
4¿ A 0fS B O N «foi. De Oy<0gi^aV,ofhoofdeavanÄ?/w.
Radja Noejfanivel.
pon Pedro# gewezen hoofd van Hoe-
jfjmoeri.
Radja Kilang.
Radja Soya.- -
Siman Erna, hoofd van Em,a.
í Don Andries, hoofdvan Halong.
■Çaftanjttj hoofd van Hative ende Raviiri.
Sancbio, hoofd van Wdy.
Pati Alang^ hoofd van, Alang.
Patì Liliboi, hoofd van Uliboy.
Manatica van Aiang. |
De OraogKai van Oerien.
*t Hoofd van Aßaloelo.
, . 9t Hoofdvan WaMkafthoc.
*t Hoofd. van Larike. .
Simau Baguwala, hoofd van Bagwwala.
Paulo Gomes, hoofd -van á&Mardykers.
Van ’t Uliajffers Eiland, of van Honimoa.
Radja Qelat.
Radja Rochaba.
Radja Papéroe. '
*t Hoofd van Haría.
Pati Boy.
*t Hoofd van Rtjouw.
Pati Siriforri.
De Hoofden van Iba, ende Mahoe.
Volgen de hoofden van ’t Eiland Oma.
gg Don George, hoofd van Oma.
’t Hoofd von. Abara.
~ Radja Haroeco.
RadjaSamet.
R.HoofdvoaCariboa.
Radja Hatoebaba.
,’t Hoofd von Cabauw.
’ t Hoofd van Caylolo.
’t Hoofd van Holalioe.
Volgen dp hoofden van Cerarti onder 0-
md itaande.
’t Hoofd van die van Cantorìe».
’t Hoofd van die van Roemakai. jjg
:?t Hoofd van».die van Latoe. I
’£ Hoofd van die van Howalojr. '
Volgen de hoofden der Alfoereefen.
. Radja, Sahoelauw. -
. Rajja¡ Sißeoeloe. >
Radja r Somiet.
Radja Ratea..
Radja JVayfia:.
’t Hoofd van Loemabeloe. .
Dezç naarvolgende zyn geroepen maar
niet verfchencn«
. ^mah ey . _
Makartki,
'S C. H g E
S'wauco. : C' :
Sepa. r .
Ramilau.. - /■ :
Rolost*.
Die van Aera.
Die van Anjblau.
Die van Lißbatta.
Volgen de verdere bottdgenooten die
geroepen, maar niet venchenen zyn.
Kimelaha Doja wegens den Koning
van Rernate.
• De Orang Kays van Loehoe. % ■
De Orang Rays van L tß d i.,
De Orang Kays van Cambello.
Die van Beano.
Die van Kelang.
hurden den eerften Juni 161 1 dbor
i den Heer Generaal Coen, ende prefente
j Raaden, zyn de gceompareerde onderda-
nen, in *t Kafteel byeen vergadert,al-
waar bevonden wieraente groreken Ki-
melaha Hidajat, Stadhoüder wegeqs den
Koning1 van Ternate , de Qrang fCaja’s
van Loehoe, Leffidi ende Cambello,
niet tegenftaande deZelve tot vericheide
i reizen door de gcdeputccrden van den Ed;
Heer Generaal boveh genield ■waren be-
roepen, mede zyn ook'in géhrekén ge-
bleven, ende niet gekomen die van : J
Amahey.
Makartki»
S'wauco.
Sepa.
Ramilau.
Roheti.
' Boero . »
I Ambiati.
Lißbatta. I ’ /"-'s
Bonao, en
- Kelang. ,
< Gemerkt onze önderdanenalreede hier
langen' tyd na de bovengemelde gebre»
■kende hadden vertoèfd , zoo is de Edr
Heer Generaal vooriz. met de handelin-
ge voortgevaren, proponeerehde eerfter
lyk, dat hy deze vergaderinge principa-
;lyk hadde beroepen ommc ter neder te
leggen en te beffiffen vericheide quei%)
ende 'gefi-hillen, dfe tuflehen onzerfie-
ftediven Gouverneur^ ende den Stadhou-
der van de Koning van Ternate, énonze
onderdanen? waren gerezeh. Ten twee-
den, by wat middel de bovengemelde.
: misverfknden, verfchillen ende rebelljeÄ
mogtèn vborgekómen%érden, tot welken
einde een yder der Voorzeicfe onz&' ón-
derzaten heeft beläifc rppregtelyk , iindi
ceerlyk, en naaktelyk van zulx zondi^
paiHe te verklaai'en ,: yoor zoo veel haàr
■ bewufl was, waar dbor, ofte door-Wat
oorzake de rebellie ende vcrichilletf-on-
der oflie - onderdaanen ontflaahy Jen
• oftp
m tß & a
£ i6ij,ofte/âdor den relpe&ieven Gouvemetir,
of andere perfoonen, o'ok eenigeoverlaft
bfte oriredelykheden gefchiedj en ofzy alle
gezint warendeneed van getrouwe oiider-
dánigheit voor dezen aañ de Ed. Hooge
Mog: Heeren Staaten Generaal *denPrin-
JHu volgen de Negorys.
