
i6 A M B O gocd vond iyo man'met 3 chaloepen en
3 fchuiten na land te zendcn, om waar
’t mogelyk, hittmé makkers té verloffen.
Tuflcnen hen,en die van Madura, viel een
vruchtelooie fchermutzeling voor, waar
by zy noch 3 a 4 man verloren -, maar
naderhand overquätn hen een grooteron-
geluk , alzoo de ehaloep van den 2lecS
yoogd met man, en de bootvan’t
fchip Zeeland met 13 man, pas een
ichoojp weegs vanLand,;omilóègen, waar
doöj: z f daar noch zy tóàn, i y van des
Zeevoogds veik, 1 van ’t fchip (Jtrecht,
en p van *t fchip Zeeland verloren j doch
eindèlyk by 'hunne andere makkers ge-
kbmenj en alle« dié noch in ’t leven waren*
wel geteld zyndcj bevond men dat
’dr hbg r 1 mannen waren.
Knkomft^ })en gwkrd’ereenverdragwègensder
boinl" gevangenen rantzoen gemaakt, en zy raak-
ten voor tooo Ryxdaalders - nä lang tal-
men, vry, en den 14 dito alle weer aan
pòord , waar op noch dien ielven avond
alle yief de fcjiepen van daar zyd t’ztylge-1
gaan, die den 3 Moaft A. 1 fpp ’s morgens
vroeg voor ’t gat vahAmboinaqua-
ftfen,fen,zq ras ¿y ’er maar in warén* ftiì-
tè, en ae ftroom zbo fterk tcgen kremen,
dat zy *tgat weer uit dreven, en
voor Hitoe Lama arikerden.
Zoo ras ziilx cefchied was* quarri ze-
kere Temataanfcne Zeevoogd met 3 Go-
räcoras , aie zeer cierìyk töfegemaakt
waren, met vcél getiér, geklop op Gong
en Tiia, en met veel gezang en vreugdj
de fchèpéfl ròndicheppena Ichietèndè tot
^m^elfeóìtìiiig al hùn Éanèn , hofcdanige
® idèr Cbikcòàà dHé vòèrdé, los* waar
d)5 de 'deferì, fätt wéder rondoni lös te
fcftieteft, àntwoòrden.
Wat datt ^éfce Zéevoogd, vari Capirèin Hitoe
verridit véfgèz'elfchàpt, quaih òók aan böord by
wieri Jè onzén, nòe vràgéndè Van waar, en
fòt Wat eindè zy daar gekòmèn Waren,
i f antwòórddèn, dafc zy uit Holland qua-
mtA, om h'urmén handel hièr en elders te
dijr^ft j Waàr tee zyaìlerley koopman-
fehappèn mede gebracht hadden. Waar
<5p aie Heeten hem aan Land VerzoChten,
blttìi'gèndé ovér hun komft zeer vcrblyd
_ te zyn, en genegen te wczen met hen
dèft accoora te maken, hoewèì hun
.gröbtlfe inzicht én hope was, om hen
tegen hun* algemCene yyanden de Portu-
g®en té gèbruikeh j ten Welken eindè
bok ^dèze Zèevooàd doòr den Konipg
vaù 'rómàtè ha Amboina gezonden Was j
óm deh Mander tegen vt geweld der for-
tugeeien tè helpen.
Daags daar äan den 4 Maart ging de
Ondérzeèvoogd aan land ,daar hy zeer
vrièndèlyk vàn Capitein tìitoe, feptl gè-
| naamd ^n de zoon van Àboebaktr hfafedHei,
een van devier oppeìgebieders des Lands ,
órtaer een fraeie tent van zedeh onder
N S C H E
de boomen gemaakt, ontfángen, mihnelyk
onthaalt ,e n eenigeiprek van wel dric
durtil lahg tuflcneh hen gehouden
wierd.
Den 6 dito ging de Onderzeevoogd A. t60e>
weer met drie ondercommieien aan
Land* om te vernemen o í ’er 00klading
voor deze fchepen was.
Capitein Hitoe j nevens de ándére groo-
ten des Lands $ quamcn hen vriönaelyk
te gemoetjhètponden gröote eerhied, en
Äonden hen lading voor twéeíchepentoe.
í Ve onzen, dit verftaán hebberiae, heb-
ben daar op goed gevonden Geíderland
¿n Zeeland na Banda om iading te zenden
j ende twee andreichepen, Amiler-
dam . enÜtrecht, hiet te houden, tot dat
zy de lading bekojnen Zouden hebben,
om dan uit Amboina na de Möluccos te
Zeilen. í)aar o{5 vertrokken de twee voor-
noemde ichepen den^ 11 Maart, na Banda,
dàitf zy den i f dito ten anker geko-
men zyu.
