
IOÍ A M B o
p i ? bockm|i|&momen hadden , hem hoch
dip gunftlaòende, van hem op ’r ftrand
van Papero neer te zetten> op dat hy-by
de |onze op Honimoa dus non komen
ffiogt.
k í J H p f P nu dc HeCT Landvoogd niet
qnzçve- ■weirng benepcn , niet wetende , alzoo
fflagop *>y van eenflegtebezettingalommevoor-
M & m was* m “ beginnen,. .Het beile
“ S was nog maar in de veftingen A blyven,
die wel te bewaren, en ondertuflèhen
ipocdig om ontzet na Batavia, met een
berigt, hoe ’t hier ftond, te fchryven.
«BBS™ n daar aan tafttc Leliati, onze bei
daaS. naeuwdheid merkende, ons.zclf aan,belegerde
met 30 Coracora’s onze vefting
op Oma, alwaar onze bezetting alles
verduurt hebbende, zoo vertrok hy na
Ihamahoe, daar hem Radja Pedro, Ko-
ning van. Toehaha veel fpyt aandeed,
hangende in December een doodenhond,
en een bloedig verlten boven de rivier
uit welke zy; dtinken moeftenj weshal-
• ven, kybeftkeurdqomj.eer deBatavi.
n 8 YJoot quam.j jte vertrekken.
vanDi"', bet begin van ’t jaar löjyhoormennc
de men met alleen tyding, dat de Heer
gende Antom van Diemen ’t jaar te voren Op-
Opper- perlandvoogd geworden was} maar mën
“ ogdg=-zaS dlen Hef met 17 fchepen, met
worden. z°oo Joppen bezet, nevens zyn huisge-
Zyn 2in, en de Heeren Extraordinaris Raameteem
r’ C s f ” ’ Cn geRa™ « Januari op Hatamoeli, een half nunden
van Je beweften Luciëla, in Amboina
Indien, verfchyncn, na dat hy den 20 November
des voorleden jaars van Batavia yertrokkenwas.
Daags te voren had zyn Edelheid den
Heer Ollem met een chaloep na Hila gezonden,
om na den Hand van Amboina
te verneinen s alwaar zy door een Ternataanfehe
Coracora fei wierden befchottnj
dog die zeer dapper van hen afgedreven
wierd.
Voörval- Die Heer, by nagt op Hila gekomen
Hec^Ot Zynde ’ wilde den Commandant Seroy de
7^37*
Heer Ot- J ’ T , M P 11* ! * I ° P ac
tensont- P001t iPW p s openen, vreezende dat
moet bier eenig vetraad onder fchool, einde-
B *yb binnen gekomen, en van dies wel
ondenicht., quam hy daags daar
aan, of den zo Januari weer by den Heer
van Diemen, by zig hebbende den Ca-
pitein Hitoe ,Cajoan ,en Abdul Rabbman,
Hoofd van ’t gehugt fimul-Pawayl op
Lochoe, die zyn Edelheid een net berigt
van ’s vyands ganfehen (hat ga-
ven, waar op die Heer befloot Luciela
ten eerften te beftormen, zonder hen
veel tyd van beraad te geven.
ü ' r S f S ? beeide de ganfehe magt, op dien
mm be- Zc daS noS geland .zvndc, in- dne troe-
ftormd P60 > S " den Heer Jan Ottens de voor-
Ludela. troep, zynde 7 vaandels, of r o S kop-
pen (terk, de middellle aan den Heer
N- S G H E
f i ta n beftaande in 4 vaandels , o f 4 z<S
“ d= d“ de troep aan den M a -
jo o r Pierre de Camps ( h r k onder f váan-
d e b , 370 kop pen. Buires á e z ew á r en b y
d e voortroep n o g JS lieb te vuurroers
en t r o man n en , onder ¡Villen, S g g f f
zoen Coßer gevocgd, de e e r ften , om
v eld te on td ek k en , en d e la a t ften .om d e
ftormladders aan ie Ha an, en d e hand-
granaaten te w e rp e n j alle welfcezamen
e e n t r o e p v a n ty zy man nitmaakten.
Het (chtp Bredam wierd gelali kort v ,
onder ’s vyands veftmgen t e g a a n l^ g e t i lÄ
HI die, zoo veel mogelyk, door^^®mzigde
te benaauwen , alzoo zy vier
boveoeenaanLuciëia'szuid-zydeopSenui0"'-
beig hadden, aUe met (leene borftwe-
nngen aaneengehegt. In ’t onderlle,
aan t llrand gelegen Kield Iellato, cn in
j bovenfte kimelaha Loehoe huis j behalvös
deze hadden zynogeenige andre vailighe»
denjonder.den naam van Capitemi&’j
veftmgen , die meeft met Maleyets en
vreemdelmgen bezet waren. ,
r:Na dat het gebed dezea morgen gp.
