
198 ^ M $ O
N S Q H E
alwaar hy hoordc, dat men in Ambon 1655:
nog van geen nieuwe Macaflaarfe Vloot
wilt 5 maar dat de Macaftaaren van AHa*
hoedi 2 chaloepen van ons, door quade
wagt , in December afgcloopen, en dus
dc zee weer viy gekregen hadden, zoo
dat zy zedert nict alleen tot Manipa toe,
maar zclf tot in;het gat van Ambon, hadden
WfL. Men brak de eene vefting weer af,
ley.in'de andre een vaandrig met 23 Ne-
derlanders, en 12 Temataanen, en men 2sond deu -Gomnjahdeur Roos met 6 fche-
■v pen bezpjden Boeton, om ’t dorp Sum-
bawadaar de wederfpannelingen zieh
ophieldcn, en hurtne vaartuigen hadden,
met alles» dat zy daar vonden ,te vemie-
len, gelyk hy daar 00k alles in koolcn
gelegt-heeft.
.. Daar na zcilde de .Heer de Fläming den
2 6 December van daar door de Noord-
zyde van de Straat, terwyl de Köningen
der Moluceqs^dpor. de:, Straat van Pan-
gefane liepen, om de Macaffaaren op te
zoeken, alzoo raen verftond, dat 29
vaartuigen met veel fpatten, en padi, na
Ambqina vejrtrokken waren, oen de zelve
op Aflahocdi te planten, waar iiithet
niet gelcek, dat zy voor eerft nog dag-
ten van daar te verhuizen.
Ontrcnt de Noord-zyde der Straat
quam de Heer de Vlaming, en de bevel-
hebber Roos, weer by malkandercn, van
waar hy Roos weer met 3 f o koppen, en
11 chaloepen, na de Straat van Pange-
fanezpnd, om de Macafläariche Vloot
op te zoeken, en de zelve met hulp der
Molukfe Köningen, die hy daar vinden
zou, te vernieten, of anders Tiboro aan
te taften!
Tiboro - ^iy veroverde dit- dorp den 1 Januari
doorons xöf y , en lcrceg fraajen buit van flavin-
veroverd nen, te weten, van vrouwen en kinde-
1655' ren, die tot llavcn verkogt wierden , dog
kort daar aan, als de plaats door dconzc
verlaten > quamen de Macafläaren
met 40 vaartuigen, en naroen in de Ri-
v ie r e e n plaats in , die zy zoodanig ver-
- fterkten, en vaft maakten, dat de onze
’er niet aan rieken dorften.
Dierhalvcn yertrok de Heer de Fläming
den. 18 Juni met 11 fchepen en
Xinggangs, en met 8 Coracora’s, waar
op de Molukfe Köningen 'waren, om
Celebes aan de Ooft-kant te bezien, en
de Macafläarcn , zoo zy uit Tiboro weer
uit liepen, daar waar te nemenj bpla-
ftende zyn Ed: den Commandcur Roos y
om de Straat Boeton met f fchepen en
2 chaloepen tot April bezet te nouden.
Pe Heer de Vlaming, enKoningA/Ä»-
darsjab liepen na Tamboeco , diens Seng-
adji toen door dien Vom mede tot Ko-
ning.yerheY.en wiercL
Hy liet de Köningen daar,'liep 16
mylen Noordelyker, en aldaar het dorp
Patoewi af, alzoo dit de vergadcrplaats
der Macafläaren was,
By zyn komft op de Eilanden Gapi
en Bangay , bevona hy de inwoonders
der zelve al mede goed Mafaffearfeh.
. Hier verftroido de Vloot van een, zoo
d.at de Heer de Fläming maar met een
enkelde ehalocp op Mangoß geraaktc,
durven kruiflcn en rooven.
De Zeevoogd, dit hoorende, haaftte Pcyia*
zich, zoo veel hy kon, en quam den 2 2 ^ ^
Februari 16 f f in Amboina. Het eerfte, gek0_
dat hy deed, was Aflahoedi weer op mcn&ld
nieuw te bezetten. Hy ley daar’t fchip?Pv??”
Lceuwaardcn, dat zeer veel vaartuigen 2aa^
van den vyand in [flarden fchoot. Ook ordxc.
zond hy den Heer Cos na Kelang, om
daar een vefting te bouwen, alzoo men
verftond, datMadjira zig daar nederge-
zet had, om dat volk tegen ons op tc
hitzen.
