die zy tee-
gens dezelve hadden geinftitueerd 5i eii
die zy inderdaad betjuigden waaragtig te
zyn , waar ovér; önze gedagten latende
gäan, en wel bemerkende, dat deze be-
ichuldigingen niet alleen zeer waarfchy-
nelyk, maar ook, den regten ten genoe-
gen , genoegfaam waren bewcelen in
waarheid te beftaan, beraadflaagden wy^
o f ’t niet dienftig zoude zyn, deze,Bfr-
pbbneh, tot U Wel'Ed: Agtb: te bren-
gen , om daar haar verantwoording te
komen doen , dog7 overweegendn, dat
wy niet„d^r U Wel Ed. Agtb. geau-
thorifeerd ,waren , . den Corp1. te íígten,
maar wel om dé befchuídigingen , t’ zy-
nen laften op te ricemen, en U Wel Ed.
Agtb. dezelve te rappbrteeren, om naar
bevinding van Taken, Ü Wel Ed. Agtb.
welbehagen daar ontrent te doen. Maar
ImamSarasfa, door onsuytalleftvooifz.
zynde aangemerkt, als een zeer quaad
werktuyg in deeze geweften, en door
wiens quade gangen en opftokingen, de
meefte onheilen alhier veroorzaaktwier-
den , konden wy geen iwarigheid vin-
den, om den zelven piede te nemen.
. Ondertußchen ten 8 uuren, wierden
op de gewoone zeynfchoot de dreggen
geligt, om de reys te vervorderen , als
wanneer wy weder, even als op onze aan-
komft, met drie Chargies der aan land
fepo-
A M B Ö i Ñ A. i fÜ
gepofteerde Soldaten gefalueerd wier-
aen , werdende in ’t ieheppen den ön-
dergefz. Jan Louis Münniks, per Orem-
baay5 naar land gefonden, om hem
Imam Saraßa, met een zoet lyntje but- :
tem, en aan boord te. krygeri, die,mim
een uur daar na» met, den zelven, aan
boord vertcheen 9 rapportecrendo y dat
Hy, aan land gekomen zynde 9 aan’t huis
van Imam SaraJJa was gegaan j om hem
te Ipreken, dog dat hy den zelven, nog.
Vrouw, nog kiriä, had t’ huis gevonden,
maar ’t zelve leeg had vinden ftaan, dat.
hy daarop den Marinjo laft hebbende ge-
geven, hem ,op te zoeken , hy eindelyk
te voorfchyn quam •> waar o,p de rap-
portant hem verzogt nog eens aan boord
te willen komen, om nog iets met hem
te fpreeken, wanneer hy Imam Saraßa^
•mogelyk iets van de waarheid vermoe-
oenae, verzogt eenige goederen uyt zyn
huis te mögen mede neemen, daar op
■ de rapportant hem diende, dat zulks.
onnodig was , dat hy maar heenen eri
weer aan boor.d te doen had , en dan
Weder konde vertrekken, en derhalven
rnaar zoo gaan zoude, gelyk hy ..ftond ,
_ ’t welk hy Imam SaraJ'a agtervolgende,
egter, eer hy in d’Orembaay ftapte, ge-
noeglame blyken gaf , dat zyn gemoed
hem khaagde , en hy zyn wegyoering
als vaftftelde : wanthy wel tot 4 of f
(t Dat is, rillen, d’ inwoonders yan Saway toe-
zytge- ’ riep, TabearOrangkaja Saway ¿fabea,
groet, Socdah lihat. pada Imam Sarajfa i haar
k ia v a n yerfehyriing aan boord, zogt hy onswe-
S aw a y ,’ 3er cen leugen öp de mouw te fpellcn,
zyt ge- met te zeggen, dat Mamiri , waar van
>§y op gifteren vermeld ftaat, een flaaf zou-
S r de zyn geweeft, dog de onwaaragtig-l
Saraffa / heid ; van dien zal uyt het volgenae
gezien;) können blyken.
