
l o B E S C H R Y V I'TST ß"E
n, met
haar
Man-
fchap.
myl Noordelyker, als Tanoeno.
• Van dit Piroe nog een myl verder na
de Pas van Tanoeno, Weil of Zuid-
Weft aangaande, komt men weer by
die Pas.
Popeloe- Deze bogt van Tanoeno is wel twee
wi, en mylen byna diep, en twee raylenZui-
Somoe-.^cn cn Noorden breed. Het ftraod is
’er vlak, hoewel met een final Riffig
fbomtje, en de zee hier meeft dood-ftil.
Van Tanoeno Noord op gaandc,ont-
moet men een dorp Poppeloy, ofPope-
loewi, genaamt, dat iyp zielen, 6 f
weerbare mannen, en ip Dati’s fterkis.
Tuffchen deze twee is Soemoli, of So-
moeri, dat 70 zielen, 30 weerbare mannen
cn p Dati’s heeft.
Een myl verder heeft men Paffalehoc,
en wat Noordelyker, oud Sole.
DeRie- Dit. dorp Popeloy, komt niet verre
vier Eri, van de rivier van Cawa, die tegen over
plaats der Na het Zuidcn heeft men het dorp
Alfoe- Kering,aan de Noord-kant vandegroo-
reefen. te r|vjer E ri, alwaar de derdeSaninofte
Porp vergadering der Alfoereefen is, zynde
raw5n-ontrcnt vyf m7len van fb^nd, hoewel
¡¡iw ’ ze na wat nader na ’t ftrand afgezakt
zyn.
Dit, dorp heeft 124 zielen, waar on-
der 26 weerbare mannen, cn 13 Dati ’s
getelt worden, e
*t Dorp Wat Zuidelyker heeft men de groote
Laka- rivier Goli Goli, aan wiens mond wel
V A N
fterk zynde 68 zielen,27 weerbarematl-
nen , cn 8 Dati ’s.
De rivier Goli Goli, die voor aan Rjevier
breed is, loopt Soven fchielyk zeerfmal Goli Goli
toe tot een kleene fpruit, en in de zelve
rivier houden zig zeer veel Caymans.
Deze alle ftaan onder Tanoeno ’s hoofd.
De Alfoereefen hier ontrent, genefen
zynde van ’t groote Ceram, rin het
leene een inval te doen, moeten daar
toe cerft verlof aan die van Tanoeno vra-
gen, die de deur, door welke zy pafferen
moeten , können fluiten , en niemant
tegen hun wil behoeven deur tclaten.
Wanneer men van Caybobo na Laala Twee
vaaren wil, zoo ontmoet men: tweedroogten
drooetens, de eene Säaroe, de andere °ntrfnf I
Scroelau genaamt.
Die van Piroe, Lackamay, en Laffe- en Saa- I
lehoe, fcheppen 00k met dievan Cay- r°e.
bobo te zamen. *
Dus verre nu alles, *t geen ’er vanDe Man- I
groot Ceram te zeggen viel, aangemerkt, fchap 0p I
en öpgegeven hebbende , zoo hebben gr°ot I
wy daar niet anders by te voegen, :dan “ j” I
dat op *t zelve in ’tgehcel iyopi-zielen,
4P43 weerbare mannen, en 1^90
Dati’s zyn j waar tegen die vanHoewa-
mohel 11612 zielen^ 2030 weerbare
mannen, en 1045* Dati ’s, inoudetyden
(dewyl nu alles weg,-'of verftrooia is)
plagten uyt te maken *, uit het welke
dan blykt, hoe volk-ryk dat kleen land, En ’t I
vergelyki ng van ’t groote Ceram , dat ycWcM I • ^ _ wel vier ma^al zoo l•a ng, en b• y- f ta• .nog, met dat 1I
fchap. nu aan ftrand ontrent’t dorp Piroe heeft, 'driemaal zoo breed, was, geweeftzy.: Ceram. |
DERDE HOOFDS TUK.
