
. 248 A M B O
1(587. vreugdecto^ tot den 3 September duur-
dcn,, op welken avond een zeer groot
affchefd-maal aan ’t huis van de Heer
Lahdvoogd was j doch in ’t midden van
deze vreugd quam ’er fchielyk een groo-
te verflagenheid over *t ganfch gezel-
^ fchap: want zoo als de eerfte gezond-
heid, te wcten, van Haar Hoog Mögende
ingefteld was, zouden daar eeni-
ge eer-fchoten mct een falconct,eneeni-
ge andre ftukjes , op gcdaan werden 5
doch met de eerfte fcliootbcrftcditftuk-
je in 3 ftukken, waar door twee mannen
dood gcflagen, en de derdc doodclyk
gequetil wierd. Dit was oorzaak dat
niemand dien avond regt vrolyk was,
gaande de meeften vrocg na huis.
De Heer Landvoogd met alle lieden
van eenig aanzien dcden dezen Heer den
4 dito* tot aan boord toeuitgeleide, en
zoo vertrok zyn Ed: na Batavia.
In dit jaar, alzoo ’er geen oorlog on*
der de Regeering van dezen Heer Land"
*?. ~ voogd geweeft is, is 00k nicts mecr van
belang yoorgevallen doch.
Den ry Augufti'wierd hier indemor-
genftond een weinig bezuidcn de gordcl,
van den Reus, een fteert-ftcr met een
bleeke lange fteert, na *t Weilen ftaan-
de, eenige dagcn aaneen gezien.
A. 1687 den 11 Januari heeft men
weer een zwaren brand gehad, die over
f blokken, doch meeft over dat by de
ltlecder-winkcl, en ’t blok van denouden
Rumphius (die dit jaar zeer groote fchade
gelederrhad) en 00k over dat j daar de
Koning van Kilang woonde, gegaan is.
Dezp twee branden hebben wi^L: z t a
300000 gl. ichade aantvericheide lpgcZe-
tenen, doch voornamentlyk^^^m den Ca-
pitein der Nederlandfche borgery de
Heer Henrik Leydekker| lid in den Raad
vanjuftitie, en den Capitcin der Chi-
ncefen, ghteSenko, toegebragt.
Steert-
ftcr hier-
gezien.
Zware ' Den ip van de raaand daar aan had
aardbe- men hier een zeer zware aardbeving,
Tinfr dicrgelyken men zedert A. 1674 niet ge-
voelt hadde. Zy begon juift op een a-
vond, ontrent half zeven, dat de Heer
Padbrugge met Mejuflrouw zyn gemahn
(want toen kendc men in Amboina nog
geen Mevrouw) my de ccr aangedaan
had , van myn cabinet met zce-horen-
kcns te komen zien. Zy was de zoetfte,
vriendelykfte, deugdelykfte, enopregt-
ite Juffrohw, die ik oit ontmoet heb.
Men had den ganfchen dag- niets, dat
na aardbeving geleek, vemomen; tpaar
als ik zyn Ed:, en Mejuflrouw zyne Gc-
malinne, maar pas uitgeleide gedaan had,
quam ’er: een zware ftoot, en daar op
zulk een verfchrikkelyke beweging van
’t aardryk, dat ik niet wift wat my over
quam : want ik wierd puur walgende,
als imand die zee-ziek werd 5 ik voelde
A .iä8
weer
zwaren
brand.
n s c h e
en Zag het aardryk onder my als de baa- 1Ö87.
ren der zec op- en nedergaan, en zoo
fterk bewegen, dat de tafcken der boo-
öien, by onze deür op de weg geplant,
tot dicht by de grond nederbogen. Af-
gryzelyk was het om aan te zien en
geen menfeh in ftaat’, om op2ynbee-
nen te blyven ftaan, zoo dat wy alle op
den grond moeften gaan zitten , of wy
zouden om verre gevallen hebben.
Te dier tyd zag ik , dat deze Heer Groote
Landvoogd opk een man van geen min-hardvog-
der moed, dapVoorzigtigheid, was: want^1^ »
daar hy tot diefi tyd toe altyd -in zyne^jkj,®01'
wooning buiten ’t Kafteel zieh op-heid van
gehouden had, ging zyn Ed;, hoe de Heer
zwaarook deze aardbeving was, dien nagt, Padbrug-
en eenige. nagten daar aan, zyne ruft in8C*
’t Kafteel (ichoon ’t zeer geicheurd
was) neemen, om, by voorval vaneeni-
gen oproer, dät op zullte tyden vooral
wel gebeürt is, aanftonds zelfs goedc or-
dre te können ftellen,_en alle ongemak*
ken voor te kouien.
