
xi € B E S C H R Y V I N G E vry vecl van aangeleert, en ze ook ge-
makkelyk genoeg gevonden , om ze
verder tejeeren -r dog (leb hetmagek-
tcn , om ■ dat z y overal nitc ecfnerley ,
en te veel van malkanderen verfchillen-
de was.
Alsmcde Dog behaljen deze taal. is onder hen
ook d® twl van ecn zeer
"he groot gebruyk,
Dit is een heerlyke, voortreffelyke,
foetvloejende, en ryke-taal, die, nevens
de Portugeefchc, de Taal is , met wel-
men ganfch Indien door, zelf tot in
Perfiën, Hindoftan, en China toe, kan
te rechte geraken} dog mec dat onder-
fcheid, dat- de Povtugepiche verder om
de Weft, en de Maleytfche verder om
de Ooft van Indien doorgebroken is.
^y- werd by den Inlander genaamd
Bahafa Malajoe , dat is , de Malayiche
' Taal, hep zy na de Maleytfche kuft, of
wel na datvolk , dat in ’t Koninkryk
van Palimbang , op ’t Ëyland Sumatra
wel eer aan den vloed Malajoe zyn be-
ginfel vond, en zig naderhand van vcc-
Ie Ryken op ’t vafte land daar tegen o-
ver, waar op nu de Stad Malacca legt,
meeftef gemaakt , en met hun verove-
ringen, en vooral door ’t voortfctten
van hunnen Godsdienft, endengrooten
handel , die zy Maleyers met allerley
Volkeren dreven , hunne Taal ook zoo
verre uytgcbreid hebben, dat zy van het
Koninkryk Pegu af , lanes de geheele
Maleytfche kuft, tot in Siam, Cambodia^
Sumatra, Java, Borneo, Célebes,
toc in alle de Oofîcrfche Eylandeh van
Indien, ja zelfs tot in de Philippines,
doorgébrooken , en van een algèmeyn
gebruyk, of byna even cens, als deLa-
tynfehe, of Fränfche Taal in Europa’,
geworden is.
Deze Taal nu is hier in Amboina ook
van ouds her al in gebruik geweeft,dienende
den inlander, in iaaken van ’t ge?
rechte , van den Godsdienft , van den
Handel , en in den dagelykfcn ommc-
gang met allerley menfchen, als de ge-
meene Land-Tale, die zy van jongs af
ook (immers zedert het aanweefcn der
Nederlanders alhier) in de fchooler
leeren leefen , fchryven, en verftaan.
Die Taal nu is- (wat ook fommi*
ge daar tegen hebben mögen druÿfen)
tweederley , de Hooge, dat is, het
Malcyts , dat men onder de Grooten
aan de Hoven , in de zaaken van den
Mohhammedaanfchcn Godsdienft , ge-
bruykt , of het Lage , dat is , het
Pafar, en Markt-Maleyts , dat men
dagelyks , .cn onder de Gemeente,
lpreekt.
Het eerfte Maleyts , by hen Bahafa
Djawi, of de Moeder- en Suy vre Taal
genaamd, is buyten alle tegenfpraak het
Ÿ A N
befte, het rechte , en ’t hoogdravenfte
Maleyts 3 maar die Taal werd zelfs op
de-MaleyfqrKufti nog-op Java,, nog op
b¡MBMra, van geen andre , dan van de
Mohhammedaanfche Köningen , Vörden
, en Priefters , verftaan , en van
hen ook in de dagclykfe omgangnoit,
maar alleea in.de gefchriften van ’t Hof,
of van den Godsdienft, gebruykt,bc-
halven dat die ook nog een ander middel
gebruyken, om die voor de gemeenen
man verborgen te houden , name-
ly k , dat zy die met een Arabifche
letter gewoon zyn te fchryven,die voor
den gemeenen man onleesbaar, en by
hen geheel en al onbelcend is, weshal-
ven ait een Taal, cn letter niet van de
fmalie gemeente, maar allecn der Ge-
lcerdcn,.en derHovelingen, is.
