
i ö i S E S C H R Y V I N G - E V
uit vreze vöör de aardbevingen niet geht
cn had. De tralien, en andre ziera-
deh’er nevens, gelyk ook de neuten,
däar de bollen op ruften, zyn appel-bioe-
Zem,. de deuren en bollen zyn geelagtig,
de pilaftcrs der Tempel-deuren , bene-
Vens de kleene, die beneden längs den
trap lopen, waar mede men na denTem-
pel opgaat, gelyk ook al de pilafterkens
tüflchen het trali-werk, zyn zee-groen
geverwt, ’t geen ook de kouleurderge-
ilingerde onaer- en boven-lyften is, die
ln ’t midden mec een effen gcelc platte
ly ft onderfcheiden zyri.
Men gaat met vier bfede trappen op,
alwaar men dan twee deuren zietj die
op een rood-geverwde ftyl (luyten, op
de welke, geel van verw zynde , een
brede rode krlng gemaakt is, die zieh
met zyn ahdfren zwarten ronden binnen-
krirtg, als ook met de fwarte geverwde
zieraden van fny werk, op de vier hoe-
ken der deuren zeer frai van verre aan
het oog vertoonen i behalyen dat ook
het dak, en de kap des Tempels, ider
met zyne zieraden aan de zyaen, (die
zeegroen, dan reot, en dan groen ge-
verwt zyn,) zeer het oog van den be-
fchouwer verluftigenj en voor al vertonen
zig de drie bollen boven op de hoog-
fte kap des Tempels zeer frai, waar van
de -middelfte peer gezegt werd van zui-
ver zilver, en de twee andre van gout
te zyn, doch ik gelove dat het eene
maar yerzilvert, en ’t ander vergult hout
wezen zal, dat al genoeg is, om in de
oogen der mindere Mooren te blinken j
höewel Hajfan Soeleiman, eerft een van
de fy nfte en vermogenftePriefterS op deze
ikuft geweeft, daar na Orangkaja van Hila.
met de naam van Orangkaja BoeJan geworden,
die ontwerper en befteller Van
den böüW dezes rempels geweeft is,fyn
genoeg Was, om’et van den onnozelen
irilander gout en zilver voor te ontfan-
gcn,‘ aangezien grootenen kleenen hem
als een Godheit ( zelf toen hy nog maar
Priefter was ) voor al na dat hy van Batavia
met zulk een pragtige ftatie geko-
men was , aanbaden : want al wat hy
deed was goet, en al wat uit zyn han-
den quam was heilig.
HetOeli ' Na dat wy die Oeli Helawan, (dat
Saylcffi. zy .ook wel *t onvervalfchte noemen) en
de dorpen, daar onder ftaande, dusverre
befchreven hebben, zo gaan wy tot
het Oeli Seleffi, of Sayleflf over. Het
legt in ’t Noorden, en in ’t Noord-
Ooften van Hitoe Lama, en beftaat uit
de dorpen Latoe (anders eigentlyk Ma-
malo) Poloet, Haufthol, Lojen , en
Lien, dat’er nu van aigeicheiden is.
Manalo. Latoe of Mamalo, een groot dorp,
vel, Jaloeli eenaa
• \Vav
A ÌÌ
;enaamt, niet verre van de
groote rivier Way Ela, of Solopay, dog
nu legt het aan ftrand, ontrent anderhalf
myl benoord-oöften Hitoe Lama,
tuifchen het welke en dit dorp, men
de voörnoemde rivier Way Ela een half
myl ten Noörd-Ooften Hitoe Lama ,
en dan nog twee kleene waterkens heeft.
Het legt met de drie andere dorpkeris van
dit gelpanfchap aan ’t zant-ftrand Ler ^vierat
belifla} aan een riviertje Way Oeme, t
dat is, de rivier des lands genaamt, en
een weinig beneden Way Ela. Het beftaat
uit arie Campons, zamen fterk 271
zielen, 84 weerbare mannen, en 18
Dati’s, ftaande onder eenkoning, ge-
menelyk Latoepoloenoeno genaamt.^ Op
dit Mamalo vallen benevens de Nagelen Nootea:
ook zo fchoone Nooten-muflehaat-bo- bomen.
men, als in Banda, gelyk mede op Le-
belehoe.
Het dorp Poloet of Poroet, het twede Poloet
van dit Oeli, lag een half myl Noord-
Ooftelyker, dan Mamalo in ’t eerft lag,
dog legt nu mede beneden aan ftrandby
die van Mamalo. Zy ftaan onder een
Hooft, dat Latoewiloeloe genaamt werd.
