
i4<i . A M B O ZÖ44. had ¿1 midden een groote bocht ge-,
z^yluit de Wcft-punt, Orangie ge-
naamtf, was een ftuk 2 a 3 vadembreed, 1
uitgcvallen, en de verdre muuren waren '
■Moo gcfcheurd, dat ze niet inftaatwa-
pFren, om langer gefchut te dragen. Niet
beter was het met de muuren van het
Stadhuis.,, op ’tftrand van Hative ge-
fteldjdreigendealle oogenblik in te Horten.
Schaddy- Den 17 dito ontftond ’er weer een
*e gcvol-zware aardbeving, waar door de beide
dfen.Van ßcvcls'van dcs Landvoogds huis ingeftort
zym. Het land ftond in 8 of 10 dagen
niet ftil, en was van’t Chineefch tot bet
Mardhykers quartier, en vooral op *tgebetete
van Leytimor, tot Noeflanivels
hoek alom gefchcurd, zynde ook zware
brokken en klippen neder geifert. Ook
hadden de Reduiten van Baguala, Hila,
en Oma, veel geledenj maar men hoor-
de niet, dat eenige mcnichen daar door
dood gebleven waren.
De Heer Demmer was,doe de^caarcl.-
beying begon , noch voor Capaha, doch
hoorende den flechten toeftand van ’t
Kafteely gaf ten eerften laft, om de werken
voor Capaha in ftaat te brengen,
lei onder den Lieutenant, Gysbert van
Moerlag, 170 foldaaten in de twee nieu-
we fchanflen, en quam den 17 dito op
Pinxter-avond over den körten weg aan’t
Kaftecl, vond alles veel erger, dan ’t
hem geboodfehapt was, waar op den 17
in zyn bywezen veel werken ter neder
ploftcn, een foldaat dood blecf, en een
flaven-kind zyn been brak.
Op Hoewamohel was ’er ook wel
aardbeving j doch in verrc^na daar zoo
hard niet geweeft. De Heer Demmer
liet alles, zoo ipoedig als *t mogelyk
was,en vooral de muuren van ’tKafteel,
ten eerften herftellen.
Orang- Bfe voor aardbeving, of op den 7
KajaBa- May, quam OrangKaja Baros zieh op
ros bege- genadc en ongenade overgeven, konnen-
nadigt. het wegens den honger niet langer
harden. Hy kreeg tegen velcr gedag-
ten den Heer Landvoogd op zyn zyde,
en bewoog den zelven om hem ge-
nade te verleenen, doch kon zyn
fchelmftukken, van met den vyand
gedurig zamen te fpannen, niet nalaten.
Men verbond hem, en andre Hitoeefe
OrangKaja’s, door een nieuwen eed aan
de E; Maatfchappy, waar by zy belo-
ven moeften Toeloecabefi, en zynen aan-
hang voor vyanden te verklären. Zy de-
den heti doch, gelyk naderhand by de
ftukken bleek, als meineedige fchelmen.
Patiwani verfterkte zieh ondertuflehen
op een klip in Capaha’sNoordcr-bogtje,
van waar hy onze jachten met een ftukjc
gefchut, zeer veel fchade toebragt, zon-
aer dat zy hem eenige nadeel konden
doen.
N S C H E
toeloecabefi dwong die van Lian ook l6lU
, weder onder hem te komenalzoo huti-
| ne Zagoe-boflchen hem dienftig waren 3
| doch zy wierden’er door de onzen kort
! daar na weer uit geflagen , die ’er een
I houte Baricade maakten, waar in zy 20
mannen lagen , om te beletten, dat andre
op Capaha zouden komen.
Ontrcnt dezen tyd raakte de Reduit
van Amblauw, op het dak, na, klaar en
kort daar aan ging deHccrDemmer na
Manipa, om daar ook een Reduit, van
44 voeten in *t Vierkant, by ’t dorp Tomi-
lehoe, en een op Loehoe by Gammafongi,
doch deze laatfte 16 voeten grooter, en
met muurten zeven voeten dik, af tefte-
ken, zynde de laatfte de grootfte Reduit
van geheel Amboina.
Die van Alang, en Liliboy waren den
18 Juni 1645 voor de derdemäal met ons
bevredigd, doch vermits men naderhand
bevond, dat zy meineedige guiten waren,
die zieh zeer ontrouw ontrent de
Chriftenen betoond, en veel vuilemoor-
den bedreven hadden , had men reden
om naderhand negen van hunne Hoof-
den vaft te zetten, en van de zelve f O- p .
rang Toeha’s van Alang, en 2 van Lili-Hc~ 2
boy, den 30 Augufti 1644 te doen ont-ran A-
halzcn, en de vier andren dat te laten lang en
aanzien, om zieh daar aan te ipieeelen.