Is zy nu zoo onverftaanbaar, en geheel
onleesbaar, zelfs onder de Mooren
in die Landen, daar zy van daañ geko-
■men, en nu nog wel meeft in gebruyk
is, zoo kan men eens bedenken , hoc
onverftaanbaar zy in Amboina, Banda,
Ternacc, op Macaflar, en-op Batavia,
by den gemeenen man wefen moet, al-
waar ik onder alle de. Geleerden in deze
Taal, buyten den HeerenPelrusvander
yorm, en Brands, Bedienaars des Goddely-
kcnWoordsop Batavia, geen'eenen onder
de Heeren Predikanten zelf kenne,
die inftaat is, om die taal in haae letter
grondig te verftaan, en net te lefen, of te
fchryven. Immers, dat is zeker, dat de ge-
meene man die lefen,nog verftaan,kan.
ten faak , waar van wy hier met breeder
wtUcn (preeken, om dat wy dat
ter plaatfe, daar wy van den'Godsdienft
hanüelen , vry gevoegelyker zullen
doen.
Behalven die Hooge Maleytfche Taal
lis er ook een läge, aie, om dat zy van
vclerley Natien, ¡der na zyn eygen
Taal, en tong-val, zo wat getrokken,
en ook zomtyds met deze en gene woor-
den , ’t zy uyt het Portugeefch, ’t zy
uyt eemge andre Taal, vermengd werd ,
ook wel de naam o f van Bahala Katsjo-
kan , dat is , de mengel-Taal, of van
Bahafa Pafàra , dat is , markt-Taal,
draagd, voor zo verre het die taal is,
waar door de koopliedcn , die op de
markt met malkanderen handelen te
regc geraken, cn malkanderen verftaan,
’t geen men wel denken kan, dat onder
zo vcderley Volkeren zoo net niet toe-
gaat,of daar lóopt onder dat Maleytfch
wel ’t een, of ’t ander woordje van hun
eygen, of van een andere taal , die zy
betcr , dan ’t Maleytfch , kennen, ’t
geen zy voor die tyd gebruyken cn ’er
inlaflchen, om zig ’er maar door te
redden.
Dit nu bewyft geenfîns, dat dit lago
Oude
Wyie
vánRegeering
aerAmboinee
ÍCH.
A M B O I N A. 145"
Maleyts , *t geen zekerlyk van ’t de Oude Hebreen, Grieken, en andere
Hooge (even gelyk het Ncderduyfch
van ’t Hoog-duytfch) gekomen is , in
zich zelven zulken, gemengelde taal zy ,
dat een andei-, die aezelve wel verftaat,
niet in ftaat w,ezen zou , om zich imvolkeren
, van zeer oude tyden af be-
kerid) beílierd. Daar. zyn onder hen
ook Wenige , dog weinige Sengadji’s,
of Hertogen , gelyk Scngadji Cçwafa,
Serigadji Bonoa, Cn meer andere geweeft }
mers zoo wel in deze, als in,de Hooge, dog hun meelte Regentcñ werden O
Taal, fuyvér, en zonder eenige andere
rangkaja’s, dat zoo veel als Dorp-Heeren
taal daar onder te mengen , uytte druk-
ken. Men heeft geen ander bewys, dan
myne overfctting des Bybels in die laage
taal, van noden , waar in men geen een I ,
anden woord, dan zuy ver, hoe wel laagJ gen dragen, zoo zyn zy inderdaad, in
en by den inlander verftaanbaarMaleits, opfigt van hun magt^, en beftier , een
zyp, genoemd, hoewel men ’er onder
vind, die over drie of vier dorpen
te gebieden hebben} en fchoon zom-
mige onder hen den naam van Koninvindeñ
zal. Kan men nu in die taal een
ganfeben Bybel overfetten, zonder daar
onder eenig ander woord te mengen,zo
kan men dan dit geen Mengel-Taal meer
noemen, en nog veel mirif (gelyk men
met zulken geweld getragt heeft te doen,
cn den onkundigen in Europa , en in
Holland , wys te maleen) zeggen, dat
’er geen Laage nog Hooge Maleytfche
en de zelve met deze Orangkaja’s.