Öqaertuilchen.heipeurde de Zèévoogd
w %Tw$k zeer klaar j dat de Amhöineeien
hem wel groote belöften van een lading
voor z fchepen gedaan hadden $ doch dat
zy, door den zwaren oorlog,' die zy te-
gèn de Portugeefen voerden j niet in ftaat
waren hem zoo veel nagelen te leveren ^
alzoo die hen alie aíbreuk déden, zoe*
kende , 5tÖö veel mogelyk wa$ , 00k de
Holländers vid hiet te verdryven, enhen kom«
hun lading af te inydèn, alzoo zy aari de van ceni;
Engelfchenj die niet lang te voren hierSe Jav«j
mèdè gèkahen,oén bu al eènig^fi tyd^Sp^^1
Lóehoe gèvèftìgt Wareh, nidi dan al tefteuddef
véél hàddehj.ióndèr dat ’er ööch mèèr Amboì-
vyanách j óm dè Ainboinéèfen tegèh hèn nee^I,;
ohderitaad te ddeh, behóefden by teko-
mai. .
Dèh Ì3 Maait quaftien hiéf ook twee
oorlogs-jonken vati java voi volÒcs, om
dè Amboinèièn tegen de Portugeefen te
he^enj. onder Welke menWil, dat ook
eèmge Èngelfchen zouden gèWeeft zy%
zy quamen om héh ’t Cafteel te helpen
winnèn, en wiérden met veel Vreugdingehaald.
Den 10 April maakten de onzen inet Accootd
den Inlander accoòrd over de piys der over den
nagelen, bedingende.die vooir 3y ftuk-PrYs ^er
ken Van aehtert , de Sahara van yyo pond, naSelem
eh deh iz dit© kregen zy irò ponden
voor ider flormlioed, hoewel ik geloof,
dat ’er oùder àie nacéis veel Poloìigs,of
Moemagelen., en anaete nuchte of VUÌfig-
heid, zal gelopen hebben.
De Z3 aito maaktènde Poitugeefeneen
aanflag op zeker doij> in Amboina,doch
hét mislukte hén , verfìezende daar noch
z mannen, alzoo de Inlanders hen qualmen
ontzetten", vergc&èhchapt door ee-
,!nig voHc van onzen Zeevoogd.^ eh van
den Broeder des Ronings van ternate
(W«tf
m a A
(waar vöoir zieh de de voomoemde Zee-
voogd -van Temate mtgaf) in een Para-
hoe /die zieh 09k verwonderden, hoe
d?önzen zieh als vyanden van den Konirig
van Spanjen, öf van de Portugeefai, dor-
ften verklaaren. f
Wawyh Na dat nu de onzen duseenigewaaren
vertrekna tegen nagelen in Amboina verruild had-
Tcnute. j enj ZyH Zy met deze twee fchepen den
8 May 1 ypp na Temate, of na de Mo-
lüccos, vertrokken, daar zy (gelyk wy
reeds onder de ftoffe van Ternate gezegt
hebben) op den zz zyn ten anker geko-
men.
Vtniw Het bleef hier niet by,maar mehzond
Htgtits in ’t jaar 1 ypp drie fchepen , de Zon, de
komft AMaan 5 en de Morgeniter, onder - den
J^ij^Zeevoögd Steven van der Hagen', diederi
m'6 April uit Texel in zee geloopen zyn-
de, den 13 Maart 1600 voor Bantam op
de Reede quainvan waar hy den !zö
- May m deMoluccosverzeylde, körnende
den z. alleen met het fchip de Sön
voor-Amboina op Hitoe’s1 kuit ten afi-
ker , tervvyl de z andere fchepen , doör
de ftroom voörby gedreven, en -na Ban-
t da geraakt waren, dat zy den Zeevoogd
ten eeriten met hunne ehaloep lieten we-
ten.