Men zegt, dat zy van Porto afkomftig,
en herwaartsgevlugt zyn,om de wreed-
heit van den koning van Porto, opHo-
nimoa, te ontwyken. Zy zyn fterk 12,0
zielen, 6z weerbare mannen, en i f
Dati’s.
Lojen, het derde dorp, legt niet ver-Lojerù
re van Poloet,na’t Noorden of Noord-
Ooften , dog ’t rivierken Way .Oemé.
legt’er tuftchen beide, hebbende. (gelyk
ook Poloet plagt te hebben) een moèje-
lyken opgang, zynde in de oorlogen van
Kakiali een vaftigheit van hun geweeft.
Nu legt ’t mède aan ftrand en is fterk
140 zielen , 47 weerbare mannen ,„en
1 9 Dati’s, onder hären Orangkaja. .
Haufihol, ’t vierde dorp van dit. ge- HaufiM
fpanfehap, lag nader aan ftrand, längs
een laag dog zeer fcherp gebergte, dat
al mede een zeer fteilen òpgang, en.ook
tot een Vefting der Hitoeèfen gedient^
had, en was een halve myl bpooorden
Mamalo zodanig, dat het op *t ftrand
Zaylapi uitquam, gelegen. Het had drie
grqte Campons, die met harehuizentot
aan den berg. Capaha zig uitftrektg{i.
Zy zyn onder hunne Orangkaja nu 422
zielen , 123 weerbare mannen , en yo
Dati ’s fterk.
Ontrent een halve myl na ’tNoord-. ßerg
Ooften dicht aan ftrand, heeft.men den Capalu.
fteilen berg Capaha, waar op zig de weer-
fpannigen in ’t jaar 1643 onder den
Orangkaja Toeloecdheß zeer verfterkten,
en dagten dat die poft onwinbaar was,
ten wäre de Holländers vliegen konden,
lag eertyts wel anderhalf myl landwaart wat daar van gevallenzy ,enof .dieplaats
in op ’t gebergte,of zekerenvafteaheur | zonder vleugels te veroveren. was, zullen
p m m b
O I N A. iö^
Wy op zyn plaats zien. Dit isgeen dorp,
maar een woeft gebergte, dat anderhalf
myl in ’t ront niet bewoont j en in de
tyt van den Heer Philip Lucafaen aan Tfi-
halilc, Toeban Befi's derde zoon3 en ya-
der van den voornoemden 1 ‘oeloecabefi,
maar tot een woonplaats gegeven was,
zonder eenige fchynbare geaagten, dat
men daar in de later tyd met de zoon van
die man .zoo vcel fpels hebben zou;
i'tGe- Tuftchen Capaha en Way , of pas
krgte achter Capaha, heeft men het gebergte
Tanita. Tanita ¿r zynde ’t hoogfte van ’t ganfehe
eiland, en ontoegankelyk j ja zelf de
bomen zyn met een zeer dik mofeh
(even als de bomen in ’tbofeh na’tgroot
binnen-meir op Bbero) zodanig bewas-
fchen, en dit gebergte ook ¿tyt zoo
kout en dyzig, dat de menfehen lchrik-
ken om ’er na toe te gaan j weshalven
daar niemant in tyden van vrede kortlt,
maar by oorlog, of wanneer men op de
weg-lopers uittrekt, dan zyn ’er wel menfehen
na toe en boven op geweeft, en
dat zig ook weglopers jaren lang daar
verfchuilen, is zeker. Altops ik heb’er
een gezien,die vandaärafgebragtwierd,
zeggende, dät hy daar wel drie jaren
zieh Verborgen gehouden hadj hy zag
Swaär ?er zeer wilt en. woeft uit, ik zag noit
hooft- oök-zoö fwaren hair op ’t hooft van een
menfehj want behalven een zeer fwaren
bofeh, hem verre over de billen hangende,
waren’er nög agt df tien.zeer dikke
ftrengen, als tuiten gebreid , die hem
. mede zeer laag vän ?t hooft hingen.
HoÄop Boven op dit gebergte is het volgens
dit ge- de berigten der gener, die ’er geweeft
beugte is. hebben, Zoo koutj dat’er geen levent
gedierte ontmoet werd, dan eenige fwarte
hagediflen , die zieh iri een mofeh,
dat zoo dik als een man in zyn midden
is^ verfchuilen. Ja zelf kan men’er geen
- ' yüuraanhouden* om dat het mofeh en
’t geboomte te vogtig is , tot zo verre *
dat men het water daar uit drukkenkan.