Voor eerft heeft de Orangkaja van
Larike,, by zyn wederkperen van Befi,
geiapporteerd., dat. hy dezen nu afge-
komen Älfoerees wift te' zyn den foon
Van den Orangkaja van deze Negery,
en dat hy met zyn Mamiri’s moeder,
des Örangkajkvs vrouw , had gefproo-
ken.
was geweeft (als den zelven niet gezien
hebbende) ’t voorgeeven yan Imäm Sa-
raffd valfch was , waar op hy hem de
befebryving 'deflelfs, perippn heb*
bendfc gedaan, dat hy was klein, van ita-
tuur, met fwäär 3ik hair pp ’t hoofd j ,
en een littecken voor ’t Voorhoofd, be-
kendc by , dat het .dan Mamiri moeft
geweeft zyn. ;
Ten vyfde , dat \ niet waaffchyne-i
lyk was , dat de Orangkaja Comp*;
rotang aan een flaaf zou hebben over-
gegeeven : dät efcn flaaf, zoo veel om-
ftandighederi van de Negery’s zaken
niet koiy>yeetente verhalen, nog, op
ontkenmfle van den Corp1. en Imam S<z-
rajfia , zyne befchuldigingcn zoo ftout
hebben itaande gehouden.'
Ten zesde , zouden immers de Befiers,
Ten tweede , heeft de,Corpi. Spring-,
veld.y by deflelfs confrontatie, teegens
hem Mamiri, ook bekend , dat hy de
Soan . van den Orangkaja Befi, Cn dat
hy de zelve was, die,.op aanklagte van
den Orangkaja zyn vader , een ps. Ly-
waad. tot boete aan hem hadde betaald.,
.
Ten dcrde , heeft deeze Imam Saras*
/¿ op .gifteren av'ond. daar van niets
vermeld.
.. Ten vierde 9 heeft Orangkaja Bonoa
gezegt, dat Mamiri inderdaad de foön
Van den Orangkaja was, en zo die geen,
die tot ons afge'komeri was
op het aanfeggen vafi een naaf,
niet weder afgelcomeri, en zig in haaf
Negery nedergeflagen hebben , maar ’t
fchynd, dat zülks door Imam Särasjd
de voorleede nagt is gepraftifeerd, om,
waar ’t mogelyk , met dat voorgeeven
,te verydelen de geloofwaardigheid van
de belcbuldigingen , doör den zelven
perfppn tegens hem ingebragt, ed zig
zelven op die w.yzc te Vcrpntfchulcii-
gen. , .
Alle ’t wellce hem met goede' rfeden
vertoond zynde, blcefhy egtCr 'op zyü
voorgeeven. perfifteereh , en zonden wy
hem daar na, mar de Cordor van Bonoa
, om öp de zelve tot U Wel Ed.
Agtb. over te varen, feheppende wy
voorts den geheelen dag door, tot ’s
avonds ontrent half zeven, wanneer een
dikke lugt met iwaren regen,blixem^
en donderflagen, Phs niet anders als ori-
weer dreigden, en wy, om ons in geen
gevaar te ftorten , beweften de Negery
Hatilen de dreggen in de grond val-
len, en het gcw’oone Avpnd-Gcbed lie-‘
ten doen,
Ü ’s Avonds ontrent half 10 j ’t weef
weder wat Öpgeklaard zynde , wierden
de dreggen weder geligt, lchcppendd
wy de geheele nagt door, en pafleeren-
de de NegCryen, Hatilen , Loulata, en
Papoeti.
Saturdag den laatften Oftobe’r , met
het lumieren van den dag, quam ons
aan boord de Orangkaja van Hatilen^
rapporteerende , dat, geduurende zyn
afweefert met de Corcor, aan zjne Ne-
gerye waren verfcheenen twee Papoefe
vaartuigen j met de zooü van den Ra-
dja van Meflbai, waar van d’ een eerft op
gifteren weder geretourneerd was, zonr
der dat dezelve egter eenige infolentien
gedaan , maar ailccnlyk de finalle Ne-<
gotic aldaar hadden komen dryven,
brengehde hy, Orangkaja Hatilen, öns
ook een fmal gefchenkje van eenige
Dd 3 hoetH