, 2 3 * B * ons volfc eerft een half
uur längs (tend, en daar na den bergop.
Dc vyand (bhoot wel ihet een yzer ftuk
op hen , trof een (öldaat ; dog met de
tweede fchoot viel dit (luk voor over uit
zyn afluitjdat een zeer quaadAmbonfeh
voorteeken, cn%iet anders te zeggen was,
bun gefchuti, en volk vóóí de
Holländers zouden moeten buigen,
v aandoen van de eex& vefting Door,
hadden,de onzenhet viy quaad¿« oSfíe r-
eemgfins toequam door Wat A c t de overt.
ftorm-ladders (alzoo die té lang waren)
te zammelen, -Zoo Sat de vyräd, niet
bmger könnende fchietôn, hen met fteè-
j , “ i bafagayen afkeerde j dog nadat
de onzen op de ftormladders gekomen
waren, en mtnepen, val aan Sannen,
daar is weinig volk binnen, zoo waren
zy ten eerften meefter niet alleen van die
veitmg, maar ook van a««lliee duce aannadrree.,c duiee
men ontrent thien uuren ’s morgens alin
: Wy hadden daar voor 10 dooden. n .o
en 30 gequetften en de vyand-er b in - ö S '*
( nen maar twee dooden'(dat te yerwon-S«p«*.
derenwasj bekomen, zynde onder onze .
gequetften de Heer Ottens, die een To-
° f bafagaey, in Zyn beengektegen
Men vond 7 kleene flukken gcfclmt ,
14 baflèn, ifo groote kogei, 14 vaten
krmt, en 6 fpatten in de veftingen, eh
op een andre plaats nog io vaaciens.ider
met r.j-o pond. . 3
De beide Kintelaba's Waren ’«-inidog
t meefte -volk was ult geweeft na %
bolch, Mh fcoft te zöbken tegen hunne
valten. Men vond op‘ftrand y OoraCöK
tos* cn nog izo andre vaartuigenyidifc
;^en
Z A . A
i¿37- ten deele weggefchonken, teri ‘deele verband
wierden.
Kakiali '’ Daags ’er.aaivquam zyn Edelheid piet
^eer yiizyne gemáliñné, en de verdre Heerqi^
Bäravia ,, g déi veróverde veftingen, alwaar;|iyeen
ge ^^^ankpfedikatie dqen liet. Hy zond, ook
' ten ‘ eerften ..den. Commandeur , Jacob
janszooit' Paiacká y met .de voorhoemde
OnuigKaja’s na HiIaf,Lzoo .om de tyding
Van önze verovering te brengen', en de
gemoedefen der! Hitoefelqn nÜL-eens te
■ polflen, te ,me?r || alzoo? fcyn Edelheid
Kakiali. we.er, medesebragt had, als ook
om déri Heer Lapavoogd kennis te geven,
dat hy nu. mit&deze ipoedige ver-
b overing* ,niet by . zyn Edelheid behoef-
de te komen! |
(De Heer Zyn Edélheid belafte de bovenfte ve-
yanDie- ftipg je. behouden3en de andre af té wer-
S S g 'PW ) lernendem de eerlle 400 man qn-
áan’t der den Commandeul*; Willem Jacöbszobn
Hopfd- Coßer,, om .-’je. mäftc boich te döorkruif-
Käfteel. fen, d$ n^élboómen alomnie iiit te roe-
jen,- en den vyand alle afbreuk aan te
doen. Ook vonden zy hier en daar
niet alleen goeden buit. van nagelen,
poreelyn, gongen, &c.j maar ook meer
volk in ’t bofeh, als zy gedagt hadden ,
weshalven zy wel gewapenten-metgroo-
tß troepen, ’ex op af moeften gaan.
’ Daär op Vertrok :de Opperlandvqogd
niet iz fchepen , liet y fchepen-voof Lu4
cúéla, en-verfcheen.den 30 Januari 1637^
hieraan’t'Kafteel. - p
Waarom .Ondyrtuflchen verfcheen, na die vero-
Werfen ™ L “ddIa’ nog geen der-ge-
Hogniät y>e OrangKajas, om by.zyn Edel-
afqua- heid de vreäe té veßzoeken ij wäaf van de
mcn¿ . .reden, Zoo men daar na óntdek-J
té *'alleen was!, dat zy niet genegenwa-
. .. ren langer onder den barzen van Deute-
t com te Üaan. Zy lieten eindelyk aan h^m
weten,. dat vermits hun.v.lugten métge-
jn.eene \ bewilliging begonnen» * het
i. afkomen pole, zoo wel diende te gaan ,
- -en dat daár ioe tyd om, fe beraadflagen
van npoden was. ,.v ; : , . ,
;'JLarike t Die yau f-arike , ondertuflchen door
¿ppr ons die vän ^!.akkafiho.e ,• Aflälöelo en meer
|^cr’ .andere,-die in hun.dor-p.gevalleji waren,
IP- en daar eeriige menfchen. dood geflagen
hadden, i bej^rongen, verzochten onze
hulp dpor hunnen priefter, dien zy na ’ii
Kafteel zonden:Weshalven de Land*
voogd met 8 .fehppen,' en? 2 •ehajqcperr
daar heen gezonden wierd,.die eenige
,; verjatene vaftigheden vari die van Wak-
kafihoe verdierf, hebbende weinig anders
uitgeriéht, dan dat hy die van A-
lang bewoog af tö. komen:; tot hunnerf
PafJy'die by ons geblev¿ri ;was, dotíndb
¿ goede, belofteni doeh met verzoek'van
pitftcl. .
