
lo t
■ ì f 55' Deve
W r U B O N S G t í E Dq^irftroide Vloot van deHeerZec-
- !®ver' voogd, in z fchepen cn i f röcijagtenbe-
VlQQjji ftaande,. begon weer te vergäaeren}dog
komtten van alle kanten met ilegte tydingen, al-
dede;^ zoo ’t fchip Hillcgaartsberg,. en 7 roei-
weer by-jagten, na Batavia geraakt waren. Ook
ccn’ daagde eindelyk ae bevdhebbcr Roos
met z fchepen, en z chaloepen, den 13
November op, hcbbende den Heer de
Flapti»g tot, voor Macaflär gezogt, al-
waar de verdre fchepen ten deele al willens
(om van zyn vrecmde grillen ontfla-
gcn te zyn) ten deele in weerwil van
hem afgeareven waren.
Een groot ongeluk was ook den vaandrig
Cafpar Buitendyk ontrcnt Tanakeke
met zyn Tinggang overkomcn.v Men
had hem al menigmaal gewaarfchouwd,
om na de fchepen te wyken, doch hy
had daar oa niet willen luiftercn, nog *t
voorbeeldder chaloepen volgen, zoodat
hy dit ongemak zicn zelven op, den hals
haaldc.
• Hy wierd in ’t laatfte van Oftober
zeer onverwagt door 30 Macaflaarfe .vaartuigen
overvallen , die vry wel van alles
** voorzien waren. Hy, door ’t groot ge-
tal niet eens ontzet, ftelde zieh braaf te-
gen de zdve in poftuur, genegen zynde
zyn huid zeer (her aan hen te verkoo-
pen. Hy fchoot ten cerfte een van ha-
re grootfle vaartuigen in de grond, en
hielp kort daar op een ander reddeloos
maken 5 doch de vyand, ftout op zyn
groot getal vaartuigen tegen een, drong
’er op in, waar dopr hier een hevig ge-
Buiten-Vcgt ontftond. Ondertuflchen raakte
dyks dap- (Zoo zommige willen) de brand in;’t
peredaad. bnskruit, zoo dat hy en 24 gemeenefol-
daaten hier door in de lucht fprongen,
hoewel andre verbalen, dat hy, na lange
tegenweer, door de Macaftaaren ter
neder geveld, zyn hoofd afge£lagen,zyn
vaartuig verovcrd,.doch daar navamdc
onzen aoor ’tjachtdeRinocerhernomen,
en dat daar aoor nog een Caftiliaan die
onder de doften verborgen.zat, behou-
den zou zyn , welk laatfte wel zoo waar-
fchynelyk is.
Yk • e De Hecr de Fläming, genoodzaakt
icnd^e^nog wat in de ftraat van Boeton te bly-
ler na ven, zond den Capitein Lieutenant, Kel-
Xoela. ¡er, met 7 chaloepen voor uit, om de
Xoela’s te bczetten , vreezende dat de
Prins Calamatta derwaards vluchten, en
-- zicb daar nederftaan mögt, gelyk het
gevolg ook geleerd beeft: wanthygroef
een ftuk weegs boven onze vefting een
gracht, om uyt de Rievier Woabbo in
een andre zoute kreek, en zoo verder in
Zee te komen, waar door hy in Oftober
j elf nieuwe vaartuigen derwaards
haaldc, en zoo de onzen met vecl Boero-
neefen ontfnapte.
Hy meindc de Manipeefen, daar hy
nog, cerft aangierde, aan zyn iyde
“ faygons doch wied- g g loffc-
lyfc afgekeerd, Bat het hem eenige'doo'-
den en gequetfen koitte; ondef -welkc
laatfte den Koning van Batsjan was Jdie
daar na ook van zyn wonden ftierf. %
Na dat hy hier du? te gäft geweeft
was, ftak hy na Xoek Befi ovfer, alwäar
*dc Sengadji van Faloe, met een wclge-
.wapende Coracora in zyn haiiden vwl
op welke hy al ’t volk liet doöd flaan’
om dat zy Koning Mandarsjah's party
volgden.'
