
i 6i A M B O
• -xfcfo. beriet ,• dat 'de fchepen dc Tyg er, ’t
I Vyf fche-fjacht de Luipaard, Bergen op Zoom,
Pcn° ! JB g& e rk e , en de Finit de Juffer, na
nav^^Krnatè gaande, voor g Eiland Cam-
geMjFbayna, op een R if nu.Sangory’s droogte
' genaámd, toen nog onbekend , en on-
m trent Boeton gelegen, te berften geftor
ten , en gezonken waren > hoewel nog
’t^meefte goed en al het volk, zynde
j*8i man,behouden, cn ccndeel van de
goederen doör ’t fchip' Concordia na
Ternate gevóerd wierd. Had het na ’t
voomemen der grooten op Boctpn gc-
gaan, zoo was alles weg,.en ’t volk ver-
moord geweeft, doch de Koning alleen
belette ait íchelmftuk.
- Het volk bouwde vàn de ftukken de-
zer fchepen een kleen vaartuig, door hen
*t jacht van Vyven genoemd, doch na-
derhand, door den Heer Qpperland-
voogd , Trooftenburg hemoemd.
In deze zelve maand verfcheen den
Koning van Batsjan met z Goracora’sop
. Aflahoedi, en het aan de Heer Land-
voogd wetep, dat hy aan ?t Kafteel kor
men wilde , on? zyn Ed: over eenige ou-
de rechten op zommige dorpen op Ce-
rams Ñoord-kuft, te fpreken.
De K o-- De Heer de Vlaming ontbood dierhal-
rimg vaii ven ook Kimelaha Madjira aan ’t Kafteel,
Batsjan’s om met Zync voomaamfte officiers hier
mede tegenwoordig te zyn, als deze
di. Koning zyne eifchen op aie dorpen aan
hem VQoi-ftellen zou} doch die Vorft van
belluitverandctende,vertrok na zyn Land,
0En ijn zonder aan *t Kafteel te verfchypen j de
• vcitrpk. Kimelaha quam egter met ccn grooten
trein van-Edelen, vrouwep, en Orang-
KajaVwm Loeboe, en wierd , als ware
hy den Koning zelf geweeft, zeer deftig
ingehaald.-"^
Siegt Op dezen tyd deed de Heer de Vla-
yoorftd nting een vuorftel aan Madjira e n zyne
van de Edelèn, dat verre heneden zyn verftand,
Hcc* en im zieh zelven opk zeer onrechtveer-
vooed dig was* Het beftond daar in, dat de
aan Ma- Compagnie riiet meer nagelen zou be-
djira, en hoeven aan te nemen, als de bekende
zYne wereld vertieren kon, en dat zy dierhal-
grooten. y Cn e e n boomen moeften uitroejen.
r Dit was een fluitreden, die van die
tyden af wel klaar toonde, dat de E.
Compagnie nu met de nagelen al over-
kropt zat , maar die gcjieel en al met het
contraä: der E. Mnatfchappy ftreed, alr
zoo' die den Inländer aan de eene zyde
verbood de nagelen aan imand anders,
dan aan haar,te geven,en aan dc andere
zyde zieh dan opk met reden verbonden
had-, om alle de zelve tegen een, gezette
prys aaiite nemen.
r :Zao de Inlander eenige vreemdejingen
_ aanhaalde, dan fchreeude men , dat zy dc
contraóten verbraken, Was nu dat con.-
traéten'vérbreken, zoo was het immers
N S C H E
even zoo, als de Compagnie weigeren 165*.
wilde de nagelcp (om dat zy’er nu te veci
kreeg) aan te nemep, Dat nu dçzen
verftandigep Heer dit niet könde^of
wilde ziep, was piet wel tebpgrypgn,
cn nog veel minder, dat hy dit aan Inländers
voorftellep ging, die hup belang
en wçlwezen , mitsgaders den iphqud der
contra&en, imracrs zpp wel, als hy,be-
grepëp°
Z y , die niet zot waren, zeiden voor- Zcctn«
eerft, dat hçt hen zeer yreemd vopr^oorde
quam,,dat wy net zoudep kpnpen we-^î-ander*
ten,hoe veel nsgelep de wereldkonver-wljjJ5.
tieren. |
Ten anderen, voegden ,zy hiçr by,
dat het contra# al zoo weinig dit, als
’t uitrpejen van hunpe nagelbpopien by
zulken vpprval, in hield.