Daar na beichouwde hy de pas van
Tanocno , vond daar de Koningen- van
Sahoelau, en Somiet, die hy prajiunnc
gocde dienftcn begiftigdc. >: -
Ontrent dczen tydhadden die van Kel-
lcmoeri, Kclibon, Tobo, en Ceram-
Laoet, zich verftout, om op den 20
Maart verfcheide Ambonfche en Banda-
fche handelaars dood te flaan.
Dit liep hier buiten gifling tegen j dog
i,l nrarMntrorrt-nog veel onverwagtAetr* wVTTaOsC /c het, dat KI^oh-.geyjUf
ning Mandatsjüh in April op Boero invguyer.
de bogt van Cajeli geltomen (aangczienmoor4 te
. de Heer de Fläming dien Vorft verzogt ^ct<ieD*
"had, nog.eens in Amboina tc .verfchy-
nen) daar vemain, dat zyn bröeder Ca-
lamatta weer afgcvallen was, den Gae-
goegoe Zoewane yermoord had, en zeker-
lyk ook den Koning de reft gegeven zou
hebben , zoo Zyn Hoogheia door den
Sedaha Lamoe niet tydig gewaarfchouwd
was geworden,
Hy vluehtte na die waarfchouwing, _ Vlugtna
met een kleene Gilala (zeker licht vaar- * ^ ^
tiug) zeewaard in , alwaar hy aan den
hoek van Pela tot zyn groot geluk den
Prefident Cos met een gedcelte der Co-
racora’s vond, die den Koning raadde
ten eerften na ’t Kaftecl tc vertrekjken,
gelyk Hy ook. den 6 April met zyn
nieuwe gemalin, Bakje Boston > aldaar
yerfcheen
De Heer Cos^ ondcrtußchen na de bogt
van Cajeli vertrokken, om te vernemeuj
wat de Temataanen.in den zin hadden,
verftond aldaar, dat.zy niet langer on-
der Mandatsjab ftaan, maar een andren
Koning hebben wilden., en dat zy dan
met de E, Maatfqhappy in vredc zouden
leven. . 1 De Heer de Fläming ging ten eerfteq-
00k na de bogt van Cajeli, om te zien,
hoe de zaaken daarftonqen. Hy verftond,
dat de Prins Calamatta, ruim een halyen
E / A ! A W t
■s6ss- dag dfc RieVier Woaboo op te ichepen,
zieh ’met zyncri aanhang- vaftgemaakt
had, en deed een bezenaihg aän* hem,
dog geen antwoord krygenuC j en, vol-
gens de ihgekomene berigten, vreezenÜe
dat Gölofino zelfe mede een fchelm geworden
kon zyn, Z ö 6 heeft hy die Rie-
ri/ 'vier ten eerften door een vefting? Siidät j
> (dat is, dwingen) genaamd, die hy by
de plaats , * Bockcl, opwerpen liet.
Den oor- doen fluiten. Zy-lag mim 3uurenfchep-
logom pens de Rievier Woabbo op , en hetgaf
de onzen, en dezen Veldheer, die haaft
yat er' Hoopte met den oörlög gedaan te heb-
ben, nu weer een nieuwe moeite* cn
öörlog, dien hy om dezen Koning met
zyn broeder als van vorerr af moeft be-
, ginnen, en de Maatfchappy, door Cala-
matta maar goed.te keuren, had können
myden.
Coloßno quam eindelyk buitenverwag-
ting weer af, en .brogt .aan den Heer de
Flamibgüen^antwoora, dat ronidom be-
driegelyk weshälvcn die Heer den
äfgezonden Ipion van Calamatta met
het recht befcheid, dat men de bc-
driegers op zyn tyd welvinden, enftraf-
fen zou, te rüg zond,waai‘ na öok Prins
Calamatta nu vlak uit z e id e , dat hy niet
gezint was tot ons üit tc komen, ofmet
den Heer de Fläming te handelen, voor
dat hy Mandarsjah hem oyergeleyerd zou
hebben, .öm Z^jn ftraf,.die hy hem
Verdienä had fWonmngen.
" Hier op brak men alle verdre hande-
ling rhet hem af, en men gaf na Boe-
ton» Xoela, AiTahoedi, en Terhätevan
dezen afval teli cerftbikennis, waarover
de vyanden op Äfiahoedi, en eldcrs , zig
rtiet weinig verheugden, gelyk zy met
hun fchietdn betoonden5hoewel zy,wefens
hun groot gebrek niet veel thiflen
onden oin te klakkeboflen, alzoo hun
ontzet van Macaflar in May nög nietop-
däagde, niet tegenftaande de Vloot van
Tiboro ih de Straat van Boeton door onze
Vloot henen gebrokpn was, idzqo zy.
in de Xoela’s op Boero hier en daar ver^
ftrbid", en ook zoo vernefteld was,r dat
nog geen vaartuig van de zelve op Äfla-
jSbcdi had können komen.