By de komft der twee voomoemde°n
Temataanfche gezanten, in ’t begin de-
zes jaars, waren hier ook weder yerichc-
nen alle de Ambonichc OrangKaja’s, die
de Koning in ’t voorleden jaarontboden,
na ’t doen van een voetval met zyrie ge-
nade begunlligd, en zedert zeer vrienae-
lyk gchandeld, doch aan welke hy echter, Zvnrc
tot gevoelen van hunne wederfpannig-boetcby
heid, een boete van 73000 RyxdaaldersdcAni~
opgelegt had 3 waar toe die van Cam-^onfchc
bello , Bonoa, Erang, en ’t Oeli Anin,KS ’
als die wel ’t meeft verdiend hadden,
10000 Ryxdaaldcrs moeften geven, gelyk
de Sengadji van Bonoa, die van Ke-
lang, en Caybobo, fooo Ryxdaalders, n .
en de andre dorpen het overige. Om de-Vo0°r° c
ze boete nu in te maanen, had by dezenoemde
gezanten afgezonden. - •’a f e y yeaantea
Ook beeide die Vorft zieh noch al in,ysevor_
dat hy over die van Hitoe iets te zeggen
had, ontbiedende van daar de OrangKaja’s
met een Coracora, vol gefchen-
ken, om met hen te beraadilagen» wie
men tot nieuwen Capitein Hitoe aaiiftel-
lenzoude. ,
De zelve magtj die hy tevorenaan .
de Heer Caan gegeven: had, gaf hy nu
ook aan dezen Heer Landvoogd, doch
met die bepaling, dat, zoo imand van zyn
onderdanen de dood verdient had, hy die
na Temate zenden moeft, om daar ge-
ftraft te werden.
Na dat deze gezanten nu f maanden
M bcm
m a. ' » 1Ö44. bezig rgCweeft wären\ om die boete in
te - ftfäanen , hebben- zy maar
Rj^daalders können byeéij$ ichrapen,
dät= van zulke magere ingezetenen zeer
veel was, hoewel dat medi: in gongen,
kl.ce4en, .ilegt goud, kleen gefchut ,baf-
fen, enz. alles op zyn höogftc gewaar-
’ ' deerd, beftondi- r-f ‘ä Kfömi
Vöfeiia“ Dit dus^ingezameld hebbendevertrok-
degroò* kert zp den 13 September na Manipa,
tenni • om daaj. noch 2000 Ryxdaalders in te
vorderen', en den oiidexi Kme foha Fakiri)
met inoen : eenige OrahgKaja’s van Boer
ro. en Manipa na Ternate, : volgens~?s
Konings bevel , te voeren.
; Dic^Mik hoA-iKimelaha Madjira^mct
de OrangKaja’s van Loehoe,. oök nu ten
twéedcmaal derwäards ontboden 3 doch
die bleven , op ’t goedvinden van den
Landvoogd-'y hier. -
Klagte De Heer Demmer klaagde toen ook
wnde aan den Koning over vcrfcheide weder-
Demmer ipannigen1 onder Boero, en Manipa j verlande
zöekende , of zy gèibaft, of van daaf
. Koning. gelicht' mogten werden, | waar onder Lehnt
, OrangKaja van Mailavoy, de voor-
naamfte; was ,• alzoo die geen' Völk tot
het maken van de nieuwe Reduit geven
wilde ,. dat ook die van Loehoe, én Toc*
\f ban, op Manipa weigerden.
Dus .klaagde^.hy .mede over -den Sen-
gadji van Roemahlte ,Jen over den Pati en
Orangmja Oetsman op Wayfamma, öin
dat^zymiet nalietén<diè vah Amblauwte-
geö ’s -Konings ördro te quellen, .en als
hunne Önderdaanen te handelen. ;
Nevens deze waren ’er ook verichei-
de vluchtige Ternataanen, die, bang
. j t ,om weer na Ternate té keeren, in ’t 'ge-'
bergte ;agter Hoelong zieh ophieldeij j
en van daar zieh na Kelang begaven', niet
genesen om derwaards té gaian, vöor dat
hen de. Koning genade wilde toezeggen.
Deze, door Kaitsjili Laxamana’s twée
•zöönen , Bismol y en Abdul $ öpgemyd,
hebben ons namaals veci fpooksgemaakt.