BEricht van de Alfoereefen. Hun gewaad. Twee fchermutzelende Alfoereefen
afgebeeld. Gewoonte, om hunne vyanden kleen te mäken^ Jonge Dogters., al .van
ouds Jen prys van dappere Helden geßeld. Hier kofi een Jonge Dochter den Bruide-
gom veel hoofden ten Bruidfchat. //«» wapenen. Snelhcia van gefleht, en inJt
loopen. Hoe zy hunne vyanden aandoen. : Zeegepraal der Singende en danflende
Maagden. Hunne Schatten, en. glaze Arm-Ringen. En verfcheide Zoorten daar
van. Hare Waerdy. Oorlogen daar om gevoerd. Van «w/.ftoffe zyzyn. Seldzaam
geval met een der zelve , na 7 Vadcrland gezonden. Eigcnfchap dezer Armringen.
Hoe gebrutkt als een middel van Raadpleging./ En hoe men die bewaart. % Zekere
Porcelyne Gift-Schotels zynmede onder bare Schatten gerekend. Die zy begra-
ven. Wanneer zy die voor den dag haalen. Een andre zoort. Waar de der zelv,e±
Zonder grond voor Gift-Schotels gehouden. Spyfe der Alfoereefen. Waar in die
gekookt word. Hun Drank. Zeldzaam vaorval van D. Montanus met Radja Sa-
hoelau. Hoe zy hurmen drank bewaren. Hunne Slaap-plaatzen. Zy hebben maar
eene Vrouw. Latengeen vreemde, dan na zeker teeken^in hun landkomen. Wefter-
man by hen bemind. Drie Opperkoningen i&r Alfoereefen. Brug, *#Binnen-Meir,
hier. En ’/groot vermögendezes Konings..Radja Soemict bejehreven.... Zy zyn.de
Kinder-Pokken onderworpen. Andre Alfoereefen, wilder dan deze. Dörpen.^ onder
den Koning van Sahoelau. Dörpen, onder den Koning van Sifeoeloe. . Dorpen,
onder den Koning van Soemiet, wel eer drie Capitcins hier. Dorpen, onder.
tein Macoereili , onder Manoemeten, en onder Tocpaiäuw. Alfoereefche dorpen
aan de Zuid-Zyd in 7 by zonder. En de Strand-dorpen 'er tegen over., De.verdre
Alfoereefen. Onder wat Landvoogden men de. Alfoereefen eerfi begon te kennen.
Wdar
Á M B Ó Í N Ä. K f t
fydar door hunne Köningen eerjk opgekomen zy». Merkteekenen vir». Radja Sahoe- iaü, Radja Soemiet, Radja Sifeoeloe j als onze Bondgenooten. , Wie van hen de
Vöorrang heeft. Ferdre Zeden der Alfoereefen. , Hoe men zieh dragen moet9 om
hen te bezoeken. En hoe zy verzoend wordeny of den oorlog vcrklaarcn.. Ferdre
plegtlykheden daar ontrent. Middel van Raadpleging, of zy in den oorjog gelukkig
zullen zyn. Goedej en Quade, voorteekenen. Op wat wyze de Düivel hen d f tydi
van aanvallen aamvyfi.. Hoe de verkfegene Koppen ingehaalt werden.^ Hoe zy met
de Lyken van hunne vrienden handelen. Het Eiland Noeffa^Laaet' , kaart van t zelve.
Groote, en Dorpen daar op, ende zelve manfehap Titäway. Abobp. Akoon ^ oud Kr
koon, de berg Errie. Amet, heete rivier tuffeben Amet, e«.Nalahia. Marka-,
iita, en koper-ftecn, hier vollende. Nalahia, Sila, en Leynltoe. W at dorpen
onder den. Koning^^¿»Titaway fihßppen. Pati Leynitoe uitgefchildeft na Holland
gezondeg Terra Sigillata. Waylätoe, tuffchen Leynitoe en Titaway. De Noeffa-
lauwers buaren Zee-Roovers. H in oude dragt, zynde Menfchen-Eeters, geweefi.
Foorbeeldeti ’er af.yWyf.een gefprek des Schryvers, met zeker Koning van.Titaway
opgeheldert. Ander Voorbeeld dat verfcher is. Fan eenen J&n AVillemfibon, Bode .
VW: den' Land-Raad. D ie over 7 eeten van een Arm, i» e<?»;Boete gedoerntwierd.
De Manfehap ^ van ¿Är/ Eiland by een, is zeer Nagel-ryh
Bericht
yan de
Alfoe-
fcefen.
Hun
gewaad.
Van de A L P O E R E E S E N .
