
. Omeeh
kind by
een ander
ge-
teclaag-
tcnzy
liun
Bruid
temeer.
Koiifle-
naryen
derjenige
Lieden,
Haar £
vermögen’:,
orneen ‘
Man on»'
bcquaam
154 B E S C I I R Y V
bloedverwantcn geeft, welke. bruidfehat
gemeenelyk .in flaven , : goude Hangen,
goude arm-ringen , goude oor-Gieraaderij
groote en kieene gongen , fraeje zydg
en kattoene, geftikte;,.en ook wefgour,
de kleedjens , enz. (na dät zy van vermögen
zyn) beftaäts-;; Dit doen zy nog
dagedyks | . fchoon hier Placaten tegei)
le g g e n en by haar.Ed'el,hçden in’t jaai;
.1603.”ip.Juli:, en in volgende tyden,
belali is dit Elaeaat te yernieuwen \ dog
zy doemdit fti lom buiten moeiten te
blyven*
N a ’t geven van, .dien bruidfehat,
fchoon men nog niet ondçitroudis, gaat
de bruid gewoonelyk .over-tot denbrui-
degom :, levende te (amen als. man en
Vrouw. Word zy fwanger, dat is zeer
'goed j • 5500 niet* , komt ’er ,wel moeite
tufleheh beide.
Als; nu. die jonge lieden eerft : by mal-
kandereru komen om te viyen j. gebeurt
het wel, dat de dogter meer fin in een
anderen heeft, dan in die, welken de ouders
goed gevonden hebben haar op te
dringen. Als zy malkanderen beginnen
te verftaan , en de vtyer de vryiier aan*
ftaat, dan geeft zy hem.een pinang,ten
teeken , dat zy ’t al eens zyn., en ’tgeen
by hèn zòo veel is , o f zy den ring met
malkander gew ilfelt hadden. Word zy
ondemiifchen, eer het huwelyk voort-
gaat jggfcwangen by een ander , .dien zy
lief heeft , en bevind dit de man na, dat
zy ; byeen gekomen , jp£; getrout zyn,
verre vuú daar , dat' hÿ Zé daarom ver-
ftoóten zou , hy heeft haar daarom te
liever , zeggende dat dit Zyn geluk., en
overwinft voor zyn huwelyk zonder eer
nige moeite is, ja al bevond hy, dat zy
een kind,of twee,gehad had,aatbreekt
de koop niet. Een gewoonte, die men
op Madagafcar , in ’t Ryk yan Tibet,
en in Ysland ook vind. Gaat het huwelyk
in ’t eerft niet al te w e l , »zo kuyertl
de vrouw wel na haar ouders , en die
heeft altyd dan g e lyk , zoo dat de man
zyn wyf niet zonder nieuwe gefchenken
aan de-ouders. weer t’huis krygt.
Wonderlyk èn menigvuldig zyn ook
de konftcuaryen der .inlandlche jonge
dogters, om hare liefde door vrugten
en bloemen aan malkanderen bekend te
maken, wanneer haar de gelegentheid,
om malkanderen tefiep,- o f t^foreeken,
ontbreekt. Zy konden in ouae tyden
riiet fchryven , dogzy konden zig hier
door zoo kragtigjàls doór eenigfehrift,
uitdrukken , wanneer zy malkanderen
maar een ruiker van bloemen en bladen
toezonden.
- Wanneer’t nu gebeurt dat zy zin in
imant krygen ,dic reeds van een under be-,
niind word, zullen zy duizend midde- j
len gebruiken, om dit te ontdekken,en j
I N G E .v a n
hem tot hare liefde , ’.tzy door. toqver-te ma-
middelen, ’t zÿ door befweeringen, pken ,en
zy door hem met; een pigang., o f in
tabak ’t een o f ’t ander in te! geven, i&fen.
bewegen, door ’t welke. zy weïçn.uyt
te werken , dat zulk eén wel voor een
tyd fin in haar krygt, en ook pgdèrtus-
ichen buiten ftaat zy om niet die andre
te doen tô.hebbén , niäar men fiçt’dan
veeltyds , dat zo, een weer tot zig ¿él-
ven körnende , feaf daar na doodelyk
haat 1 ook kan hy niet licht, dan dpor
haar, van dat ongemak gcholpen worden.