Hy geraakte door onweder verder tot Cahnät-
aan Batsjan, welkere ingezetenbn hyoökJ’swc_
tot zieh zogt te vcrlokken, dog k lo Ä öemren*
daar mede voor een doof-mans deur} dies
keerde hy weer na Xöelä Mangoli, daar
hy de dorpen Mangoli en Waytima ten
eerfle bezette, jagende beide de Seng-
adji s met. hun meefte volk na *t gebefg-
tc5 alwaar zy zieh tot de kömft van den
Heer de Fläming in December met 2
fchepen ophiclden. — j'.-'Sß*' -
- Keller had hem niet aangetroffen, enVlamings
by de komft van den -Heer Zeevoogdkomfl: °P
fbakdeze. Prins den Ö December met r4 foda*
vaartuigen van Mäfigoli (welk ftrsrnd d e in S “
Heer de Fläming bezet hield) naFöcköe-bon.
ve over, daar hy ’t niet lang hield, alzoo
Keller, den 16 dito daar gekomen^
hem dicht 6p de hielen zat , vluchtende
dan hier en dan daar, zonder dät men
hem wift te vinden.
De- Heer de Flamingo hier niet meer
wetendc te doen, liet den Capitein Lieutenant
van Outhoorn vöör“ Xoela Tcljabp
in bezetting, vertrok na Cajeli, enlicb-
- te onze bezetting uit de vefting Siaföt ,
die nog van dewldcht van den Prins Ca-
lamatta rnets wift.
Van dal i ep hy na Manipa, liet ’erverfebet-
30 man, cn 4 ftukken in de Veftingdcbeve-
Wantrouw, en ftak na de kuft van Hi-leö bxa^
toe, over, wegens welke het haar Edcl-Eddhc'
heden, by de komft* der fchepen in dit'
jaar, behaagd had vericheide zaaken siari'
deze Regeering te fchryven, die zy wilden
waargenomen hebben.
Alzoo deze kuft wel de nagelrykfte j
cn dit volk minft te vertrouwen is , zoo
Was haar lall wel- naauwe agt, by de
jaarlykze vifite, op deze kuft en Volkeren
te geven.
Ook wilden zy , dat men Radja Hitoe,
OrangKaja Boelan, en Intsjeh Tay , zyn-
dc hier wel de aanzienelykfte, en, by ’t
minfte misnoegen, in ftaat om hier alles
te verwarren , minnelyk handelen, en
yolgens de wyze van de Heer de Fläming
in voorgaande tyden, wat meer dan andren,
aanhalen zou.
Men moeft hier ook zorg dragen,om
wel na de nagclboomen, ’s Compagmes
hart-ader, tc doen zien,en tc bezorgen,
K
’den.
' ± 'T A> À
dàr die bòómen met vermindert 3 en* ;
wel^boderhouden Wierden} om’t welke
te meer te bevorderen, men zelf al de i
herte-beeften, zoo zy fchade aan die
boomen deden, mogt -vsui kant helpen }
¿¿¿h, geen fchade aöende, mogten• ’er
die ook wel blyven,.alzoo ojie nu endán
o een goede ververfching van fpys gaven.
’’I Vooral moeft men ook zorgen, om ’t
gat van Amboiriä open te houden, indien
’er-eenig] vyand van belang uit Europa
opdagen mögt, alzoo men daar van y en
van de hoofdpíaats meefter bfyveride} ’er
-voor *t overige niet veel te vreezen viel ,
Wetmits men den vyand zeer licht Van daar
zou kpnnen dryven. Ê
Zy waren ook van oordeel , dat een
-Kafteel längs de vier zydén met Wooniri-
gen bebouwd, en met goede-wálgangen
verzien, van groote vrugt was, alzoo de ,
vyand *er al boven op, en niet in ftaat
zynde, om op ’t plein tc können gerii-
ken , t’ecnemaal voor het gefchut bloot
ftond..
Zy belaftten ook , dat de Reduit op
Loehoe, fchoon ’t land van Hoewamo-
hel ontvolkt was, blyven, cn dat men
de baricaden op Amblauw, en Boero ,
al quamen die inwoondere aan de hand,
daar laten, en dal men nog al vorder daar
na nagelboomen, en na vreemdelingen
zoeken , en om de vreemde . vaartuigen
*cr tei meer van daan te houden , :'bp; Ce-
ram^e^e^mook op Manipa, een Reduit
ftigten , of wel met de begonnene
op de laatfte plaats voortvarén moeft}
zynde dit wel *t voomaamfte by haar E-
delheden dit jaar ontrent Amboina ge-
fehreven.
DeHeer De Heer ¿fe Fläming quam tuet de in-
Vlaming trede . van dit volgendp jaar den 3 Jaiiuä-
A. i6$6 ri 16f6 weer aan ’t Kaftéél , hcbbende
KafteeL aan die van Manipa belaft een- kalk-oven
van 30 vadem in ’t vierkant, en ico yr
. 'zerJhoute balken voor de E. Maatfchap-
py te verzorgen, waar by die van Kalike
300 yzcr-h'oute balkjes in de tyd van 3
maandeh leyerenzouaen.
