
i 5ó B E S C H R Y V I N G E ÿ a ü
noit te famen. By ’t aahrechtcn van
zulken mäalcyd leggen zy op iderbord
cen Tafel-Pilang (een vragt als een groi
te concomraer) en een of twee groote
Sagoe’s, zynde hun brood, ’t geen zy
op deze Wyzc maken.
Zy nemen rauwc Sagoe, of feen zooft
van nicel uyt de Sagoe-boom gehaalt ,
(welke mamer wy nader onder den Sa-
goe-boom befchryven) ’t welk zy z of
3 dagen in een wan , wel in de lucht,
maar nogtans buiten de zon, laten dro-
gen. Dit gedaan zynde, ziften zy het
eenige maalen , tot dat het fyn genoeg
is, en bakken het dan in Vierkante ftee-
ne kleene vormkens, die een voet lang,
cen halve voet breed, en een hand-breed
hoog zyn. In deze vormkens (van
welke de eene wat grooter , de andre
wat kleener is) zyn 8 ä 10 groeven,
ider een kleene duim-byeed wyd , gaan-
de over de breedte van de vorm, en tot
op des zelfs bodem door, zodanig dat in
ider groeve gelyk als een fneede brood
leggen kan. Die vorm nu leggen zy in
*t vier, en laten die gloeyend worden.
Daar na nemen zy die ’er u yt, en ftro-
jen de Sagoe lugtig, en droog , in ider
groeve tot boven toe vbl , Itryken die
met een hout af, dekken die met bladen
van ’ t Sagoe-mandje , en laten dat zoo
van ’t vuur af in die gloejende vormen
ftaan, tot dat, na cen quartier uurs, dit
Sagoe-brood gaar is. -
Dan ftcken zy in die gebakken fne-
den een fcherp-gemaakt bamboesje, on- 4rent een halve vinger diep 1 waar mede
zy die , als boven op nog lilagtig , en
öm de bamböes toegefogen zynde, daar
üythaalen , die zy dan op een wan van
een gefpreid leggen , en dus laten koud
worden j hoewel zy die ook wel warm,
wanheer zy op zyn lekkerfte is , ce-
ten.Z
o zy"veel daar af gebakken hebbcn,
droogen zy die op de zolder op bam-
boefc latten , ’t geen , droog blyvendc^
lang duüren, en danalsbefchuitgebruikt
kan worden. Dit is by hen, en ook by
de Holländers, een imakelyke ipyze, in-
zonderheid als zy warm is , dog, koud
zynde;, komt zy my wat befwaard voor.
Ik heb den tyd beleeft, dat ik, ’s morgens
vroeg ter zee op een togt moeten-
de, en ’t brood, dat ik had laten bakken
^ door myn dienaar vergeten zynde.
my met X oelafche Sagoe (die veel kleener,
flegter, en zo hard is,dat men die
niet byten kan , maar weeken moet)
moeft behelpen; en kan zeggen, dat my
die door den honger, en de vergraging
van de zee, feer wel fmaakte j aog ben
daar anders noit lief hebbcr van geweeft
Zy is gemcenelyk vry hard} dog nietal'
dey is zy zo hard, dat men al efen goed
gebit hebben moet , om ’er een ftuk af
te krygen , ja zodanig, dat zy geheel
als verglaaft is.
Deze Sagoe is voor hen y in *t bofch 'tGc*
of ter zee gaande , even als de b i f c h u i tbrui^
byons, een zcer gerecd eetcn, alzo zy,e*n P
dan niet behoeven te kooken y konnea-.fchoon
de het daar by allecn gaande houdem Tarwen-
Zo zy nu die nog niet gebakken mogten 00c**
hebben,nemen zy maar wat van daton-
gebakken meel in een Sagoe-blad mede,
binden dat met wat fnygras vaft, leggen
het op koolen (zomtyds met wat
gcrafpte Calappus-Noot gemengt, dat
nenwel het beft fmaakt) en.eeten het
zo met fmaak op.