Dat men dit konftje hier, erieldprs
vaft hëëft , ’ is iets dat fekér is. - -
Even zoo Zat zw öok haar medevryi
fter iets, ’t zy, in haar tabak (alzpo'de
vrouwen onder hen , eyen.als de ,mah&,
een bongkps, dat. ; is uyt’.een rolletje o f
blad, outrent twée viñgeren lang en met
.tabak teurtien gêrolt, roökeri) of iheeñ
Pinäng , of iet anders.,, ingeven , öf een
péen van ’t een o f ’t ander dier met
eenige toovermiddeleñ , in haar flaap-
kuífen naejen., of onder den drem-
pel van haar kanier doen begraven,
om te maken , dat zÿ eén' haat op
dien Ferfoon kry ge I en "zy. düs alleen
volkomen meefter van zyne genegentneid
bly ve.
Z om ty d s g a a t d e ze d r ift zo o v e r r e ,
dat zu lk e vryfterS j Z e lf Zonder dat v op^^-^
¿ e rn e u ., ha re medevry fter
ppk zig zelvp .dus, aari fear einde' gehöl-
pçn hebben.
Ik heb een vryftef gekent, d ie, aan
een vryér, die geen gedagten na haar Bad,
een Pin'ang gegeven heeft j waar door
hy eerft geheel gek wierd 5 qiaar door
haar weer genefen zynde , heeft zy hem
door vreemde middelen daar toe geprägt,
dat hy haar troude.
Ëen andre heb ik gekent, die gptrond Watzy
zynde, en ondertullchen in een,anderontrent
meer .fin dan in haar man krygende, haar ditñuk
man dutter (of DUttroa,of Poma Amp.-
ris) ingaf, en daar door uit werkte, dat uy t te
hy, terwyl zy met den anderen böeleef-werken,
de , en hy dit aaniàg, niet anders deéd ,
dan ’er om te lacchén.
Indien de vader komt te fterven , áfpDeouí-
is de oudfte zoon Heer en Meefter v^h?eSoo^,
alles., gevende aan zyn moeder, en: aanZy’nÿa.
zyn andere zufters, enbfoeder^nj,etineer, den
als hy voor hen nöodig oordçelt_, om maar'^0^^
te. leeven.
Ook ÿoîgt die zoon niet in eenige er- DeBroe*
felvke waardigheden van zyn väder, dersSoon
■ 3 • j maar daar toe is des v.ija"e rs’ tbir oeja ehr szoon earefn-volde
naafte , ’t geen daar ña weer tot zyn5
tak' oyergaat, zonder dat broèders^. malkanderen
, of zoonen de vaders,folgen
mögen, hoewel ik dat egte^döo'r mn-
gerwegen wel heb fíen geibhieden. in
Siam is ’t erf-recht mede-zoo , en op
Mala-
Vánde
Maalty-
dender.
Amboi-
heefen.
A M B t> i N A. i f f
Malabar j en in Angola , erven alleen de
Stifters kinderen de Kroon.
Het is ook iet ieldfaams, dat de vrouw,
kan werden*, werd in ’t zelve derwaaids
door hunne {(aven , of kinderen, in fta-
■ r i e t OOK xet leiuiaams,tiat tic çy agier malkanderen, zofetiig gebragt,
zo ras zy getrout is , maar als de flavin dat ic hoon het met een geluk te neusdoeic
««t- Npdftkr .is*.feeterten zien T M t i y — j -----------— -—---- —
Van de man geworden, en ook verpligt
Heer tafel,elbedekt
is, men égeer. ten naaften by zien
is, hem als hären Jtieer aan tarci, en et- kiui, wa t’er in legt. Ook ©ge--b-r-u--ik--e-nders
te dienen , zonder oit met hem te zy drie me-nfehen i tot het gene een
eeten, te wandelen, o_rfi:et dj!ie rgeil„yik._s t.éa n.-oo-r'n kan. om hun erooten
doen, waar van wy meer openingkry-
gen zullen , als wy van hunne maalty-
den eerft wat zullen gezegt hebben.
Ik heb veeltyds gezien, dat cenHol-
hndfer een Amboincefche, öf wd een
{warte dochter, maar xioit dat eenfwart
een regte Hollandfche,enzelf maar twee-
drie-maal, dat hy eccCafticfche dogter
troude 5 daar men echter zeer over ver-
'wondert was. ' \ '
Daar ftaat ook een fwaare ftraf op,
zo.Chriftenen zieh met Mooren, Ghi-
neefen, ofHeidenen vermengen 3 welk
laatfte men egter nog veel fiet.
Hoe weinig een Amboinees bezit,
moet hy egter, zoo het zyn vermögen
eenigfins toelaat , de maaltyden ,
die zyn fatfoen vereifcht , aan zyn
g e f l a c h t , en vrienden geven, en. deze
maaltyden , waar van tommige buiten-
gemeen , en {ommige gemeen zyn,
houden hen akyd in armoede en fchul-
den. .