Hitoe. JVaccal.
Room. Señalo.
Hoenoet. Ely.
Moßapal. Pelißa<
Nau. Kaytetto.
Einau. Eßen.
Herme Latoe. Wcvwani.
Hennelaie. Ceyt.
Bovengemelde, Capitein Bitoe, ende
Patì Roeban, door den Ed. Heer Generaal
voomoémd gevraagd zynde,ófzy met hem
Kimelaha Daja uit den name van den Ko-
ninkvan Temate,enmetdievanEoèfiióe,
ende Cambello, Leffidi, Bonoa,enSoe-
la beraatflaagd ende uitgegeven hadden,
dat die van Hitoe zoo wel, als alle anderen,
aan den Koning van Ternate be-
hoorden dati, ofte to lte geven, datzy
luiden zübc geweigerd hebben ende daar
ovecvan de vooi^. gedreigd zyn dat ’t
land Wän Hifoe met geweld zullen afloor
pen,-ende haar dwing® toi 9 ^
dere, tebetalen.; '
Rhomas lÙajaBoeJffdmvel, voorgehou-
den zynde, ofdeneed van getrouwe on-
derdanigheid voor dezen aandeEd:Hoo-
ge Mögende Heérèn Staaten Generaal
den Prince van Orangie, ende Heeren
Bewindhebberen gédaan, bereid was te
vemieuwen, welken eed hy overbodig
Was andermaal te affirmeeren.
Volgen de Negryen, ftaande onder
Noefiànivel.
Noeßanivel.
Amahoefoe. ^
^PMfai
Cappd. ■"
Sen.' *
"--Jiatoe.
Sima.
Dort Pedro, gewezen hoofd van Hoe-
toemoeri , verklaart geréed te wezen,
qm dén ted van getrouwe onderdanig-
heid aan'de bovengemelde Heeren andermaal
te affirmeeren, en te vemieuwen.
De voorfz. Don Pedro, is door den Ge-
neräal toezegging gefchied ten aanzien
van zyne getroüwigheid ter gelegender
tyd in vorige ftaat gefteld , met belofte van
daar en boven door den refpe£tiven Gouverneur
gebenificeert te werden.
■ JRadja Kilang is overbodig den eed van
KL -E N. 4J> ce van Orangien, ende Heeren Bewind,
hebberen, ende haare Gouverneurs, jegen-
woordige en toekomende gedaan,te veiv
ieuwen, volgem verbond} daar op Capitein
Httoe aütwoordde, dathy overbodig was f6
zelve by eédeàndermaalFe affirmeeren«
forterende onder Hitoe.
Hautoena. Haußhol.
Lebelehoe. Hockonalo.
fPaufeläa. Rihel.
JLayn. Roeleboe.
Móntala. Salaumete.
Ltjen. . Lian.
Poehet. PPay.
getrouwe onderdanigheid aan de bovengemelde
Heeren gedaan , andermal, tc
vermeuwen.
De volgendé Steden, onder Kilang voxi
terende.
Kilang. .
Nah..
Hatala- a
Radja Soya is ook overbodig den eed
van getrouwe onderdanigheid, aan de
bovengemeld&-Hgeren gedaan, te jjgm
nieuwen.
Amantelo.
Ahoefen.
De zoon van Simatt E rn l overmits
indiipofitie van zyn vadef, heeft öok
vrywillig den eed van getrouwe onderdanigheid
geprefenteerd te verniétîwen aan
de bovengemelde Heeren, ende harege-
iiibititueefden.
Volgen de Negrys ibande onder Erna,
Erna.
Hoekorila.
. Leahari.
Don Andries, hoofd van HaloQg, is
bereid den eea van getrouwe onderdanigheid
té renoveren aan de voorgemel-
te Heeren, en hare Gouverneurs.
Volgen dê Negrys, fortecrende onder
Hative.
Hative.
Hative Kitsjil, dog word geiiiftineert ,
dat ’t zelve onder Hative zoude ftaan,
welke queftie nog ongedecideert is.
Cafianja, hoota van Hative^ Tawiii
ende Hoekorälö, pteienteert den eed van
getrouwe onderdanigheid te vemieuwen
aan de bovengemelte Heeren.
Sbnau Baguvsala , hööfd Van Bäguwa-
la, is overbodig den eed van getrouwe
on