Deze Sagoe dan is hun gewoonlyk
brood op de gemeene, dog op. de groote
maaltyden, hebben Zy altyaook Ryfty
die zy ftampen, wannen, en dan, in
een pot met een nauwen hals toegcdekt,
zö lang kooken,tot ai’t water verkookt
is. Dan hutfeien zy die ryft eens om,
fetten die op eenkooltjeoftweetefmeu-
lcn , laten ’er die een quartier uurs op
ftaan, op dat’er de waaicm te beeter uyt
trekken , en de Ryft te drooger. werden
zou s die zy dan in een kommetje op-
fcheppen, gelyk maken , en zo t’onderfte
boven op een tafel-bord gekcert, als een
broodje op de tafel, by ider zetten,.
. Dit is by de meefte in Indien het.gc-
meen brood by alle ipys, en niet onaan-
genaam om ’er by te eeten j hoewel men
’er ook iehoon brood van koom, zoo
goed, als ergens, van Suratfe Tarw
(die de befte is) of van Bengaalfche, of
Caapie, heeft. Anders is de Ryft by
vifen eigen, sen zelf voor de Holländers
zeer fmaakelyk} maar by den Amboinees
gaat Sagoe vooralles.
Vobr ieder nu van deze vrienden werd Ge-
een groote vlakke Doelan, of bak , en ^ van"
daar in allerley zoort van hün Ipyze in ¡der zyn
kleene fchoteLkens gezet, daar zy danbyfonder
ider hun bekomft van eeten, en al, (*eeIte
wat ’er overfehiet, door hun volk me-, seven‘
de na huis laten dragen , zynde dus
niet alleen eetende, maar ook fleepende,
gaften.
De oudfte wyie van eeten fchynt my
toe niet veel van deze der Amboineelcn
te verfchillen 5 want gelyk ider der Am-
boineefen hier zyn byiondergerecht voor
zieh heeft, alzo vind ik dit even eens by
de oudfte Volkeren der aarde.
De Broeders van Joieph hadden ider
ook hun byfonder decl„.want Benjamins
gerichte was vyfmaal grooter, dan de
gcrichtcn van hen allen. Gen. 43: 34.
Van die zelve gewoonte leeft men by
Homerus, eh Athenaus merkt aan , dat
ider der Helden van dien Dichter hun
te wel gedroogt, en dan gebakken zyn-1 tafel hadden j volgens veeler gevoelen.
En
A M B Ö Í Î4 • Ai i f f
Efi öen gaf ook zekcrlyk ider Zyn dcel ,ü%1, een égaal deel (vdl&ens Aihetâus L.
van’t fcftyn.van waar Homerus'tvróoti' : i. G. 7.) gebruikt.
fen), of '«1. egaal, evengdyk j én ¡«H
s
TWEEDE HOOEDSTÜK.
iPvíé . op do Ambonfehe Maaltyden g'kruikclyk. Een Vérkens-kop, of. Visa
E fchen-hooH, bunne tweétíooH:fchotels. Hoe zy *Vifch bereifen, en eetem
I Papedo-Bry. ‘foeberetdingvan&childdads-vleefch. Bacaflam, en toebereidtng:
Calappus-Meik, en Bry. Hcrten-ra Bokken-vleefib op htm Tafel- Als ook Hoen- .
deren; Vleermuifen, . Coefo Coefo’s, Eyeren, (je. Een Ey met een Kieken er tn,
is voor de eerfte aan de Tafel. Paddeftoelen. Sagoe-wormen. Sagoe met ropde
Boontics, als ook Sagoe Borneo. Calappus-pit. Canan, f» Bagea. Wawo. Oebl,
C o m b i l i , Caladi, Batatas, enverßheide Sajots, offoorien van Groente,, en S¿e-
hagie. Suikcr-Riet, Milie, a/Turltfe Tarw. Dt OfM&n
Dranken, Water, Saguweér, Towak, Arak, enz. tEjß van V uur , en Sout
te maken. Van de Speel-tuigen der Amboineefen. Gongen, , t Tataboang-fpel.