De buitengemeene, zyn hunne brui-
loften, doopmaaltyden, de maaltyden,
als ’t hair der kinderen eerft gefchooren
word 5 als hunne dogters vryfters werden
j en als de bruidegóm den bruidfehat
överlevert, moeten de vriendenweerzyds
ieder een maaltyd geven , dog hv doet
dit, als hy de bruid in zyn huis haalt,
eindelyk geven zy ook het dood-maal.
Alle defe maaltyden vallen groot en
Icoftelyk , en by alle de zelve zyn
vreugde-teekenen, uitgenomen by de
katfte. -
Op de bruiloften maken zy aan ’t
huis der Bruid en des Bruidegoms cier-
lyke Allees, van Calappus-bladen, bloe-
men, &c. dog de opene löotfen verfielen
zy uitnemende fray met Roetoe Roc-
tpé (een klecn fierelyk groen gewafch)
en met allerley bloemen, zo dat het een
Vérmaak is, ’er dan in te zyn.
Wanneer zy nu een aanfienelyke
maaltyd geeven,noodigen zy alle hunne
bloedvrienden, dog ider van hen is ge-
houden iets toe té brengen. De cen
brengt wat arak , de ander wat piiàng,
de dérde hoenderen , pinang, firi-bla-
den, kalk, andren een biggetje , end-
vogels, faguweer, eyeren, oebi, com-
bili, caladi (zekere zoort van wortelen)!
en andere dingen meer, die dienft können
doen, om die tafel na hunne wyfe
daar mede op te çieren.
Al wat in een koper bekken gelegt
menfeh dragen kan ,grooten
f t a a t van huisbeditnden, en 4t groot ge-
tal der gefchenken , die zy doen , van
anderen te doen zien. .
Man en vrouw gaan noit íaamén ña Manneri
die maaltyd, maar ider byfonder , en, enVrou-
daar gekomen zynde, is ider ook in een Jaea“^ n
vertrek alleen, alzoo zy zekere wetten afgez0tt¿
bebben,die niet toelaten,dat alle bloed-derd.
vrienden des mans zyn vrouw mögen
°De man , vrouw , en kinderen van
eert huisgezin , zouden , fchoon ’t hun
gewoonte niet is, wél zamen mögen ee-
tenj maör een fefioon-dogter, nog haar
dogters, groot. zynde, mögen met haar
mans vader, nog oök die dogters met
haar grootvader van vaders zyde niet
eeten , nog éetende gezien werd.en , of
dat is (zeggen zy) malemait, dat is, dé
uiterfte fehande, die hen kan overko-
men, en die niet uit te wifichen , dog
egter te boeten is met een gefchenk , dat
die deze wet overtreden heeft-,, aaji die
vrou, of dogter, die hy gehoönt heéft,
geven moet; Ook mag de man , nog
zyn zoonen , niet met zyn vrouw’s
moeder, öf de zööoen met hare groot-
moeder eeten. Dé broeders vröuw, mag
ook met de zufters man niet eeten,nog
eetende van hem gezien werden, o f, zo
eén van déze voornoémde perfoonen te-
gen die wet malkanderen onvoorziens
(want willens gefchiét het nöit) komen
te zien , 20. moet eén petóla, of zydé-
klecd , chits, ofté gong, aan zoo een
vröuw gegeeven werden, en daar mede
is de fehande weggenomen.. Devrpuws-
broeder mag wel mét zyn zufters dochter
eéten.
De redenén nu, dat mannen en vroU- Redcneri
wen op maaltyden ider in byfondere ver- vande-
trékken zyn , is , om dat mannen g o g jjg
vrouwen ider met die van zyn fexe , enring.
geflacht, door drank bevangen zynde,
lomtyds wat vuyl zouden können praa-
ten , ’c welk zy voor zeer onbetamelyk
oordeelen, dat aan wederzyden zou ge-
hoort worden, behalven dat daar uyt
tuffchen hen om de vrouwen (dat cen
teer ftuk is) veel gefchillen zoudeñ können
ryfen; hoewel ikgeloove,datenke-
le jaloezy de wäre én eenigé reden is.
Men vind diergelyke gewoonte öpk Tocrich-
eenigzinS op Madagafcar, daar de Ro-
andrians , aan Anacandriaanfchc vrouwen
getroud, noit met haar zullén eeten
, dog defe twee Volkeren eeteñ ook