Eenige Ambohfche !wederfpahnelin-
geny in Oftober te rören náBataviavér-
zeaxden, keerden met eenige hünner hoof-
den,door byzondere gunft vkn den Heer.
Mjaatzuiker- weder heywaards, zynde
door zyn Edelheid in genade aangenor
-■xzr. meni
Jonge ' Alzoo - nu de nagelboomen op de vèr-
Äagd- overdè landen uitgeröeid, én geen andre
b®omen nagelen •; dàn van Amboina, ¡ én de UliaP
fers te'wägten waren, vond de-Hfeer ¿fe
Flaming¿ goed, dat ’er 12,0060 jonge
boomkens aangeplant, en van dit gétaì
de helft in \de UhaiTers f en 30006' op
Hitoe, aangequeekt zou werden, '
Dit gefchicade wel, doch van deze aan-
planting is weinig tc regt gekomen, om
K, E N. ¿t>
dat de Inlanders zoo groote n getal niet 165®.
wel konden waarnemen, en ook niet
willen, of die boomen voor hen^ of
voor de E. Compagnie, zouden zyn.
Mfen vond in aczen tyd goed alle flavea
eri goederenderwederfpannigenen in den
oorlog of door ’t gericht omgekomen
OrangKaja’s, als prys, en voor de E. Maat-
fchappy verbeürd te verklären, hoewel
daar weinig af te recht gekomen is.
Den 2 Februari 16 f 6 kreeg men van
Macaflar hier bericht van de vredb met
dien Koning door de Heer Extraordina-
ris Raad , en Gezant, Willem Ferbeek
(ook wel vah der Beek, genaarud) iuge-
floten, waar by bedongen was de we-
derzydze gevangenen , uitgenomen die
van Godsdienft goedwilUgvcranderd waren,
vry te ftellen, en weer na hun land
te laten keeren. „Ook mögt die Koning
zoo vecl van de Ambonfe muitere, als na
i Macaflär zouden willen, uit Ambon'ha-
1 len,’ en zyne íchuldén in Ambon noch
| uitftaande, door de zyne laten inmaanen,
alle welke voorwaarden wel het voor-
deehgft vpor de Macaflaaren, en dérhal-
ven den Heer de Fläming , hoc zeet
ook tot de vrede genegen, ganich njet
aangenaain waren , te meer, daar wy
zoo heerlyk in Amboina over den Macar
iäar Zegenpraalden.
Nu was deze. oorlog met de Macaf-
iäaren' wel ten einde; maar men Ead het
met den ftins Caíamatta en zyn Tema-
taanen op Xoela, als ook met Madjira
en zynen aanhang, met Kimclaha Haft
op Boero,en met eenige dorpen opOoft-
Ceram, nog gaandc.
Op dien Prins liet hy 2 fehepsn kruifc Madjicä
fen. Madjira quam niet te voorfchyn, verbergd
cn. van de verdre bad men hopé, dat die
van zelfs wel aan de hand zouden komen.
De Macaflaaren wierden in gevolge -
van ’t contraft(eenige,diegedooptwierden,
uitgenomen) in vryheid gefteld, en
aan hen zelf gelaten, om hier. te blyven,
of na hun land te keeren, hoewel dc
meeften , hier reeds vrouwen en kinde-
ren hebbcndc j blevén, aan welken ook
zeker quartier in de Stad, hetMacafläars
quartier genaamd, aangewezenis.
Na dat nu dc Heer de Fläming ontrent De H«ot
9 jaaren in Amboina geweeft was, von-^.^*"
den haar Edelheden goed zyn Ed:, als^®^
nu al lang Ordinaris Raad geweeft zynde, Heer
na Batavia (alzao’zyn Ed: nu hier zoo noo-Huftaart
dig niet meer gebordeeld wierd) te ont-yervaDL;-
bieden, en den Heer Jacob HußaartyWt&ca'
dc, Moluccos, tot zyn vervanger- aan te
ftellen.
Eer hy nochtans van hier vertrok,
heeft hy véel heilzame wetten, tot verdete
vaftftcüing van den ftaat van Amboina
gemaakt, en voor cerft góed gc¿
vonden een nieuwe lsmdraad, zoo uit de,
C c 2 Lcy