Onder dezeKonirigen nu zyn’erfom* HunKo¿
mige , die over ecn Graaf, cn dan ningen>
nog over een Orangkaja van een dorp , Orangen
dus over drie dorpen gebieden} maar j^jas>
daar zyn ook veel Köningen, die maar z’
een dorp ondei- zig hebben;
Buyten deze eenhoofdige Regeering, Hun
plagt ’er van ouds nevens deze noe een Oude
Taal, ja dat ’er geen ander onderfcheid andre oppermagtige beftierlng, van vier
tuflehen deze beyde, dan die alleen is, Opper-Heeren te zyn., die over ’t gan- vierQp_
dat men maar eene zuivere Maleytfche, fche Land, en over alle deze Köningen,perfte
en dat’er buyten die nog welcenbaftaard Hcrtogen, Graven, en Orangkaja’s, het Heeren
en Mengel-Taal gefproken word , die I Opper-gefag voerden. Een wyfe van ^ ^
niet geagt,van geen gebruyk, nog geen
taal op zig zelvcn ii , dát de grootfte
onwaarheid die ’er kan Bedagt werden,
is , en van welkers tegendecl men deze
onbezonne mannen uyt hunne eygen
fchriften zoo ldaar , als den dag, over-
tuygcn , en zeer naakt aanwyfeñ kan,
beftier, die ik alleen by die van. Athene,
en by die van ’t Eyland Madaga-
fear, gevonden heb.
Deze greep al ftand , toen zy nog
Heidenen waren, hoewel een van die
vier Opper-Heeren , door een togt na
Java Mohhammedaanfch geworden is,
dat zy zelf die twee Taalen, in Hoog en ook dien Godsdienft toen allereerft
en Laag Maleytfch onderfcheiden} dog in Amboina overgebragt heeft.
wy fcheidên hier a f , om dat wy elders
daar over uytvoeriger zullen fpre-
ken.
Dit Laag Maleytfch nu werd van den
Ambòineeich al vry wel op ’t Eyland
Amboina} dogf zo grondig niet op de
andere Eylanden ,• onder deze Land-
Deze vier Mannen deden alle iàken
dezes Lands, die van ’c grootfte belang
waren, Oppermagtigaf, zodanig,dat,
zo ’er een van deze vier Heeren quam
te fterven , altyd wecr een van dat
zelve ftamhuys (waar van wy, onder
Amboina’s eerfte beeinfelen , breeder
voogdy, verftaan : ja daar zyn dorpen ; fpreeken) in des zelfs plaats gefteld
op ’t Eyland Ceram , in welke de in- wierd.
gezetenen daar van ganfch geen kennis Dit ging zynen gang dus niet alleen,
hebben. Nogtans is deze Taal tuflehen ! terwyl zy nog op zig zelven ftonden}
alle, deze Eylanders de Taal van ge-¡ maar is ook in de latere tyden , na dat
mecnfchap , om malkanderen recht te i zy eerft onder de Köningen van Terna-
konnen verftaan , en om zig daar door te, daar na onder de Portugeefen , en
beter, en klaarder, dan zy in ’t Am- eindelyk onder de macht der Hollanders
böineefch doen (om dat het te veel van geraakt zyn , nog veele jaaren in ftand
malkanderen verfchild) te können uyt- gebleven, tot dat eyndelyk onder deze
drukken. laatfte, in’c jaar 1644. ten tyde vanden
Ondér de zaken, den Amboinees bc-1 Heer Landvoogd Dcmmer, deze Oude
treffende, verdient de Aloude byfondre Regeering van vier Opper-Heeren des
wyfc. van Regeering mede hare opmer- Lands , volgens ordre harer Edelheden
■ king. op Batavia , van den To. December,
Van de oudfte tyden a f , en toen zy in ’t jaar 1643. afgefchafc ,, eil op hoo-
alle nog Heidenen waren, zyn zy altyd, I ge ftraffe verbooden is. Hebbende het
gelyk ook nu , door Köningen , Gra- j nu vry beter en gerufter onder de Re-
ven , en Orangkaja’s (dat eygentlyk; geering der Holländers , als z y ’t oyt
Ryke Lieden beteekend , cn Oudften \ onder- de Portugeefen, Ternataanen,
(zynde hunne Medebcftierders , cn by; of onder hunne eygene en Oude Lands-
Hh 3 Op