Die. van Liliboy en Hatoe , gavenaan
de onzen trots befcheidwyzende hen
zeer vér^telyk af, ftiet bedtèiging van 1637.
hen , zoo zy weer q^men, qUalyk te
zullen handelen.
De eenigen, die zyn Edelheid vàn de Welke
OfangKaja’s aan ’t Kafteel, en ons to e -^ S
geda^n vond , waren deze : de KonjngKes.ons
van Noeflànivel , Don Andrea, Gafpar deáaan wá*
Fretis. y Hhoekom van Hativé*Í)o» Pedro?*n.
OrangKaja van Hotoemoferi, Joan, O-
1-angKaja van Latoehälat, Diego,, Patì
van Hàlong, Louis Gomes, Hoofd der
Mardheykers , Martyn Antonio y Órang-
Kaja van Tawiri 5 Diego Makatita, O-
rangKaja vän Amahoeioe, Moriani, O-
rangKaja van Hative Kitsjil y Siman Bk-
gualáy Johan Bakar Befiy OrangKaja van
Way, den Pati van Soeli^ Jan 1‘empeffiy
OrangKaja van Oerimeihng , Laurens
Mondes y OrangKaja van Hoekonalodn
Jordan de Sylva y broeder van den Kö-
ning van Soya. ‘ - -
• Die van Honirpoa quameu eérft by zyn Die van
Edelheid, klagende Zeer- ovör den Land- Honimoa
voogd van, den fleuve I y die hen gedwon-^noent.
gen had zieh té nioeten afzonderen, alzoo
hy hen ondfagelyk |>Iaagde met
fcheppen, terwyl hun landen pnbebouwd,
en vrouwen en kinderen zonder vqedzel
zitten bleven j doch boden aan altyd gc- a
■willig te zullqn zyn tot panggayen*“' als
men. hen maar redelyk¡handelde! • Ook
yerzochten zy, van zyn Edelheid, dat die
:yan Ihamahoe mogten Werden aangetaft,
1 alzoo zy met heri ití gééñ' rhft konden
leven. . .
De OrangKaja van Tamilau, die den En die
Kimelaha geholpen had in ’tafloopenvanvanTa-
onze vefting, en in ’t vermoorden van’^v*
ons volk op Hatoemeten, qiiam mëdè af*'
verzogt vergiffenis-vlfn ¿yn misdaad, alzoo
de Kimelaha hem daar toe gedwon-.
gen had, en .verkreeg die na een fcherpe ,
vermaning. Die van Loehoe wilden wel Gedrag!
afkomen,' en met hun vaartuigen aan ’t der L°e-
Kafteckverfchynen (zoo Abdul Rahhman £ enee~
quam, z^gen) dog wgrènbevreêft, dàt
de Kimelaha , de oôrzâak van al hunne
onheileä, hen aantaftten, eñ vérnielen
zou.^ e.;, / ¿
. Die van Hitoe wildèn nergèris na lui- E^der.
fteren/ i voor dat Kakiali en fa^ leffi y
vryheid waren. Verklaardén tógen
Compagnie mets, doch-hét alleen daarTamalef-
tegen te hebben, dat de- Heer van denfi'svry-
Heuvel hunne OrangKájá’s gévahgen ge-^^ eif"
! nomen had y zonder dat zy misdeedqn. ^ n*
í : Den 2y Febriiari bragt menÿ na lang'’ De °-
[taimen (want zoo zyn de Amboineefen^3?^ 3“
in hunne raadflagen) ’t zoo vçrrè ÿ' dat Ley-Q
ook de OrangKajén van LeytiftiÖr afqua- timorúr
men. Zy-beftonden in dèzé ñavolgende : genade . '
Radja Kilang, Radja Sóyaj-S'rnau £w^,^^eno“-
Steven l ’içera van Poeta y eri Patì Oejfeñwxci
Hoetoemoeri. Deze wierden door ze- •
kere geeommitteerden, die hen een íhik
O 2 weegs-’