'p \ U s verre hebben wy nu ganfeh 1 Ceram rond gewandelt, om te
zien,wat dorpen men öp deszelfs
ilrähden had, en om .de. Volkeren^, die
de zelve bewooneny te^leeren kennen}
dog binnen in het zelve heeft inen inede
zeer vele dorpen, en gehugten^ dievan
een.gcheel ander zoort van volkereri.be-
woöilt, erl doot hflnne byzöndere Köningen
beheerfeht worden. Men noeirit
ddze Volkeren Alfoereefen, of berg-
wilden, Van welke zbmmige noit, ändere
leer zeldeny van de gebergten af
na de ilfänden konien, *t geen aan nog
meeft gefdhied i oöi yfef, zorit, groote
Schotclen, gemeene Goude Sladgeh,
Gongen, enz. tfc kööpen, ofin tb ruil?
n*Z
y zyn doorgäans veel girooter van
geftalte, vetter, en fterker dan de ftrand-
volkereii, dog zeef woeft en >^ild van
leven. ‘ ; ? r
Zy gaan ten meeften deele naakt,'
zonder onderfcheid hier in tüffehen
mannen, of Vrbuwen, te makenj dog
dragen om hun middel een breede Tsji-
dako, of Gordel, die zeer dik, met
verfcheide ftreepen geverft, van een
melkagtige fchorze des booms Sakka ge-
maakt is, (die wy 00k Voor den witten
Sicomorus houden,) waar mede hare
fchamelheid alleen bedekt word.
Op hun hoofd zetten zy eenCalappüs
of Cöcos dop, över welke zy hun hair
herien haalen, bindende dat daar over,
of 00k Wei over een ftuk hout v-ift, dat
hen dan met een $ voor een kammen-
huisje dient , alzpo men die gemeenelyk
daar in ziet ftcekett, behalven dat zieh
, daar boven op nog een vreemde Pluy-
magie, drie a vier hoog, en om ’t hair
een krans van wittetbrenkens, (dewitte
Porcellanä) vertoont j welke Porcel- -vl
lana’s men bok aan hunne teerien , gc-
lyk 00k in hären hair-band, voererl .
ziet.
• Zy voeren tot cieraat gemeeriélyk '
of een Glazen-Paternofteri of wel meeft '
een Tour van de yopmoemde Witte Por-
cellana-horenkens-, of van eenige. geile- :
pene ftukken'der.zelve, om den hals,
dragende 00k eenige geelc groote ringen,
aan de ooren. Aan de armen,- ge-
lyk 00k aan de knyeft, hebben 2jr,Vóbr
ai als zy op hurí béft zig opfchikkeb, en
föhermutzeien zullerl, jongé Calappus,
of andere gefelfc takjens gebonden. Al
Welke cieraäden op die näakte brüine mutze.
gUmmende huid woñderlyk fräfei áffté- lende
ken , gelylt trieft dät in deze plaat, Ño. Alfoe-
x v iii. wäär in Wy ’er twee met' hun- afgebeélt;
fte Wápeñén tégen malkanderé.. ícher-
mutzelendé vertoohén, kan zien.:
Alie déze Volkeren , fehoon zy al
mede hunné partyfchappen hebbén, eh
zieh,'zoo w e l, ais dé 'ftrañdlíhgén, m
OeliUma’s , ,.en Qeliiiya’s verdeelen,
zvn vari éeríerlei dragt, Zeden eaGods-
drénft.
Zy hebben eeñ vérfoejelyke gewoonte,
hoewel in zig zelvén zéer tyn, ofil
metter tyd, en gcmakkelyk, hun vyanden
te verminderen, én de wieken te
korten.
Het is ¿en ftaale wét bnder hun,dat Ge-
geen Jongman zyft fchamelheid, nog
geenc der zelVe zyn huis dekken , ne vyan-
trouwen, nog aan ’t makénj of dék- den kleen
ken, van hun Baileoe, of Raadhuis,temaltcn;
de hand fläan rriag, ten zy hy vbor idér
van de'Ze inftellingcn, en Lands-bevé-
len, een vydiidelylt hoofd in zyn dolp
gebragtj dat op zékere daar toegewy-
de fteén gelegt , fcn zieh door die verfcheide
Heldagtige bcdryven. weercíig
gemaakt heeft, om na éen vrouw uic
te mögen zien, alzoo zy in ’t-Jiaaleri
vari