~ En eindelyk dat., zoo de Compagnie
•zieh daar van qverkropt vond, zy hen
dan maar geliefde toe te ftaan, om die
aan anderen,die ’er nog gebrek van hadden,
tç mögen verkoopen, ep met het
overfchot na hun belipyen te hapdelen,
en dat, fchoon wy zeiden bpyopden te
hebben,dat de.geheele wereld met ifoo
bhaaren vervuld was, zy de hunpe egter
nog altyd wel aan den man zouden können
helpen, waar uit dan te gelyk ook
de ongegrondheid van zyne ftelling zou
komen te blyken.
De Chriften OrangKaja’s zeiden kort
en goed , dat de Compagnie al hunpe
nagelen voor çen gezette pçys aanpemep,
en voor. ?t vertier der zelve (alzeo dat .
den Inlander piet raakte, nog in ’t con-
traét gemeld was) zorgen, of hep ge-
heeï en al ontftaan moeft.
Dé Heer Landvoogd, ziendp dat hy
inet dit ongcrymd voorftel aan de grond
was,.liet het daar by blyven 5 hoewel
het zçlve den Inländers wel verder denken,
en al voor uit deed zien, dat het
mogelyk de eene, of de andre tyd pog
daar op uit komen zopdç, dat zy humie
boomen zouden moeten miflèn, om dat
’er voor de Compagnie te veel nagelen
aanwieflehen.
Hy zogt dit naderhand wel weder te
verzagten metdeOtangKàja’s wys tema-
ken, dat zy nog eenige nagel-gelaen te
goed hadden , aog zy, vreezepde, dat
ook hier al weer iet.agter fteken mögt ,
zeiden, dat zy niets râcer van de E. Compagnie
hebben moeften , en wel hetaald
Waren.
Ook befpeurde de Heer de Vlaming,
dat ’t gemeene volk morde over de 6i
Ryxdaajder , die de OrangKaja’s, voir
gens, gewoonte, van ider bhaar trokker» I
en ¿zoo hy dc. reden, waarom zy dat
trokken, niet wift , trachte hy dit af
te fchaften j dog haar Edelheden wilden
daar in geen. verandering gemaakt hebben,
■ i f À y  J ï
ïfyo. b e n , àiâar dat de OrangKaja^s dit als een
vergëlding van.hunnc moeiten,cn géda-
niSenftenf trekken zoudem^ •
K - E - : . H - ; t é ]
aan Madjira fehréef hy egtér het tegen*
d’ëôl, zeggërid©^ dat zÿ wcderípannigei
en weerdig waren ¿ Qm van heim , en
dén' Látidvoogd geftraft té weiden y, dai
ótìsVniét raakte, àlzop wy pns piaar ge*
drbegen àaiï ?t geén hy àap otìs' fchreer.
ì Ontrent dezén tyd^ qiiamen die vail
Rarakit zièh verftéderen , en ;vrede ver-
zoMt-env Die- ben oeguiid; wiérd op ze*
kere vòorWaakfe , me Wy affiiet UkgeA
drukt zien.
iladjiri’s >tNa dat hy nu Madjira ^ met zytì groqv
Vcrtrek ten, tien dagen wel onthaald had, ver- :
naLoc1 de zelve weer Over den körten land*
• weg na Loehoe/ \
rjö - Kort daar aan deéd de Hëer Lapa*
Land- yoogd een togt na de Uliaflers, om daar
voogdi het nieqw metaal gewigt ook in te vóe*
togtj?dcrcn. Hÿ toonde dc Inlanders, höe v j
Ulul^îrS' dat gebruiken moeften, en riämookde
eerftc nagelwegers, volgens eön riieüW
bpftel en^bericht, onder eede aarn-; Jl
Hy bevond ook tsot zyne vei-wonde-
rihg,' dat did van Ihamahoe zieh weer
na hunneh berg begeven, «i ziéh dtór,
•pog meer Aan te voren, vèfftérkt hadden,
het geen hy toen egter gbtìd vond
ongcmefkt tc laten doör gaan, er* bën
maar ^ e e p 4 o t g d ï ô o t Z a à i S M ^ ^ t r ô n w
in ’t toekomende cd termaanen -, Hoewel
hem dit deleft deed^ dai W wéër ieeñn
iái wezen mo^: . _
Vrede "" Mefl kreeg in Juni doör dd Ftait Ca-
hflclicn ftricinö uit Témate tydi-ng vandë vTede
Spanjen, tuffchen Spanjen f Oft oftZen :Staat A.
enons. j^ g geboten? doch alzoo ’t SpäflPfch
fchip met de Yredens-contraâengéblevcn
was, hield dóni oorkrg tiiflchén -de Ti-
doreefen, en Ternataanen, noch -é wenige
tyd aan, vermits zieh de eerfto na
Ae Spanjstóarden gedròégen. _ J
Mandai:*^ deze lydhelafteKoningMdtiaarsjab
i'm àt '¿ino Ryxdàaldèrs die KoMng
zyn ooSi aan de .É: CoSpa-
icrilallen. gnie ten agtercn was^ uit zyne Ambon-
« e iiikòìtiften te betàlen j bégcerènde
daar PéVèrìs $ dat allé dé Ternataanen,,
atìtgénómen dèn Kìmelaha 3 hem zouden
Werden toeaezondcn.