1 WDe Heer de Flamingo vememende dat
’er. onder de vyanden op Äffahoedi groote
oneenigheid ontftaan was, vertrok* Jer
den 8 May na toe, en vond by zyn komfl:
daar, de Ambonfe Hongi 57 CoracÄs
. fterk, dog zeer weinig van levensmid-
delen. voorzien , waar.op h y ’er 30^ na
LÜTabatta, en Hatoewe, om ZagoeZönd.
. die' den 27 dito:weer quamen, vetHsden-
Vcroveri ^c 5 dat zy Nuniali afgeloopen, ook ee-
<-nNa- nige vaartuigen, met Zägoe geladen,
hoebefi. : veroverd, cri Nahoebeß , hoqfd van *t
opgehan- Lochoenees Campon, mede gebragt had-
gen' den, dien de Heer de Flämingn* eeni-
E • M.
gb dingeh üit hem gchoord te hebben^ 185^
ten eerften aan de nok van de rhee op1
hangen liet. n ti v»
Den 24 ditö verfcheende Heer de Fla-
rnihg voor Aflahocdi in ’t veld, en daag£ mingtaft
de den vyand ült 5 dog niemand quam de vyan-
buiten. Men ging dan na de zoute ric- d«J} .voc£
vier , om na' eenige vaartuigen te zienj, ^ 01
waar na de vyand Cenige uitvallen dede,
dat eenige rfchettnutzelingen cn dooden
over en weder ga f, onder Welken de
Macafläarfeh Vcldheer, CraynBoeta Toe-
ha, mede was, diens lichaam gekalkt,
en zoo na Macaflar gevoerd wierd. Hy
wierd in *t oppergezag gevolgd door Dctyii
Bojecan3 die wel Zoo ftout niet, doch
ruim zoo vporzigtig als de overlcden
was.' • *•
DeHeer de Fläming gaf de-Hongi ver* 6aat met
lof, om na huis te vertfekken, ontbic- deK°-
dende tegen Juni ander Volk ^ alzbö hy ^ ^ tac>
voOTgenomen Had zelf met den Koning
na Temate fe gaan, om hem m zyn ryk
te herftellen, de' gefehrlleii tevereffenen,
en met een alle dc nagelbööinenop Mak-
jan te doen ömvellen, waar toe hy een
jagt met 61 foldäaten den 3 Juni vooruit
zönd.
Hy vertrok met den Koning den 17
dito vaii Aflahocdi, alwaar hy den be-
velhebber Roos y cn den Capitein Lieutenant
van öttthoorn^ met een fraeje magt
blyven liet, voerende den'Tehiataanlert
Tmabamegalemet zig ria
Temateidie getragt had net gemeene volk
daar te bewegen, om de zyde van den
Prins Calamatta te volgen.
Zyn Ed. quam den 20 Juni op Batsjan,
daar alles nog wfcl ftond, hoewel Cald-
matta hären Koning genoegzaam dwong
in Cajeli by hem te blyven:
Zyn Ed.* zey, dat hy qlles in dien ftaat^
waar in ’t nu was laten, en Cörft zien
zou, waar het heen wilde, vCrmanende
hen, de nagelcn op Od)i-Latoe om
te kappen, om dau daar voor honderd
Ryxdaalders ,tc erlangen.
Den 24 dito quam hy in *fc bochtje
(jila, alwaar hy alle de OrangKaja’svan
Makjajpi qntbood , eri een nieuw con-
traßrrmet hen mzuikte, dat zy af de riä-
gelböomen op hun Eiland zelf omvel-
len, en daar voor fooo Ryxdaalders,
. yolgens ’t cqntraär i<yf3 met den Op- |
perlandvöogd, den Heer Carel Reiniers-
zoon ,gemaakt ,’eens vooral genieten zouden,
mits dat de muiters, zigqp Boero
by Calamatta nog onthoudende , eerft
moeften t’huis gekeerd zyn , alzoo zy
anders maar de helft, en daar eh boven,
voor de .moeite van *t ÖmVCllen , nog
yoo Ryxdaalders zoudert hebbeii. Mandar-
Den 26 dito verfcheen de Heer des_ja _h_ in
Flaming.nevens den Kòiiing in Ternate, ?ynryk
alwaar hy zyn Hoögheid in de tegen- herftdd.
woor