■ De eerfte ftoot, en de verdrc<bcwc-
ging van het aardryk, duurde wel' een
quartier uurs 5 maar tegen half hegen
quam ’er weer zülk een ftoot, en zoo een
zware beweging ’er op > dat wy onsdien
ganfchen nagt in huis niet dorften’ ver*
trouwen i maar in een opgeflagen tent
vah planken en zeildoek fliepen.
Na dien tyd had men dagelyks eeri
lichte wie ging, o f w el een kleene aard-
beving, dat tot de komft van de Heer
Dirk de Haas. (die hier den 4 April met
’t Tchip Sumatra vericheen) düürde, al-
zoo ’er op Oien eigen aag nog aardbeving'
w B j'wösRälyen ik , tot dien tyd toe,
onder den blöbtch Hemel my ’s nagts in
de voomoemde teht iruim twee maanden
onthouden, hocwel niet vemomen heb,
dat door de zelve eenige andre' fchade
veroorzaakt is, dan dat 4 of f huizen in
’t gebergte van boven neder geftort, en '
de muuren in ’t Kafteel nog al meer ge-
fcheurd zyn.
Voor deze aardbeving vertoonde zieh
de Maan zeer bleek, en droevig, ’twas
dood ftil, en men had nu en dan van verre
eenig gedruis, als van eenige kanon-
ichooten, vemomen.
Ik bleef niet lang daar na hierj maar Den
wierd den 17 Juli tegen alle recht cn
den (alzoo ’er toen geen Predikant in“ ®^?
Banda was, en door die Regeering ’erordres
een van hier ter leen voor een körten tyd aango '
verzocht wierd) na Banda gezonden, zon^cnr"
daar, volgens uitdrukkelyke ordres van
haar Edelneden de jongfte Predikant, die
met de Heer de Haas'gekomen was,
Cornelius van BruJJel genaamd , deiwaards :;
had moeten gaan. Ik bragt die laft en
redenen wel by; maar de Heer de Haas
wilde het zoo hebben, en de HeerPad-
| *£87. brugge (die ’tVel anders had können, en
ookmad behoort te doen fchikken, ver-
mits die ordre ’er lag) vond datmedezoo
goed j om den Heer de Haas tebelieven, 5 -hoe wel zyn Ed: my* anders genegen was 5
•doch hoe die infehikking zyn Ed: daar
na vergolden is , züllen wy kort na zyn
■ vertrek zien. . .. - T -
^ Goudc In dit jaar, of daar ontrent y waren;
¿r coeban^s eenige goude eoebans (a, ,ider 10 Ryx--
- ;uitdjc ' daaloers) uit de groote kas geftolen , die r
^‘fasgeit(>de Heer Padbrugge van den'Opperköpp-
^icn. man Baßing weer eifchte, die nochtans
• toonde , dat hy nöit zonder 2 gecominit-
teerden in die kas geweeft was. Zeer
waarfchynelyk zullen' die zoo geftolen
-zyn, gelyk men naderhand diergelykeen
geval onder de Heer Scbagben met de
Heer Schenkenberg gehad , de dlef tocji
ontdekt, en gehangen heeft.
, De Heer Zyn Ed: bleef hier niet lang na myn
de Haas vertrek, maar heeft kort voor zyn ver-
trek deze* Landvopgdy; äan de Heer Birk
fte Land-1^ Haas , als vier - en twintigfte Landvoogd
,-voogd over, nevens een nette inftruflie
bier, en Wegens denftaatdezerLandvoogdyover-
Padbrug- gcgcven j en is daar op met het fchip
gever- Sumatra den laatften Augufti 1687 van
hokken. hier na Batavia, na 4 jaren beftierens,
vertrokken.
Indien deze Heer de Heer Scbagben
zoo wel, als den Heer de Haas, tot zyn
vervanger gehad hadde j - ’t is zckery aät
veele van I zyüfe rfee^gemaakte, en aus
Verre wel begonnene werken zeer wel
Zouden vervolgd zyn j maar het was hier
vlak* het tegendcclj gelyk wy lullen
; zien . '"
' ' : De Heer de Haas was in zyn jeugd
Hecina- een Amfterdamfche weesjongen geweeft,
derbe- gelyk ik menigmaal heb hooren zeggenj
fchreven. doch of het 00k *zoo. i&, wete ik niet y
maar dit weet ik uit zyn Ed: eigen riiond,
dat hy by den Notaris , de JVit, op Batavia
voor jongen gediend j eri zyn mee-
fter gemecnclyk ’s avönds met een Da-
mar, offakkel, (een dienft, die anders
gemeenelyk de flaven waamemen) t’hüis
gebracht heeft,' het welke zyn Ed: my
verhaalde, oiö aan te wyzen, hoe hy ’t
van de grond af opgehaald had.