De Tifa. jH»» Tsiakalile, en Danffen. Als ook hun Singen. Op de Maaltyden,
enh andre Gevallen. Hun Rabana. Teekening van Verßhetde foqrten vm^^Trom-
melen. De Naamen van bunne byfondre Gefangen. Groote Tifa s , en kleene]^
vaanfehe Trommelen. Hun Gipdir. Teekening van de Cymbaalen. Ändert
Speelen tot tydverdryß Verfiheidenerley Sanken , onder hen tngebrutk, of meer
- 'V, dan by ons. Hun Halfen!Huisraad.En Manpen. £*
geaeb^e danbyons HunlimCen. Huistaad. £» Kleederen. Der Manper> En
der Vrouweu.Teekening/er Tsjeripoe’s.Mooren
trouwen. Teekening /erTsjeripoe ’s. Onderßheid van de Dracht der Moo-
Mantel van Staat dir ifer CHriften-Chriíten-koningmnen koninginnen <afgeteekendj/¿e;«t™¿.■ Hare Toedong.
k. iT • . a TT.i. iT A p y Amiioniche yrott"
Kleinodien. Oor-Hair-Arm-Hals- en Voorhoofd-çietaa&n der Ambonfehe Vrou-
^ T enz. Goude Slangen. Groote Gongen. . Goude Armringen afgeteekend.
Voorhoofd-cierfels. Dat van Capitein Limtghiangko s Tdogtfr , afgeteekend.
Tweedç Vobrhoofd-çierfel , van de Jonge Gravin van Way. Mede net afefee-
kend Het derde Voorhoofd-çierfel , van de suive verheeld. Een Armemfch Voor-
hoofd-cieifel. Een Goud Obe,- of Salf-potje , afgeteekend. Oorç.eraaden der
;*b o n fch e Vrouvien. De Pementa, afgeteekend. De
mede afgebeeld. De Halawan Ajer. En meer andere fraeje Oorçieraac&n- Hare
Reepi, een andre foort,.mede afgeteekend. Hair-çieraaden. Een goude Slang, om
't Hair om te winden. Nog een ander Hairçieraad. Drte zeer fraeje^Hair-fteekers
met iuvieelen, alle afgebeeld. . Schoone Goude Hals-Ketenen. Geen Bedekais hier.
En geen Hiftorie-fchry ver, dan alleen Ridjali, bekend. Die een^Gefchiedenn-.van
de kuft Hitoe, in V Maleys uitgegeeven heeft» Ook vfjtd men onder de Amboinceiea
Luiden van een goed Oorueel.
iE n van dé vafté, én eérile ScW fcherp van Îmaak j dat het een goede
-h-^En van de valte , en eerite oeno-
* • • r 1 - - rm.rai tohg moet zyn, die dat onder malkanderen
verdragen kan.
Indien ’er vifeh op die maaltydis., zo “ ** .
is ’t hoofd van die vifeh het decl, dat 0;
men voor een Koning, of voor den aan- V:'fdir:;-
zienélykften zet, die daarnaar, alsallcenhooM.
tot die fchotel geregtigt zynde, van hen
ook wel Kapala Ikan, dat is , t noofbHotels;
van de vifeh, genaamt word. ^ -
Van dat hoofd geeft die Koning , of
Perifoon van aanfien, dan gemeeneiykde
rechter en linker zyde aan twee-Orang
Toeha Toeha’s, zyne oudften, of me-
deAm-^ H tc,s °P een Amboineefche Tafel-,
bonfehe -*—< i s een Verkens-kop met een opge-
Miulty- fperdebek, waar in zy een Limoen lle-
ken, en die zy verder met Bonga Raya
Si ^ (een zoort van groote fchoone hoogroo-
de bloemen) opqieren , en die zy ge-
meenlyk, daar de weerdigfte Perfoon
aan die tafel zitteri Z a l, plaatfem
Het overige van dat verken koken zy,
öf bradbn ’t wel aan baMboefe fpeeten,
bedropende dat met watet , en zyn eigen
vet. Zy kappen ’er ook wel een
gedeelte van in kleene ftukskens, en ito
vèn'hêT met ritsjénS (een zoort 'van ro- de-Regenten van het dorp, en ’t overi-
devrugt, veel fcherper als Pepcr, hier ge geeft hy aan deze en gene_ van de
te lande Àchai of Spaanfehe Peper, ge- vnenden, behoudende voor z.ch zo veel
niamd) ook met look, peper, nagelen, hyvan noodenheetr. 1...
zoüt, gember, of Lanquas (een wortel Zy ceten zeer veel gezonte drooge
byna ,? ls de gember) makende het zo ! vifeh , d.e beter dan onze gezoute