De Via- In JuU bezogt, de Heer de Vhming
mings Amblkiiw, en Mariipà, om daar^mede
togt na .»t flicuw gewigt, eri tíért nagél-lyft ,• in
S ? S ,d e S j ì n i khagde *eer ovcr'X¿i*»íiieU-
Lchüt opvrè ongéhóorZaiunhfeid, waaröpi ,hy van
Loehoe .¿aar inet -zÿ-n onruftigen broeder na:Loè- .
jcpte:t. hnr. „cpfeetft diteti, t ó * ontfloeg Ùc
Hcer Loedybbgd âie van MMäipatluvdl-
• S koinén f íh á lte te oppergtesg, «tot die
tván’Gairiteío j nr..*
Td-borgen river hen gevoerd haddtìh,
•¿eggende, dat 4y yrioftaah niemái%,?
Had hbm, z-n MiUfirá i hadden te gt-
hdorzaameh. ' ¿
í¿an. I rln _Auguftüs fêhonk Koning Man-
darsjah • dàrsjàh, nu beter van véél zaäkeft onaer-
fchenkt ^chí , klle de ■Ghriften-Atì#pen^qp',Ce-
f ^ L r a n , Caybobo, Elipapoeteh-, Ämahey
nennen &c. en alle de onderhoorige Hcidenen,
Chrifte*1 gëheeLaan Maatfchappy, dat hy
lienop ¡íbet zèfcr; weinigé, dodh'klarö Woorden
ecram. ^ ¿en «bnèf 'fchWfef, dien *t jagt Cón-1
eordia uit Témate bragt. In Ae- britf
Arhifeeíen cridé voorwäapjettt öp ‘t Vcr¿
Welke dé Heer M old d e ^ ^
■ \ Vlaming van Optshiotn ^ E x - R a S .
c tíaofdinaris R?ad vap Indieüjgemaakk
• 'Mág^leis GóuvttmcSíft-í çp: 1^-
réftéur oVer ^rovihtie Vän
Ambóinj, met de lancen, ep-
volikéri, daar Qftder fórter«^
de, w e g e^ éri ih cfën Parné
van zvn Hôogheid , dep Prince'
van Oírangie, yoóf de ge-
ríefák Comps^ñié, Vérdragen
ende overeen gékomen ■ is,
met de OrangKaja’s $ehela¿
ende Foctat ? toon van dep
OrangKaja Öefert, reípéétive
Hoofden- yan dq gedebeUeer-
de negery Raramt, Ms der
/ ze'Ivér expreftc enoej^ciMç
geinagtigden .daartperzypde.
• 'Èèrftëiyk bekennen y hflydten ; en, v&-
klaaren wy gemagtigden , om regtvaatdige
redenen door de fiaat' van . de .Compagnie
befinden ende ovefwonnen , mitsgaders in-
gevolge door het rçgt van den oOrlog geworden
te gyn regte vaj,allenende onder-
daanen van haar Ed. Staat^ daar voor^
dp de ortderdartigfie beede, betieyens anders
hare fubjèïïen$ door den Heer Gouverneur
mede gunfielyk aangenomen zyn. ü Ingevolge Ván ty t welke wy dan Ook
beloven, dat met alle ,de geene, daar dé
• C o m p mède vreede h)efí¿,ook vrunt-
jihdp'gitllen houden, ende in der tnivpe
ommegaan, hatidelen , ende wandelen, %oo
als tujjcben geconfcedereerden , ende rgoede
bondgenoten behwrd.
? ¿Gèlyk . wy daar tegen dan ,0ök weder
Vefkíaetren, o n z e vyanden te jhezèn allé
de gene, die met Compagnie ih vyand-
■fihap kyn levendeí ende dat wy,daar ander
fpêcialyk behoven vyandiga . als onze
eigen vyanden zynde ¡ te veryoteett ende beledigen,
waar dat faomen^ße van Ti-
dore, ende die roojzngigètfid*.poewa’s,
ende voort alle -andere^ alt voorfz., die
het. met de. Compagnie niet zyn houden-
de.