' ! Oök ! ftelde de zoon van den gezant AU
mpJfavif -Kediri zieh op Manipa zeer bäl-
dadig aan, brengende daar door onsOp-
perhöofd in groot levens-gevaar , behal-
ven .dat hy gezant zelf :meer zyn beft
fchynt gedaan te hebben, om de weder-
fpannigen. tegen ons aan te hitzenj dan
om ze aan te zetten , met hem na Ternate
itegaan.
DesHee- Den io Ö6tober voer de Heer, Dem-
ren Dem-mer^met de Hongi weer uit, om die van
mers mis-.Capaha verder. te.benaauwen, dat nien
nieulre ;meinde zeer licht ;te können gefchieden
aanflag jdpor ’t'innemen van een hoogte,- waar
op Capa-töe; de onzen vanLian een weg gevon-
den hadden, v^n waar men in Gtòaha
Van waarh.ieten kon. H0e.v00rzichtig.de Heer
hymet Landvoogd dit aanley, om ’t zelve door
de Hongi den Lieutenant Moerlag met «30 foldaaten*
eenige Inlaridersi en 3 Cöfäcora’sj
by nagt vodruit beooften. Capaha gezon- na^er,a
den, uit te voeren, de aanflag misluktc^I^
egter eens en andermaal om dat de
leidslieden hen den rechten weg niet ge-
wezeh hadden \ en om dat de-wegen o-
vcral met zware boomen geftoptientoe-
gcdamd;haddcn; «
De Heer Landvoogd liet Capaha der- Zynd
halven weer naauw bezet, ftak over na 0?11«*"
Cerains Zuid*zyde, van waar Föeloecabeß
veel toevoer kreeg. Hy bevond ook, gc^dasi*
dat die van Rdcmakay, Latoe cnHoe-
waloy , zieh van ’s Konings en onZe ge-
.hoorzaamheid , volgens de loopende ge-
ruchten , . waarlyk onttrokken hadden ,
en den vyand op Capaha Ipyzigden 3 dat
ookjdie van Ihamahöe deaen.
; Hy belaftte dierhalven, dat 2 van de
fcliepen (alzoo .’t voortaan op Capaha
een lager wal ftond te werden) van voor
’s vyands werken aldaar tuflchen Roema-
kay , en Latoehaloy, zouden gaan leg-
gen, könnende het dei*dc . zieh in de
bocht van Lian houden, om dien Weg
van daar na Capaha, zoö veel inogelyk
was, voor den vyand en zynen aanhang
te belemmeren.
Die van Camari&i, ziende den Heer
Demmer- aankomen, wiften;zich wönder-
lyk .by zyn. Ed. te verfchoorien, en in
ichyn onze yrienden te. toonön% höewcl
.het tcgendeel daar na gcbleken -is, waar
mede i zy zoo veel uittvörinen, dat zy
.toen vry raakten 3 maar met dievanRoe-
makay,en de twee andredorfen,liephet
zoo weL niet af, alzoo zy daar eefft veel
Sero’s of Euiken, die van Capaha toe-
behoorende., verdorven, en op den 28
.November wel 70. huizen in kolen ge-
flegtj en den 13 December op Latoc en
, Haloy alles ver woeft hebben, veröverendc
den 2<5 dito- beide die dorpen.
Patiwani had 60 of 70 man tot.ontzet Patiwa-
van deze lieden gezonden, en was daarni’s»cn
ook zelfgekomen3 doch ziende, dathy ^ | ers.
zieh toen.niet wreeken kon, deed hy
dit den io.'Januari A. 1645". wannccr hy
eenen vaandrig , Cornelis Dirksüoon Swet-
gers, ^ jvan . Geertruidenberg, als die met
zyn Orcmbay en 10 man van ’t eene jagt
na ’t ander voer, aantaftende, aldaar nevens
dien Swagers, na een hard gevegt,
zyiie dood vond, werdende met 2 ko-
gels zoodanig gefchoten, dat hy over
boord tuimelde, aan welke wonden, de
eene in de linkerborft, de andre in de buik,
hy kort daar aan geftorven is^ • Wy verloren
aan dezen Swagers een dapper fol-
daat, doch de vyand ook te gelyk zynen
voornaamftenhcld. / '
Den 6 Februari hebben de onzen ook
Camarien.,'.- na hare fchelmftukken ont-
dekt te hebben, verbrand, 4 gevange-
nen, en door hen gfclegenhcid bekomen,
T 2 om