Eertyds lag het in ’t gebergte met zyn
drie Campons wel andprhalve myl van
ftrand 5 dog nu legt het aan ftrand in
een bogt op de Noord-Ooft-hoek. Het
ftaat onder een Orangkaja, en is 112p
zielen,onder welke 3 4?, weerbare mannen
en 12f Dati ’s. Men korat van Toemol in
een vierendeel myl op Hoehoe, dat nog
een myl van Lian lag. En nog een quart
myl vah Toemol heeft men Way M.a-
ta, en nog een weinig fcheppens verder
komt nien by de voet van Capaha,
Tot hier toe ftrekt zig ’t gezag van’t Gren^n
Öpperhoofd: van Hitoe uit dog om ’tpaalvin
gemak wegen die van Lien hunne Na-
gelen (zo my voorftaat op hun verzoek, pCr. .
om dat Hila zo ver van hen af.is.) op Ha- hoöfts
roelco, datal eenigzins een vette veder vande
uit de ftaart yan dit Hitoeecs Opperhooft, Hit0Cji
en voor ’t Hooft van het Eiland Oma,
zeer voordeeüg is j dog zy ftaan anders
voor ’t verdre onder ’t Hooft van Hitoe*
Het volle van Mamalo, en die verder Mama-,
onder dit Oeli behören; vallen vry wat10’570-^
lui, ja onwillig zelfs tot die dienften,
die zy verpligt zyn te do.en , en ft out
in ’t ondernemen van zaken, waar toe
zy geenzins bevoegt waren , waar vait
zy preuven aan haar eigen volk, zelf nog
onaer de oude regeering der vier hpoir
den, gegeven hebben. Zy waren in oude
Sware Wat lager is het warmer,:endaar heeft
Hars- men Damar-of Hars-bomen 5 die over
boomen. ^joet yan hal-s uitleveren.
’t Strand “ Ontrent een myl ten Nöord-Ooften
Tom-- Van Mamalo heeft men een vlak ftuk
J J « lands aan ftrand, Tommol of Toemol
daarge- genaamt;,dat in delater tyd, onder de
plant. Heer vander Stel', tot aanplanting van
Indigo gedient heeft 5 ook heeft men
tuftchen dit en Mamalo , twee kleene
rivierkens;
Lienr Een groot half uur.beooften dit ftuk
lands legt het dorp Lien, dat tot. den
oorlog van Capaha mede tot dit .Oeli be-
hoorde, dog is toen daar van afgefchei-
den, alzo ’t pnze zyde koos, en zig by
die van Way voegae, waarom het na-
derhant, by de Ht
, Ba&r
ved
weglopereüg
verbergender
¿elve:
dèen de Viamings tyd,
ook op zig zelven gdateq , en tot nog
gebleven is.
tyden. Oelifiva’s, dog zyndoor zeker
gcfchil, ’t geen zy met die van Leyti-i
mor kregen, toen zy nog by Hoetoemoe-
ri woonden, ÖeUlima’s geworden, ver-
fchillende in hun nieuwejaar en feefteu
van de andre Hitocefche Mooren.
Het derde Oeli, Sawani genaamt, be- Het Oeli
ftont uit de dörpen Wackal, Eli, Sena- Sawani.
Io j Pelifla, en Hoekonaloes do.g die Hoeko-
laatfte, Chriften geworden zynde, zynnaipe^
van hen afgezbndert, en in den inham Chrift^j
van Amboina aan de drie huizen ge- gewor-'
plaatft. u äen-
Wackal , een kleen dorpken ; dogWack^U
egt.er ’t Hooft van ’t Oeli, legt een half
myltje beweften Hitoe Lama, aan een
riffig ftrand, Waar ontrent men vecl Ca-
lappus-boomen heeft. Het ftaat onder
een Orangkaja, die ’t gezag voert over
304 zielen ; 93 weerbare mannen , en
46 Dati’s.
Hier zullen wy öp zyn tyd eenen
Orangkaja l'amaleffi vinden, die met Kar kajaTsk
kiali heeft .iiioeten in de keteo ga^n, om makffi
dat hy zig ontrent ons allenthalyen on-
getfouw betoont had, hebheiidezigook
laten gebruiken, om de Macaflaren te-
gen öns in ’t jaar 1641 om hulp te ver-
zoeken.
Pelifla j wel eer boven in ’t gebergte peliil^
gelegen, was maar een kleqn dorpje ,
nu meeft uitgeftorven, en waar van ’t
overige volk nu in Wackal woont,daar
het agter Eli plagt te leggeni hier valt veel
fyne