•De Zeevoogd van der Hagen,voorHi-
tofi Lama ten anker leggende ,* bevond,
dar daar zeer weinig nagelen tpbekomen
waren, .en op ’t nieuw gewas t» wäch-'
ten7, was noch f of ö maahden te vxöeg,
Zoo dat - hy geerf fcaat riiaakte^ om daär
lang teMyven. Terwyl hy daar nu lag,
zob hadden hem de hoofden der Ainboi-
«",vv r neefcn, ! en vooral die van Hitoe , en de
* 7' -Koning van Nceflänivel, zeer ernftig
'tveraochf, dat hy hen tegen de Portu-
: ceefen te hulp wilde komen. Hy iloeg
p - dat eenige maalen zeer vriendelyk af j
WW doch door hun emftig aanhouden en
fmeeken eindelyk bewogen, zeide hy
Die hcijh^ zyne hülpe toe. Hy was alleen niet
hidpte- in ftaat, om dat te doenj maar zond de
gen de ehaloep van ’t fchip de Maan ten eerften 5J“" na Banda met laft, om van daar nevens
gc noch ecn ehaloep wel gewapend fpoedig
Kerwaards te;KÖnien, om de Amb'oine-
fen by te fpringen.. Na dat nu die z cha-
^i^bepen den zy Juni uit Banda in Amboi-
na.gekomen waren, en alles vervaardigt
was,'zond hy drie welbemande en ge-
Wapende chaloepen, verzeld met eenige
Goräcora’s met Inländers op.-de Portu-
ceefen af, met laft om ’t Kafteel aan te
taften , en, was het;mogelyk, tot over-
gave .te dwingen, zy quamen daar wel
~ ontrent, doch ’t landen wierd hen door
eenige ftulcken, hier en daar van de
Portugeefen gefteld, belet. Men vond
derhalven goed, aangezieh zy ook hadden
moeten wyken, om met het fchip
de Son voor ’t Kafteel te komen, in ho-
' k e n ; ' ir pej dat zy nu ook wel meefter,zob vah
’t Kafteel, als van :een kraak met nage-
len^ daar voor geladen leggende, zouden
worden.
Dit waren ondertuflehen maar blooté sah
inbeeldingen i want na dat zy düs 8 wè-
ken voor ’t Kafteel gelegen' hadden,
moeften zy hun beleg opbrtìcen, endoor
gebrek van volk vertrekken, alzoo de Am-
boineefcn hen wel veel manfehap beloofd ,
maar zeer weinig bygezet'hadden, zoo
dat het meeft op efe Holländers aan-
quam.
Eer zy nochtans opbraken deed men ’t
Kafteel,en de kraak, noch Wakkerbefchie-
ten,‘ en dezelve opeiflehen, al ’t welke
de Portugeefen geduldig verdroegen,
wel wetende, dat zy door ’t regenmoe-
ibn het daar niet lang konden houden.
Ondertuifchen wierd ’er een kanon- Ongeluk
fchoot in de ehaloep van ’t fchip de Sbn^
gedaan -, waar' door- het kruit in deny®orgJ..
btand raakte , en 16 man èllendig gè-vallai, f
quetft wierden. Een van dezelve beftierf
dit j doch de anderen quamen weder te
recht, en dit was al de fchade, die de
onzen voor ’t Kafteel geleden hadden.
Men zond de ehaloep van ’t fchip de
Son na Banda, om tyding van ’t voorge-
vallene in Amboina aan de z andere fchepen
te brengeny doch zy moeften, wé-
gens ’t. onituimig weder , te rüg kee-
ren. Daags daar aan dreven zy öiet' ’t fchip
de-Son van voor het Caftéel de baèy weder
uit, dat een groot verflagenheid onder
de Amboineden gaf, te meer, alzoo
zy even voor van der Hagens kömft hun
befte Coracora’s, te weten, die van Noef-
iànivel, waren quyt geraakt, die hen door
de Portugeefen ontnomen was 5 weshal-
ven zy . zeer verward de vlucht namen.
Kort daar na het weer wat beter geworden
zynde, vertrok de ehaloep den
zo Auguiti weer na Banda, terwyl men
voor ’t fchip de Son zoo veel nagelen
zocht,als ’er te bekomen waren. Zy nu,
bezigzynde met diete laden, zagende
fchepen de Sori eri de Maan den 1,8
September volladen voor de kuft van-Hi-
toe by hen ten anker komen , om zamen
na ’t Vaderland te vertrekken 5 doch al- Hetccri
vorens heeft de Zeevoogd van der Ä*-ftever-. *
¿«» met de Inlanders het eerfte verbondbön4 ,
gemaakt, belovende dat hy dePortugee-JoorY*n
fen allen afbreuk doen zou,mits datmen^tfÄ met
daar een veftipg maken, de Inlanders den denln-
arbeid daar toe doen, en de Holländerslandergc-i
kruit, lood, gefchut, volle, levens-mid-maakt.,
delen,en ’t verdre daar toe noodiigy ver-
zorgden, waar tegen de Inlandersneloof-
den, dat zy alle hunne nagelen aan de Holländers
tot zekere gezette prys leveren
zouden.
Ä ‘^’<i/rverhaalt in zyn zo Alkitfa eeni-
D z gc