• Naderhand heeft hy in Tonkin gele-
.y genj daar hy (zoo zyn Ed: my zeide|
zyn geld gewonnen heeft j hoewel hy na
d?pn tyd 00k twee maal Oppethoofd van
Japan geweeft is.
Hy is naderhand uit den dienft gezet,
of wel zyn gagic afgefchreven, om dat
hy weigerde als Commifläris na Macailär
te gaan, dat hy egter om een zedr'eer-
lyke reden dedc, namentlyk, öm dat hy
zyn Heer en Mecfter, Jacob Copsfftöen
Prefident aldaar, niet bederven, cn lievcr
zclf lyden wilde.
Zedert is hy als Schepen, en Vice-
II D e e l v a n A mbo ina .
£ fe N. *149
Prefident fchepen tot Balävia gfeWuikt , ’ i8§7.
en eindelyk wierd hem deze Landvoog-
dy (zoo hy my ook zcide) opgedragen.
' Hy Vas een zeer gaauw dierlaar der E.
Maatfchappy', die allefints de zuinigheid
voor dezelve behertigde, en ganfch niet
inhalende of fclifaapluchtig I maär in dit
öpzügt 'zöo 'edelmoedig was j als Uc .oik
een' Landvoogd gekend heb : ,want hV
overtrof daar in noch verre de Heer Padbrugge,
om dat hy van de dq ’flaven dife
voor de E. Maatfchappy werken, cn
waai1 vbor de meellers 3 Ryxdaalders tet
maand (hoewel ’er bok in de kiuitmo-
lfen zyn, die <5 Ryxdaalders winrien) vopr
idpr trekken, geen eenen voor zieh zcl-
ve wilde nemen, daar de Heer Padbrugge
’er anders met reden wel 30 voor zieh
nam , gevende de andre aan den Opper-
koöpmän , Capitein, Predikanten,' ’ enz.
Men moet hier egter 'de waarheid zeg1
geh, te wfeten, dat de Heer de Haas
reeds een Heer vätt iö b groote.iniddeleri
was’j dät hy zecr gemäkkeiyk diergely-
ke (anderfins nog al geborlofde, hoewel
voor een Landvoogd geen zeer pryzely-
ke) winften aan een ander konoverlated«
en dat de Heer Padbrugge in tegendeel'
maar een (Heer vanmatige, en dus op
een eerlyke wyzc vergaderdc middelen,
en dierhalvcn in zyn Ed:. zqq Zeer niet
te. beriipen was , dät:hy. deze winfteii
n ie t aan andere overgaf 3 Bzoo een Landvoogd
' äie niet' ftniBrozü^tig is '9 en föt^
zoenlyk leefde (gelyk de Heer Padbrüg-
g?)-:zyn inkomen zeer wel vah noodeii
heeft.'
Wat nu de Heer de Haas tegen de
Heer Padbrugge gehad heeft, is my on-
bewuft 3 maar ’t is zelcer, dat hy van
al zyne werken niet alleen ^qer veragte-
lyk aan haar Edelhcden geichreven^
ihaar 00k alles, dat gemaakt had (om
zyn fchiyven waar te malten) ten uiter-
fteii j en onverantwoördelyk, heeft laten
vervallen Jdaar hy,met weinigmoei-
tb, vecl werken, die goed, en nu reeds
gfeniaakt Awaren, zeer licht had können
onderhouden?
Hy heeft bok den geheimfehryver vari Zvnö
dien Heer, Jan Kleintje, zeer vervolgd, g°«je ■
hotwel hy eindelyk nbcli nä Batavia ge-
raäkte.
■ Dezen Heer had 00k die deugden, dat
hy noit een geichenk van imand aannani,
of hy fchonk den gever twee a dricmasu
zoo vecl in de plaats.
Hy leefde met alle zyne. onderhoprigb
bedienden in goed verftand, *t geen geen
wonder was, aangezien hy geen voor-
dfeelen met hen deelde, maar alles edel-
inoedig aan hen onder mälkandercn 16
verdcelen gaf. Dus kon hier geen gc-
fchil (dat nu in ’t gemeen over ’thouadn
en hebben ontftaat) voorvallen, om dat
H h * hy1